zedelijk is. Dit maakt haar neerslagtig, doch de liefde brengt haar geweten tot zwijgen.
Maar b. wordt ziek, en door zijne moeder, eene hooghartige vrouw, bezocht, en door haren invloed bewogen om zelf die betrekking af te breken.
De verlatene wil nu in wanhoop zich 't leven benemen, maar wordt in de uitvoering van dat besluit verhinderd door Mr. benson, een geestelijke, en zeer goedhartig man. Deze neemt haar ook in zijne woning op, en daar wordt zij moeder. Dat alles maakt in het kleine stadje, waar Mr. benson woont, niet weinig opspraak. B. tracht de afgebroken betrekking tot ruth te hernieuwen, doch te vergeefs, en biedt zelfs aan haar te huwen; maar ook dát voorstel wijst zij van de hand. Daarentegen onderscheidt zij zich door het oppassen der kranken bij 't woeden eener hevige, besmettelijke ziekte, en sterft als eene heilige.
Het werk is niet zonder verdienste, maar de karakters zijn zeer overdreven en zonderling. Ook de moraal is goed; maar de grondslag der fabel is niet waarschijnlijk. Het boek is echter onderhoudend, en de vertaling zoo als men die van den Heer mensing gewoon is; terwijl de Uitgever met onbekrompenheid heeft gezorgd voor de uitvoering, zoo als ook daaruit blijkt, dat elk Deel een eigen vignet heeft.