‘Varen bij voor- en tegenspoed.’
Scheldedichter Bert Peleman overleden
Op zaterdagavond 5 augustus overleed Scheldedichter en Reynaerdist Bert Peleman. Als Mercator trok hij de wereld rond, maar hij voelde zich best in Klein-Brabant, het Waasland en op de Linkeroever, steeds met uitzicht op de diepe Schelde, zijn levenslange inspiratiebron. Als Reynaert was hij rad van tong, een uitstekend causeur, die zich in een ver verleden, een halve eeuw weg, door zijn woord van de dood vrijpleitte. Als de Uilenspiegel van De Coster genoot hij van het leven en hield hij van geestelijke vrijheid.
In het eerste nummer van deze jaargang portretteerden we Bert Peleman naar aanleiding van zijn tachtigste verjaardag. Naar die gebeurtenis heeft hij nog toe geleefd. Zijn laatste publieke optreden was de zitting van de 33ste Orde van de Vossestaart, een van zijn vele geestes- en troetelkinderen. Bert Peleman was lid van het beschermcomité van de v.z.w. Tiecelijn-Reynaert en steunend lid van Tiecelijn.
Peleman was voor het Waasland een cultureel ambassadeur. Als een der eersten in het Waasland meende hij terecht dat literatuur, folklore en toerisme perfect naast elkaar konden renderen en elkaar een meerwaarde geven. Peleman organiseerde koorfestivals, tentoonstellingen en toneelopvoeringen. Eén ervan was het speelse Reinaert reist naar Rome (1962). Voor Mariekerke creëerde hij zijn ingetogen massaspel Kristus aan de Schelde (1971), dat dit jaar opnieuw werd opgevoerd. Bert Peleman was een fantast. Wij heb hem de laatste tien jaren gekend als een gedreven, spitsvondig, ludiek, creatief, ondernemend man. Een gelouterd levensgenieter. Hij liet zich graag zien bij de vrienden, correspondeerde vaak, liet zich graag vieren. Vriendschap was hét sleutelwoord.
Voor alles was Bert Peleman een man met een droom. De Vlaamse zaak dienen, liefde geven en zoeken, zijn mooie geboortestreek ontsluiten en daardoor en door zijn woord een stukje ‘liefderijk onsterfelijk’ worden.
De Scheldedichter is zacht vertrokken voor de grote vaart. De aangrijpende uitvaart, die door vele honderden vrienden werd bijgewoond, vond plaats in de Carolus Borromeuskerk te Antwerpen, waar hij wekelijks tot voor zijn dood naar de artiestenmis kwam. Vooral de brief van Vlaams cultuurminister Luc Martens maakte grote indruk en werd beschouwd als een vorm van eerherstel voor een man met vele verdiensten.
Bert Peleman werd begraven naast zijn vrouw op het kleine kerkhof van Mariekerke aan de Schelde, de stroom die in zijn bloed en vezels zat, de ‘bovenaardse stroom’. ‘Laat ons, liefste, samen varen’.
[Rik van Daele]