Volks-liedjens, uitgegeeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (5 delen)(1789-1807)–Anoniem Volks-liedjens van het Nut– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De Turfdraager. Wijze: Een lief kind van vijftien jaaren, enz. 'k Heb al lang reeds turf gedraagen, 'k Drink ook wel eens met een' vriend; Nooit toch heb ik 't durven waagen, Meer te drinken dan mij dient; Strijk af, hijs op, strijk af, werk voort, wil vlug de manden leegen, Wat valt dat draagen, hijssen, zwaar In zulke heete dagen; maar Men acht het niet, ô wat verdriet! bis. Wijl men ons wel eens dronken ziet, Men acht het niet! ô wat verdriet! Wijl men ons wel eens dronken ziet. [pagina 59] [p. 59] Enklen komen reeds beschonken Aan de markt, al vóór den dag, Worden eindlijk vreeslijk dronken; Breeken glasen slag op slag. Strijk af, hijs op, werk voort, wil vlug de manden leegen, Terwijl zij hoog aan 't venster staan, In groot gevaar om neêr te slaan; Men acht het niet! ô wat verdriet! bis. Wijl men hen weinig nuchteren ziet: Men acht het niet! ô wat verdriet! Wijl men hen weinig nuchteren ziet. Maar de braave nuchtre lieden Onder ons, zijn wel geächt; Want daar zij de kroegen vlieden, Wordt hun pligt te meer betracht, Strijk af, hijs op, werk voort, wil vlug de manden leegen, Dan mag, als 't werk eerst is gedaan, 'Er wel een kleine slok op staan; Maar weest bedagt dat gij u niet bis. Eer gij 't eens weet, beschonken ziet. Maar weest bedacht dat gij niet, Eer gij 't eens weet, beschonken ziet. A.F.Sz. Vorige Volgende