Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars
(1799)–Anoniem Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars– Auteursrechtvrij
[pagina 119]
| |
daar dus opge- treeden,
Door Gods Krachten onder-steund,
Glinst'rend vol be- vallig- heden,
Daar ze op haar' Be- minden leunt?
2.
Staak, myn ziel, ja staak uw vraagen:
't Is die uitgeleez'ne Maagd,
Waardig 's Hemels kroon te draagen,
Want zy heeft Gods oog behaagd:
Maagd, uit duizend uitverkooren,
Baarde zy den Heer van 't Al,
Uit haar wierdt Gods Zoon gebooren
In een armen beestenstal.
3.
Wie zal haaren lof niet roemen,
Die haar Profectly betracht,
Dat men haar zou zalig noemen,
Tot het laatste nageslacht?
Wie wordt dan niet opgenomen,
Wiens gemoed wordt niet verrukt,
Wie wenscht niet by haar te komen,
Schoon het vleesch den geest nog drukt.
| |
[pagina 120]
| |
4.
Tracht, myn ziel, dan na te volgen
't Leeven van dees Moedermaagd,
Die, ten Hemel ingezwolgen,
Daar thans kroon en scepter draagt:
Daar zult gy, by 't puik der vrouwen.
's Heilands Moeder, die gy groet,
Eindloos 't aanschyn Gods aanschouwen,
En genieten 't hoogste Goed.
|
|