zand- en voortgerolde steenen-formatie rust, zijn, voor zoo veel bekend is, secundaire of tertiaire formatiën, en onder de secundaire, vooral de jongere formatiën, bonte zandsteen b.v. en schelpkalk (muschelkalk); in Denemarken maakt, volgens steffens, de krijtformatie de algemeene onderlaag der aangespoelde massa's uit, en veelligt moet men, volgens den Schrijver, zulks tot een groot gedeelte van de vlakte in het Noorden van Duitschland uitstrekken. De hoofdmassa, waaruit de zand- en voortgerolde steenen-formatie bestaat, en in vergelijking van welke al het overige, dat zij bevat, slechts als ondergeschikt voorkomt, is zand, hetwelk of zuiver kwartszand is, zoo als dat, hetwelk den bodem der heidevelden bedekt, of met klei- of tuin- of veen-aarde vermengd, en daardoor gekleurd en naar den verschillenden aard der bijmengsels voor den akkerbouw meer of min geschikt is. Als ondergeschikte massa's van deze zandformatie komen klei, leem, leemmergel en ijzeroer voor. In deze zandformatie nu vindt men ook die voortgevoerde steenen nedergelegd, van welke sommige ons door hunne buitengewone grootte verbazen. De rotssoorten, waartoe deze steenen behooren, zijn: Graniet, en deszelfs verscheidenheden, Gneis, Micaschist, Hornblende steen, Syenies, Hypersthenrots, Groensteen, Porphier, Kwartsrots, Kiesel-conglomeraal, Overgangskalksteen, en Bazalt; onder deze zijn er echter vele minder algemeen. Deze steenen zijn op onderscheidene plaatsen vermengd met andere, wier afkomst uit gebergten van meer zuidelijke gewesten niet twijfelachtig is. - De tweede Afdeeling handelt over den oorsprong dezer verspreide granietblokken en andere voortgerolde steenen. De Schrijver geeft zes onderscheidene gevoelens op omtrent den oorsprong, welken de Geologen aan deze voortgevoerde steenen toeschrijven. Hij ontvouwt en toetst ze naauwkeurig, en verklaart zich voor het zesde, reeds door onze landgenooten, van lier,
brugmans (den Vader en den Zoon) en anderen, geopperd, dat zij uit Zweden en Noorwegen, uit het Scandinavisch gebergte,