roman als eerste onder ogen krijgt en auteurs horen hun werk beoordeeld worden nog vóór de literaire kritiek haar stem heeft laten horen.
Het idee om de Das Magazin-Leesclub eens grootser aan te pakken kwam van Donk: ‘Na vier reguliere leesclubs wilden we weer iets doen waarbij er meer op het spel stond.’ Zo ontstond het idee voor een festival met 30 gelijktijdige leesclubs. Een paar facts & figures: er deden 850 lezers mee - naar schatting van Van der Meer 550 vrouwen en 300 mannen; de 30 auteurs vormden samen een beredeneerde selectie uit jong & opkomend (Yannick Dangre, Daphne Huisden, Jamal Ouariachi) en auteurs van naam & faam (Herman Brusselmans, Connie Palmen, Tommy Wieringa); er waren 24 mannelijke en zes vrouwelijke schrijvers, van wie 25 Nederlanders, drie Vlamingen en twee Britten.
De keuze viel op het veelal bejubelde Grip van Stephan Enter. Een maand voor het festival viel het boek op de mat, samen met een hip linnen Das Magazin-tasje en een polsbandje voor de afterparty in de Melkweg. Twee weken van tevoren maakte de organisatie een Facebook-groep aan voor elke roman. Ondanks herhaaldelijke oproepen onze gedachtes over het boek alvast te delen, bleef het in de Grip-groep angstvallig stil. Van der Meer beaamt dat de discussie vooraf niet in elke groep goed van de grond kwam, en ziet juist het offline karakter als een van de oorzaken van hun succes: ‘Mensen zijn dol op niet-online-dingen. Literaturfest begon bijvoorbeeld als podcast. Je hoefde er de deur niet voor uit, maar er waren maar 40 luisteraars. Toen we de drempel verhoogden door het naar de Rode Hoed te verplaatsen, kwam bijna het tienvoudige. Mensen zitten ook gewoon al te veel achter Facebook.’
Op zaterdagavond beginnen om kwart over acht de eerste deelnemers binnen te druppelen in Athenaeum. De gespreksleider staat te overleggen met Stephan Enter en een Athenaeum-medewerker: ze heeft instructies ontvangen van Van der Meer, waarin nadrukkelijk staat dat een informele sfeer belangrijk is en dat ze in de kring tegenover de auteur moet gaan zitten. ‘Ik heb aan veel leesclubs meegewerkt, maar nog nooit in een kring gezeten,’ zegt Enter. Hij sjouwt monter de tafel en microfoons naar beneden, terwijl de aanwezige lezers de stoelen in een cirkel zetten. Wanneer om negen uur elke stoel bezet is, gaat de leesclub van start. Uit het voorstelrondje blijkt dat de beweegredenen om deel te nemen divers zijn: een aantal vrouwen vormt samen al een leesclub, en wil de horizon verbreden. Anderen zijn ‘nieuwsgierig naar Das Magazin’, of wilden graag weer eens een roman lezen en vonden het festival een goede stok achter de deur. Als het uiteindelijk zijn beurt is, geeft Enter toe: ‘Ik heb bij een leesclub ook nog nooit een voorstelrondje gedaan.’ Om de informele sfeer te bespoedigen is het volgende onderdeel een quiz over de roman. Elk goed antwoord wordt beloond met een shotje gin, uit dat eerder op de avond nog zo detonerende flesje en borrelglaasje. Wanneer de inhoudelijke discussie begint, blijkt dat de drank niet nodig was geweest om de tongen los te krijgen: de lezers hebben meteen interpretaties te toetsen en vragen te stellen.
In aanloop naar het festival leken de auteurs bijna celebrities. Op de DasMag-website, waar het programma met professionele auteursfoto's en wervende teksten werd aangekondigd, verschenen in hoog temp de meldingen dat auteurs ‘UITVERKOCHT!’ waren: in korte tijd kochten 850 mensen een ticket à 27,50 euro (voor het boek, de leesclub en het feest) om een schrijver te zien. Ook mochten festivalauteurs Karin