Voortgang. Jaargang 19
(2000)– [tijdschrift] Voortgang– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 211]
| ||||||||||
Wie was Gerrit Kouwenaars drs van schaffelaar?
| ||||||||||
[pagina 212]
| ||||||||||
Het Amsterdams Lyceum, 2e klas onderbouw, schooljaar 1938-39: 3e rij van voren, 3e van links Gerrit Kouwenaar (schoolarchief Het Amsterdams Lyceum).
| ||||||||||
[pagina 213]
| ||||||||||
een hamster, al lang vóórdat
er uit zijn mythen en sagen een echte
storm opstak
hij was laf, hij ondervond blijkbaar
van bepaalde trefwoorden bij voorbaat de haast
eetbare inhoud en omvang, hij sprong
drie jaar later nadat van dood
en doorslaan nu ook letterlijk sprake
in het huis van bewaring aan de havenstraat
van de 3de ring af
de gemengd gehuwde kalfaktor karl
millimeterend het ontijdig artistenhaar
van k, wees fluisterend met zijn schaar: dáár
kwam van schaffelaar neer, jongen, hij was
zo goed als plat, oh het spatte
tot hier, godzijdank
vandaag geen transport -
Toen wij in 1978 als eerstejaarsstudenten van prof. dr. Margaretha H. Schenkeveld het gedicht ‘drs van schaffelaar’ van Gerrit Kouwenaar (1969:115-116; 1982:431-432) leerden lezen, kostte het één telefoontje naar de conrector van Het Amsterdams Lyceum om te achterhalen wie deze drs van schaffelaar is geweest: drs. Johan Benders (1907-1943), van 1935 tot zijn zelfgekozen dood op 6 april 1943 leraar geschiedenis en Nederlands aan die school, destijds een gebruikelijke combinatie van vakken. Kouwenaar bezocht het Lyceum van 1937 tot in 1940 en had er Benders als docent gehad. Dat dit Lyceum het decor is van het gedicht, blijkt uit de openingsregels: Hoewel de stenen marva van de generaal
over zijn schouder meelas, brak hij
de atjeh-oorlog af [...]
Tegenover de school staat het Van-Heutszmonument uit 1935: vóór dat monument voor de ‘pacificator’ van Atjeh, gouverneur(-generaal) J.B. van Heutsz (1851-1924), staat een vrouwenfiguur die het Nederlands gezag in voormalig Nederlands-Indië symboliseert.Ga naar eind1 Hoogteijling (1982:118) heeft in een uitgebreide interpretatie stilgestaan bij deze plek, al spreekt hij voorzichtig over de ‘mogelijke plaats van handeling’. Aan Kouwenaars eigen illegale activiteiten rond Lichting, ‘het meest felle anti-Duitse literaire blad’ (Calis 1989:499), besteedde hij geen aandacht. Later deden Calis (1989 en 1993: 88) en Bonte (1998) dat wel, maar de identiteit van van schaffelaar werd niet | ||||||||||
[pagina 214]
| ||||||||||
drs. Johan Benders
| ||||||||||
[pagina 215]
| ||||||||||
onthuld: Calis laat het bij ‘een zekere drs van schaffelaar’ (1989:156); Hoogteijling heeft eerder in een voetnoot op grond van Loe de Jongs standaardwerk gesuggereerd dat de zelfmoord van de Haagse verzetsstrijder en zenuwarts dr. Gerrit Kastein (1909-1943) de dichter geïnspireerd zou kunnen hebben. De Jong (1975:618 (593)) schreef namelijk over Kasteins dood: ‘De verhoormethode van “de SD” kennend, besloot hij zijn kameraden te beschermen: hij sprong plotseling op, stortte zich geboeid en al door het gesloten venster en maakte een dodelijke val.’ Hoogteijlings niet onlogische suggestie (1982:124, noot 2) is evenwel onjuist. Bonte (1998:212-213) ten slotte, citeert Kouwenaar zelf die tijdens een interview in 1989 zei: ‘Drs Van Schaffelaar staat voor een leraar Nederlands en geschiedenis die ik op het lyceum heb gehad. Politiek zeer bij de tijd, en ook zeer bewogen als er iets gebeurd was. De klas hing aan zijn lippen. Inderdaad kwam hij op een ochtend, na de kristalnacht [9/10 november 1938], de klas in, wapperend met de ochtendeditie van Het Volk, zeer geëmotioneerd. (...) In 1943 heeft hij, nadat hij door de Duitsers was opgepakt, in de gevangenis zelfmoord gepleegd, bang dat hij zou doorslaan. Het toeval wilde dat ik een paar dagen daarna in dezelfde gevangenis terechtkwam.’
Die gevangenis was de Duitse afdeling van het Huis van Bewaring II aan de Amsterdamse Amstelveenseweg/Havenstraat. Gerrit Kouwenaar werd wegens ‘Besitzes und Verbreitung deutschfeindlicher Schriften’ op 15 november 1943 door het Deutsche Obergericht in den besetzten niederländischen Gebieten tot een halfjaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest veroordeeld.Ga naar eind2 Hij werd onmiddellijk vrijgelaten, omdat hij sinds 11 mei had vastgezeten. Hij dook direct onder.Ga naar eind3 Johan Benders, Kouwenaars leraar, was het slechter vergaan. Nadat hij in de nacht van 4 op 5 april 1943 in zijn huis te Amstelveen was gearresteerd, werd hij naar de Havenstraat overgebracht, waar hij de volgende dag zelfmoord pleegde. Wie is deze Johan Benders geweest? Benders was vóór de oorlog een principieel pacifist en lid van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij.Ga naar eind4 Een ‘beetje linkse leraar’, zeker aan het chique Amsterdams Lyceum van toen, met bolle wangen ‘alsof hij daar nootjes in bewaarde’.Ga naar eind5 Hij gaf zijn lessen met groot enthousiasme en wees zijn leerlingen op de actuele politieke toestand. In de jaren dertig hielp hij Joodse vluchtelingen uit nazi-Duitsland en in de oorlog zette hij zijn hulp aan Joden voort. Hij vervalste op zijn zolder persoons- en doopbewijzen (die hij overmoedig op de schoorsteenmantel te drogen zette), zocht onderduikadressen en het echtpaar Benders nam twee ‘half-Joodse’ kinderen in huis. ‘We hadden altijd hele bossen Joodse mensen bij ons thuis’, herinneren zijn doch- | ||||||||||
[pagina 216]
| ||||||||||
ters zich (Visser 1989:295). In oktober 1940 werden de Joodse leraren noodgedwongen ontslagen en in mei 1941 zou Benders in de school voor de ‘stillen, verschämten jüdischen Lehrer’ geld hebben ingezameld. Uiteraard ontkenden zowel Benders als zijn rector C.P. Gunning tegenover de met de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) sympathiserende inspecteur van het onderwijs ooit voor de Joodse leraren te hebben gecollecteerd.Ga naar eind6 Toen in september 1941 ook de 72 Joodse leerlingen het Lyceum moesten verlaten en in bepaalde Amsterdamse buurten werden geconcentreerd, kwamen hun medeleerlingen naar Benders om raad. Onder hen de klasgenoten Frank Wibaut, de latere seksuoloog, en Tineke (Wibaut-)Guilonard. Beiden sloten zich naderhand aan bij de militante verzetsgroep CS-6 (bij neerlandici vooral bekend vanwege haar koerierster Reina Prinsen Geerligs).Ga naar eind7 Tineke Guilonard overleefde in januari 1944 het beruchte bunkerdrama in het concentratiekamp Vught. Later werd zij onder meer naar het Frauenkonzentrationslager Ravensbrück overgebracht. Na de oorlog keerde zij naar huis terug.Ga naar eind8 Ongetwijfeld is de gedreven Benders hun tot voorbeeld en steun geweest. Het netwerk breidde zich uit en Benders raakte - waarschijnlijk - betrokken bij de verzetsgroep van de kunstenaar Gerrit van der Veen (1902-1944).Ga naar eind9 Van der Veen organiseerde met zijn kunst- en wapenbroeder Willem Arondeus (1894-1943) de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister.Ga naar eind10 Het was hun bedoeling de honderdduizenden persoonskaarten door middel van een explosie te verbranden, opdat de bezetter die niet meer kon gebruiken voor zijn Jodenvervolging. Deze opzet lukte maar gedeeltelijk: bij de aanslag, 27 maart 1943, verbrandde zo'n 15% van de kaarten. Aan de actie waren maandenlange voorbereidingen voorafgegaan, en velen waren ervan op de hoogte. Ook Benders moet ervan geweten hebben, want ‘in de vroege morgen van de 28e maart wandelde hij met een van zijn Joodse pleegdochters naar de KalfjeslaanGa naar eind11 om te zien of er rookwolken boven de stad hingen’ (Visser 1989:295). Door het doorslaan van de vriend van Arondeus en door loslippigheid van anderen kreeg de Sicherheitspolizei in het tijdsverloop 1-15 april 1943 maar liefst acht van de negen daders in handen. Van de in totaal 27 mensen die hadden meegewerkt aan de overval bleven uiteindelijk alleen Van der Veen en Willem Sandberg, de conservator van de Amsterdamse gemeentemusea, op vrije voeten. Benders wordt niet tot die 27 gerekend, maar zijn aanhouding valt wel binnen de twee weken van de arrestatiegolf: laat in de avond van 4 april kwam de Sicherheitspolizei hem halen. Ineens stond het huis vol Duitsers en werd het doorzocht. Benders zag nog wel kans een aantal belastende papieren te vernietigen, maar zijn boekje met in code de adressen van achttien (!) Joodse onderduikers viel in Duitse handen. Ook een jonge Jodin die bij het gezin-Benders zelf ondergedoken was, en één van de ‘half-Joodse’ pleeg- | ||||||||||
[pagina 217]
| ||||||||||
dochters werden opgepakt. Diezelfde nacht schijnt Benders aan de Havenstraat aan een zwaar verhoor, en alles wat daar blijkbaar bij hoorde, onderworpen te zijn. Bij Benders kwamen veel lijnen van het verzet samen. Vanzelfsprekend was hij bang uiteindelijk de code te moeten prijsgeven, wat ongetwijfeld aan achttien Joden het leven zou kosten en tot gevolg zou hebben dat de andere bewoners van de onderduikadressen zouden worden gearresteerd. ‘Benders besloot dat zijn eigen leven minder woog. Maar de uitvoering van dit besluit moet - met de gedachte aan zijn gezin - onnoemelijk zwaar geweest zijn’ (Visser 1989:295). Benders had eertijds met zijn vrouw afgesproken dat hij zelfmoord zou trachten te plegen als hij was opgepakt. Nu was het zover. Eerst probeerde hij met aangescherpte paperclips zijn polsen door te snijden. Dat ging niet. Daarop trachtte hij glasscherven in te slikken. Zijn celgenoten weerhielden hem hiervan. Tegenover de opgetrommelde cipiers verklaarde hij: ‘Ich bin in einer melancholischen Stimmung.’ Toen werd hij weggevoerd. Desalniettemin zette hij door en benam zich het leven door van de hoogste omgang (‘de 3de ring’) van de gevangenis naar beneden te springen. Pas op 17 april werd zijn vrouw, vijf maanden zwanger van hun derde kind, bij de Duitse politie ontboden om te horen dat haar echtgenoot dood was. Zij zette hun werk zo goed mogelijk voort. Benders werd op 22 april gecremeerd. De trein naar het crematorium Driehuis-Westerveld zat die dag vol leerlingen van Het Amsterdams Lyceum.Ga naar eind12 Dat de arrestatie van Benders verband houdt met de nasleep van de aanslag op het bevolkingsregister, is aannemelijk. Aan Benders' pleegdochter die tegelijk met hem was gearresteerd, vroeg de Duitse politie of zij Arondeus kende. Zij vond dit zo'n malle naam, dat zij om de vraag moest lachen. Zij werd betrekkelijk snel vrijgelaten. (Uiteindelijk ontkwam de Joodse onderduikster uit Benders' huis aan deportatie door bij het transport vanaf de Hollandse Schouwburg de andere kant op te lopen.) Een celgenoot van Benders tijdens diens laatste nacht verklaarde in de jaren '90 dat hij in de gevangenisadministratie, waar hij tewerkgesteld was, op Benders Karteikarte had gelezen dat deze verdacht werd van betrokkenheid bij de aanslag op het bevolkingsregister. De schriftelijke bronnen ondersteunen dit weliswaar niet direct, maar wijzen ook niet op het tegendeel: Benders' naam komt in de Duitse stukken van het proces tegen Arondeus c.s. niet voorGa naar eind13 en een Amstelveense NSB'er zou zich later hebben laten ontvallen dat hij Benders verraden had (Visser 1989:295). De Stichting 1940-1945 rapporteerde in 1949: ‘Doordat een koerier aan N.S.B.-ers de naam van de Heer Benders genoemd heeft, werd betrokkene op 4 April 1943 in zijn huis gearresteerd’.Ga naar eind14 Toen Kouwenaar een maand later de gevangenis aan de Havenstraat werd binnengevoerd, gonsde het nog van de geruchten over Benders' einde. In 1969 | ||||||||||
[pagina 218]
| ||||||||||
publiceerde Kouwenaar ‘drs van schaffelaar’, het gedicht over Johan Benders' heldendood. De gemeente Amstelveen op haar beurt eerde Johan Benders in de jaren vijftig door een laan naar hem te vernoemen, maar het duurde nog jaren voor hij de internationaal hooggewaardeerde Yad-Vashemonderscheiding ontving. Deze Israëlische onderscheiding voor the Righteous among the Nations werd het echtpaar Benders in 1998 postuum toegekend in Het Amsterdams Lyceum. Waarschijnlijk moet Johan Benders nog worden bijgeschreven op de lijst van gevallenen naar aanleiding van de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister. De neerlandistiek lijkt niet bijzonder in de persoon van van schaffelaar geïnteresseerd te zijn. Vanzelfsprekend legt iedereen het verband tussen de zelfmoord aan de Havenstraat en de daad van de Bourgondische krijgsman Jan van Schaffelaar, die in 1482 van de Barneveldse kerktoren sprong om zijn strijdmakkers tegenover de Hoekse belegeraars van gevangenschap te vrijwaren.Ga naar eind15 Maar de voor de hand liggende parallel met Kouwenaars leraar wordt amper getrokken, diens naam werd niet onthuld en de dichter zelf noemde die ook niet: [...] u lezer / kunt volstaan met van schaffelaar.Ga naar eind16
Ik meende dat het zo langzamerhand tijd werd Benders bij naam te noemen. Zoals hierboven is aangetoond, was de identiteit van deze drs van schaffelaar eenvoudig te achterhalen. Daartoe was niet veel meer nodig dan een rechttoe rechtaan onderzoek in voor de hand liggende collecties als die van de Oudleerlingenorganisatie van Het Amsterdams Lyceum en van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie.Ga naar eind17 De neerlandistiek heeft bij het oplossen van vraagstukken evenwel de neiging weinig in archieven te zoeken.Ga naar eind18 Dat is jammer, want daardoor is drs. Johan Benders zo'n dertig jaar lang verscholen gebleven achter zijn laat-middeleeuwse alias. | ||||||||||
[pagina 220]
| ||||||||||
De ringen in de gevangenis aan de Havenstraat (NIOD)
| ||||||||||
[pagina 221]
| ||||||||||
Literatuur
| ||||||||||
[pagina 222]
| ||||||||||
|
|