de wyze op welke men 'er zig van bedient. Dit verslag is zo onderscheiden en stiptlyk, tot de minste byzonderheden toe, opgesteld, en met nevensgaande Plaaten opgehelderd, dat iemand door deeze onderrigting, zo hy maar eenige oplettendheid aanwende, ligtlyk in staat zy, om zodanig een Kunsttuig te zamen te stellen, en 'er gebruik van te maaken. Verder ontvouwt ons de Autheur de veelvuldige nuttigheden van het zelve, met optellinge der verschillende einden, waar toe men zig van deezen Kolder met vrugt kan bedienen. Hier aan hegt hy wyders nog eenige aanmerkingen over het onvoldoende, dat men nopens de kunst van zwemmen geboekt heeft; en ten laatsten geeft hy ons een berigt van het geen anderen voor hem in dit stuk gedaan hebben.
De alleszins blykbaare nuttigheid deezer uitvindinge heeft den Heer C. v. Engelen met reden bewoogen, om zynen Zoon tot het vertaalen van dit Geschrift aan te moedigen, en 'er zelf eene Opdragt voor te schryven, in welken hy het gebruik van dit Kunsttuig ten sterkste aanpryst. Zeer gepast draagt hy het zelve op aan de Heeren Direkteuren der Maatschappy tot redding der Drenkelingen; daar het een weezenlyk verband heeft met het oogmerk der Maatschappye, waarvan hy zelf een geagt Lid is: het welk hem onder anderen doet zeggen. ‘Het groot verschil immers tusschen den arbeid van den Heer de la Chapelle, en onze bedoelingen, is, dat hy de ongelukkigen voor die gevaaren poogt te behoeden, daar wy hen, na dat zy 'er in gestort waren, uit verlossen; dat hy het verdrinken voorkomt, 't welk wy doen ophouden; dat by het leven bewaart, 't welk wy met 's hemels bystand wedergeeven; en dat hy, terwyl wy den dood verdryven, na dat hy zyne prooy reeds gevat heeft, denzelven nog een stap verder te gemoet treedt, en hem belet eenige prooy van dien kant te vatten enz.’ Dit geeft hem wyders aanleiding om gewag te maaken van het nut, dat men te wege zou brengen, wanneer 'er schikkingen in 't werk gesteld werden, dienende om zulke Scaphanders alomme te verspreiden, zo dat ze, ter spoediger reddinge van ongelukkigen, by de hand waren. 't Valt tog, gelyk hy aanmerkt, meermaals bezwaarlyk, den zodanigen op het spoedigste de behulpzaame hand te bieden; dat wel eens doodlyke gevolgen heeft. Dit nu was zegt hy voor te komen. ‘Hoe gemaklyk immers zoude ieder Hoofd van een buurt, ieder Heer of Schout eener plaatse, ieder Brandmeester zulk een Scaphander, die zo weinig kost, die in een zeer klein kistje kan geborgen worden, die geen on-