in algemeener oefening te brengen? En, eindelijk, hoe zoude men de deugdzaamheid der Chemische bereidingen, inzonderheid die van buiten ingevoerd worden, best kunnen onderzoeken, ten einde de vervalsching voor te komen?’ Van de twee hierop ingekomen Antwoorden is het eene, opgesteld door den Heer B. Tieboel, met den gouden Eerprys bekroond; en het andere, vervaardigd door de Heeren P. Schonk en P.J. Kasteleyn, met eene zilveren Medaille, als een Accessit, vereerd geworden. Men heeft, in beide deeze Verhandelingen, schoon oordeelende dat ze niet in alles aan 't bedoelde van het Voorstel voldeeden, zo veel aanpryzenswaardigs gevonden, dat men niet wel konde nalaaten, derzelver verdiensten openlyk te erkennen. 't Is te wenschen, dat de gemeenmaaking deezer Antwoorden moge medewerken, ter bevorderinge van het herstel der heilzaame Scheikunde, die in ons Vaderland dermaate vervallen is, en welker onbezonnen behandeling zo deerlyke gevolgen met zig sleepen kan, dat de Heeren Schonk en Kasteleyn, niet ten onregte, de agtingswaardige Leden der Collegia Medica indeezervoege aanspreeken.
‘Gij, die u, als hoofden van het Kunstgenootschap der Artzenijmengkundigen, in uwe posten geplaatst ziet! uw plicht is het vooral - want het leeven en de gezondheid uwer medemenschen, uwer medevaderlanders is u, in zo verre, aanvertrouwd, - te zorgen, dat 'er niet dan bekwaame mannen tot den post van Apotheker gerechtigd worden. 't Is uw plicht, de Regeeringen in uwe Steden, den ongeoorlofden toestand der Pharmacie onder het oog te brengen, bij aldien gij, uit eigen authoriteit, niet vermoogt, de zo noodige veranderingen in het wezen der proefneemingen in te voeren. - 't Is uw plicht, zo gij door onze gedachten u overreed ziet van het hoogstnoodige eener hervorming, (en des twijfelen wij niet, want wij hebben niet dan waarheden gemeld, en niets overdreeven,) de noodige middelen daartoe, hoe eer zo beter, in werking te brengen. - Maar 't is ook uw plicht, in de reeds zijnde, en nog te koomene Apothekers, den moed niet uit te dooven, maar, zo veel gij kunt, de zaaden van Eer en Belang in hun te verleevendigen. - 't Is uw plicht, te waaken tegens de meer en meer toeneemende gebreken, en openbaare kwakzalverijen. - Uw plicht is het, in dit opzigt, het leeven en de gezondheid der Ingezetenen te beveiligen, tegens