ging tot handhaving van de leer, regten en belangen der Lutersche Kerk. De geknakte hoogmoed van een drijver spekuleert hierin op den bekrompen sekte-geest, welken sommige eenvoudigen voor onafscheidelijk van het geloof houden.
Ds. F.J. Herman van Delfshaven heeft ook zijne stem doen hooren in de klooster-zaak (De Kloosters. Rotterdam, P.M. Bazendijk. Prijs ƒ 0.25), welke door het geschrift van den baron van Hugenpoth in Nederland aan de orde is gebragt. Zeer billijk is zijn eisch, dat de zaak geheel naar de wet worde geregeld, en hoe groot een tegenstander Ref. is van Protestantsche onverdraagzaamheid ten opzigte van Roomsche landgenooten, zoo is toch ook voor hem het onwettig. bestaan in den lande van zoo nadeelige inrigtingen als de kloosters, een gruwel. Evenwel had hij liefst gezien, dat de predikanten zich niet in deze zaak hadden gemengd. Het bestaan der meeste kloosters in ons vaderland is eene vrucht van wetsverkrachting, en ieder burger - de jood zoowel als de christen - heeft er belang bij, dat aan deze een einde worde gemaakt. En er zijn goddank in Nederland nog wel zoo vele belangstellende burgers, dat de predikanten in de kloosterzaak veilig kunnen zwijgen, om zelfs den schijn van partijzucht te vermijden.
D.
Bij J.H. Scheltema te Amsterdam is eene Handleiding bij de beoefening van de Photographie verschenen. Vrij bewerkt door D.J. Sanders van Loo. Het is eene vertaling van Dr. J. Schnauss ‘Katechismus der Photographie’ en voor hen die dezelve willen uitoefenen eene onmisbare handleiding; terwijl er ook voor den profaan vele wetenswaardige bijzonderheden in gevonden worden. Twee uitslaande platen brengen veel bij tot verduidelijking van den tekst.
De druk is zeer goed en bestaat uit VIII en 120 pag. postform.; jammer, dat het boekske zoo slordig is ingenaaid.