Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis. Deel 4
(1861)–C.P. Serrure, [tijdschrift] Vaderlandsch Museum– Auteursrechtvrij
[pagina 297]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
§ 1. Onuitgegevene munten der heeren van Batenburg.In myne onlangs verschenen Histoire de la Souveraineté de 's Heerenberg, maekte ik nog al een groot aental munten minnen der voormalige graven van den Berg, in Gelderland, bekend, welke, het zy aen de vlytige opsporingen van professor van der Chijs ontsnapten, het zy by Verkade, voor het door hem behandelde tijdvak, niet voorkomen. De verzameling mijns vaders, wat de reeks der steden en heeren van Gelderland betreft, leverde echter behalve de 's Heerenbergsche, verder nog eenige onuitgegevene stukken op, welke ik der aendacht waerdig oordeel om in dit Museum beschreven te worden. De vryheerlijkheid Batenburg op de Maes, in de Betuwe, gelegen, kwam reeds omtrent het einde der XIIIe eeuw in het bezit van het Huis van Bronckhorst. De geschiedenis dezer heerlijkheid levert weinig belang op: benevens eenige twisten van gansch plaetselyken aerd met naburige dynasten, versmelt zy zich geheel en al in de algemeene gebeurtenissen van Gelderland. De heeren van Batenburg hielden van de duitsche keizers het recht van munt te slaen, een recht dat wy hun reeds in de XVe eeuw zien uitoefenen. Edoch de stukken, die ik hier beschrijf, zijn van later tijdstip en behooren bepaeldelijk aen de vryheeren Herman-Dirk en Maximiliaen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 298]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Herman van Bronckhorst, heer van Batenburg, had vier zonen: Willem, die hem by zyne dood (1556) opvolgde; Karel, heer van West-Barendrecht; Dirk en Gijsbrecht, die het Verbond der Edelen beide met hun bloed bezegelden, dewijl zy, zooals men weet, nog in zeer jeugdigen ouderdom te Brussel, op bevel van Alva, onthoofd werden (1568). Toen Willem van Bronckhorst, de heer van Batenburg, in 1573, tegen de Spanjaerds strydende, by Haerlem werd doodgeschoten, ging de heerlijkheid over aen zynen zoon Herman-Dirk (1573-1612). Herman-Dirk had geene nakomelingen; maer zijn erfdeel kwam aen zynen neef, Maximiliaen van Bronckhorst, zoon van den daer even opgenoemden Karel van Bronckhorst, heer van Barendrecht. Maximiliaen had onophoudende twisten met de Staten der Vereenigde Provinciën, die staende hielden, dat Batenburg een leen van Gelderland was, terwijl hy beweerde, slechts en onmiddelijk van den keizer af te hangen. Hy bekwam te zynen voordeele eenen keizerlyken bevelbrief (1628); maer het tijdstip der kleine dynasten liep in Nederland ten einde. Maximiliaen was dan ook de laetste vryheer, die te Batenburg munt sloeg. Na zyne dood kwam de heerlijkheid door het huwelijk zyner oudste dochter aen het Huis van Hoorn, uit hetwelk ze insgelijks door eene vrouw aen dat van Benthem-Steinfort overging. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Herman-Dirk (1573-1612).1. MO . NO . AVREA . DNI . HERM . THE.Ga naar voetnoot(1) Vijfveldig wapenschild waernevens het jaertal 7-8. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina t.o. 299]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PL. I.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 299]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze munt is eene nabootsing van die der Palsgraven te Simmern geslagen; ze staet in Verkade, pl. 33, No 4, doch naer eene oude Ordonnantie.
2. MON . HER . THE . L - B - RI - B . I . B . Z . S. De vryheer rechtstaende met hellebaerd en rijksappel.
3. MON . TRANS - M - O . DNI . D . B . Z. Zelfde type als de voorgaende.
Eene bykans gelyke munt staet afgebeeld by van der Chijs, pl. XV, No 4.
4. HERM . THEOD . D . BRO . L . BAR . I . B . Z . STEIN . N . BGa naar voetnoot(1). De vryheer ten halven lyve; hy houdt in de linkerhand den bevelstaf en de rechter rust op het gevest van zynen degen. Midden het veld: 15-77.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 300]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. HERM . THEOD . D . BRO . LI . BAR . I . B . Z . STEIN. Type als de voorgaende.
6. MONO . ARG . HERM . - TH . D . BR . L . BA . I . B . Z . S. Krijgsman ten halven lyve voor zich houdende eenen schild met den leeuw.
Een, enkel in het omschrift verschillend leeuwendaelder van Batenburg komt voor by Verkade, pl. 35, No 2.
7. HERMAN . DIDRI . D . BRON . LI . BAR . D . I . ST. Vooruitziende borstbeeld, waernevens: 15-77.
Vergelijk: Verkade, pl. 225, No 1.
8. HERMAN . THEODO . BRONC . BARO . BA. Vooruitziende borstbeeld.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maximiliaen (1612-1631).9. MONETA . NOVA . ARG . BAT . IV . S. Gekroond vierveldig wapenschild.
Deze munt komt voor by Verkade, (pl. 225, No 3), doch is aldaer onnauwkeurig afgebeeld. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina t.o. 300]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PL. II.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina t.o. 301]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PL. III.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 301]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. MONETA . NO. ARGENT . B . I . ST. Vijfveldig wapenschild.
11. MO . NO . ARG . MAX . CO . D . BR . I . B . Gekroond wapenschild met den dubbelen adelaer, waernevens: 2 . S .
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
§ 2. Halve daelder der stad Nymegen.Te Nymegen werd alreeds vroegtydig munt geslagen door de duitsche keizers. Ik trok in een vorig deelGa naar voetnoot(1) de aendacht op eenen denier van Keizer Hendrik VI (1190-1198)Ga naar voetnoot(2). Kort na dezes leeftijd zien wy de graven - later hertogen - van Gelderland aldaer de munt open houden. In de XVe en XVIe eeuwen sloeg de stad geld in eigen naem. Zy beweerde hiertoe het recht te hebben ingevolge van eenen vergunning-brief haer door Keizer Frederik III, op 11 Augustus 1442 gegeven, waerby aen Nymegen al de rechten, waren toegekend, die de genoemde vorst, by eenen brief van 21 Juny te voren aen Aken had verleend. Van 1561 tot 1567 ontmoette de stad des aengaende eenige moeijelijkheden, dewijl de zin van dezen giftbrief, wat het geld slaen betrof, niet beslissend was. Doch in 1567 herkende Keizer Maximiliaen II aen Nymegen stellig het muntrecht toe, en | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 302]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hief de opschorsing ervan op, welke het kamergerecht van Spiers vroeger had uitgesproken. De volgende halve daelder, die omtrent 1540 schijnt gemunt te zijn, komt by van der Chijs niet voor:
NO . NOB . DNE . S - NOI . TVO . DA - G . (non nobis, Domine, sed nomini tuo da gloriam). De Heilige Stephanus met palmtak en steenen in de hand.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
§ 3. Dukaet der provincie Overysel.Men weet, dat de Hongaersche, Spaensche, Italiaensche en andere vreemde dukaten tydens de XVIe eeuw veelal in de Nederlanden werden nageboost. Het volgende tot dus verre onbekende stuk der provincie Overysel, dat by den eersten oogopslag eene Zevenbergsche (Transylvanische) munt schijnt te zijn, levert hier nogmaels een voorbeeld van. Het omschrift: MON. TRAN - SIL. VA - NIE der Zevenbergsche dukaten biedt immers byna de zelfde letters op.
MON . OR . TRAN - ISL . VA . VNG (moneta ordinum Transissulaniae valoris Ungariae). Staende figuer met hellebaerd en rijksappel, en aen welks voeten een schildjen met den leeuw.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 303]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
§ 4. Vond van Romeinsche penningen te Synghem.In het begin der maend July 1858 werd te Synghem een aerden potjen uitgegraven inhoudende omtrent vier honderd romeinsche penningen, alle in biljoen en in koper, van Philippus I, Otacilia, Trebonianus-Gallus, Volusianus, Valerianus, Salonina, Saloninus, Gallienus en Postumus. De meerderheid bestond uit stukken van dezen laetsten, terwijl van de eerst opgenoemde keizers slechts enkele, reeds verre uitgesletene, exemplaren voor handen waren. Ik bekwam den heelen vond. Het aerden potjen echter, dat de stukken bevat heeft, berust met enkele dezer in het te Oudenaerde door de vlijt van wylen den heer archivaris van Lerberghe ingerichte stedelijk Museum. De penningen van keizer Postumus trokken in de laetste jaren de byzondere aendacht op zich van eenen schranderen oudheidkundige, namelijk den heer de Witte, eenen Antwerpenaer, doch sinds jaren te Parys gevestigdGa naar voetnoot(1). Postumus heerschte over de Galliën; zyne penningen behooren dus in Frankrijk, in de Rijn-provincien en in België te huis. De volgende typen van revers of keerzyden komen onder de te Synghem gevondene munten voor.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 304]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op de voorzyde hebben al de beschreven stukken het rechts ziende hoofd van Postumus met de straelkroon, en het omschrift: imp. c. postvmvs. p.f. avg. C.A. Serrure. |
|