De vrolyke trompetter(ca. 1810-1830)–Anoniem Vrolyke trompetter, De– AuteursrechtvrijBlazende op zyn trompet, de nieuwste liederen en aria's die hedendaags gezongen worden Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] Een Nieuw Lied, van een Student, die naderhand Soldaat is geworden, en de verkeering die hy met veele Meisjes te Gent gehad heeft. Op een aangename wys. 1. Voorheen ben ik Student geweest, Maar nu ben ik Soldaat, Die voor geen hel of duivel vreest, Veel minder voor zyn maat, De studie stond my gansch niet aan, Die heb ik gaan verlaaten, Ik heb nooit meer plaizier gehad, Als onder de Soldaaten. 2. 'k Heb zeer lang in de stad van Gent, In gnarnisoen geleegen, En myn Kaptein was wel content, En had op myn niets tegen, Myn Exercietie kon ik doen, Het Geweer te presenteeren, En by een lieve schoone Vrouw, Kon ik wel carresseeren. 3. Ik carresseer de gantsche dag, De Zon kwam door zyn straalen, En Venus met een felle slag, Kwam van den Hemel daalen, [pagina 26] [p. 26] De Trommel slaat in het kwartier, Zoet lief wy moeten scheiden, Want zy verwagten my aldaar, Ik kan niet langer blyven. 4. Daar woond een Meisje in de Stad, Haar naam waar myn verlangen, Toen ben ik eens na haar gegaan, Daar ben ik blyven hangen, Ik vroeg aan haar uit liefde zoet, Te kussen haare wangen, Zy zei Jonkman een Jong Soldaat, Dat is naar myn verlangen. 5. De doctoor die heeft my gezeid. Dat my de drank zal dooden. Het carresseeren van de Meid, Heeft hy myn ook verboden, Als ik de drank dan laaten moet, De lieve Meisjes derven, Dan zeg ik doctor loop van myn vloer, Veel liever wil ik sterven. 6. De drank die maakt myn hart gezond, Maar geen Aptekers prullen, Ik zei doctor loop van myn grond, Want jy denkt my te sullen, De drank die maakt myn hart gezond, Maar geen Aptekers prullen, Ik zei dector loop van myn grond, Want jy denkt my te fullen. Vorige Volgende