Naum Gabo: ‘Linear Construction 2’, 1949, ca. h. 90 cm.
als in een angstwereld ontstaan, krachtig in de structuur en van een verfijning getuigend in de zeer gevoelige opper-vlaktebewerking.
Ze geven iets weer van strijd, van geweld: het leven bestendig bedreigd door vernietiging.
David Smith (o 1906) houdt zich aan een strakkere architecturale structuur. Hij schept vormen die zich in het landschap werkelijk inlijven en de omringende ruimte beheersen. Het experiment te Spoleto (Italië) spreekt voor zichzelf. Voor een tentoonstelling heeft hij ter plaatse in het kader van het oude stadje een aantal beelden gecreëerd en deze werden achteraf niet weggenomen.
Van de kunstenaars die rechtstreeks in metaal werken is David Hare (o 1917) het meest surrealistisch gericht. Hij zoekt het totemisch-magische in ingewikkelde draad- en plaatsculpturen.
Seymour Lipton (o 1903) voert de ruimte binnen de skulptuur, maar dan met een inpalmend en insluitend gebaar. Platen gehamerd metaal buigen zich in elkaar, versmolten met brons, zilver of nikkel en worden tot een organisch levend geheel als planten of dierwezens.
Herbert Ferbers (
o 1906) werk is eerder calligrafisch: het beeldt tekens uit die een driedimensionale lineaire activiteit
L. Lipchitz: ‘Sacrifice’, 1949-59, brons.
ontwikkelen als een sculpturale weergave van abstract-expressionistische doeken. Het lineaire wordt nog verder doorgedreven in de fijne draadsculpturen van Richard Lippold (
o 1915). Het zijn schitterende metalen draden, meestal verguld, ruimtelijk door elkaar geweven, die als juwelen in streng-geometrische stijl, broos doch architecturaal als het ware voor de ogen zweven.
Voor de jongere generatie is de oud-ijzerskulptuur zeer treffend. Meer nog dan in Europa levert de industriewereld in Amerika massa's zeer verscheiden afvalmateriaal dat door kunstenaars als Richard Stanckiewicz (o 1922), Julius Schmidt (o 1923) en John Chamberlain (o 1928), in onverwachte associaties bijeengebracht en tot autonoom en nieuw leven wordt geroepen.
Het inpalmen en omvormen van de ruimte door middel van draadsculptuur heeft zonder twijfel zijn grootmeester gevonden in Naum Gabo (o 1890), auteur van het monument geïntegreerd in het complex van de ‘Bijenkorf’ te Rotterdam. Met behulp van metaal, plasticdraden, plexiglas enz. speelt eveneens het licht een actieve rol in zijn zeer subtiele constructies.
Een meer figuratief gerichte kunst heeft zich mettertijd eveneens vernieuwend weten door te zetten.