| |
| |
| |
Reynaert op pad. Beknopt verslag
Reynaertkrantenrevue januari-mei 1995
Welk rossig beest sluipt daar door de aardbeistruiken? Zou Grimbeert de das dan toch ‘ware tale’ gesproken hebben en mogen wij aannemen dat een rouwmoedige Reynaert voortaan geen ‘vleesch, no wilt no tam’ wil eten en zijn eertijds bloeddorstige smaakpapillen streelt met de frisse sappigheid van bloedrode aardbeien? Helaas niet! Maar in Wépion, Ardens aardbeiendorp, zijn ze gewoon weg van de ‘felle’ met de rode baard. Dat vernemen we in zowat elk nummer van Wépion 2000, het tweemaandelijks orgaan van de plaatselijke V.V.V. Over het recentste nummer, een must voor verzamelaars, berichtten we in de vorige Tiecelijn. De ‘vossedolheid’ loopt echter verder. In Namen organiseerde men van 3 maart tot 3 april de tentoonstelling Le Renard au pays de Namur.
Het vergaat de vos echter niet overal zo leuk als in Wépion. In ‘Artinen, dat wilde lant’, met name in de provincies Namen en Luxemburg, kroop de hondsdolheid weer uit het vossehol. In januari werden 31 gevallen vastgesteld, waarvan veertien bij vossen (tien bij runderen, vijf bij schapen en twee bij paarden). Vaccinatiecampagnes met lokazen die vanuit vliegtuigen en helikopters werden gedropt, hadden de plaag bijna gestopt: nog twee gevallen in 1993. Tot de razernij in oktober 1994 weer de kop opstak in Florenville. Weer vaccinaties, kost: 10.000.000 ballen per jaar. Iedereen wijst de vos als hoofddader aan. De zachte winters veroorzaakten een boom in de vossepopulatie. Bovendien verloederde Reynaerts moderne nazaat tot een afvalsnuisteraar in de vuilniszakken van de mens. Hij ontvluchtte het barre woud om mee te genieten van onze overdadige consumptiemaatschappij. Moet de ‘papen van der kerke’ met ‘enen cruusstaf’, de ‘coster’ met ‘ene vane’, Lamfroyt met ‘scerper aex’, andere Abelquacs of Baves strijdend ‘om ene clote’ (van de vos nu) aanrukken om het verderfelijke dier te verdelgen? ‘Schieten op vossen, is dweilen met de kraan open’, stelt D. Criel van de Nationale Campagne Bescherming Roofdieren. Als vossen neergeschoten worden, krijgen soortgenoten meer jongen omdat er meer voedsel beschikbaar is.
Vechten tegen de bierkaai dus. Want, zo lezen wij in het damesblad Libelle (ook de Hermelines anno 1995 vermeien zich in het dierenwereldje): vossen zijn ‘overlevers’, weliswaar ‘schuw’, maar nog altijd ‘sluw’. Ze passen zich aan alle situaties aan, ook de meest penibele, kennen de mensen door en door, vermijden elke confrontatie (als je ze tegenkomt blijven ze je even gehypnotiseerd aanstaren alvorens vliegensvlug de ‘wildernisse’ of het struikgewas op te zoeken, zoals schrijver dezes onlangs kon beleven in Franzel, Aisnevallei). Volgens Libelle zijn vossen toegewijde vaders die in hun
| |
| |
burchten hun Reynaerdijnen en Rosselen met tedere zorg koesteren. En wat de hondsdolheid betreft zijn vossen, volgens de samenstellers van de natuurreeks in Libelle, niet gevaarlijk. Zeker niet in Vlaanderen, waar de ziekte niet zou voorkomen. En het Pasteurvaccin moet de rest doen. Voilà. Trouwens, die andere dolheid, de mensdolheid, is een stuk gevaarlijker. Laten wij ons verduidelijken.
In de nacht van zaterdag op zondag 7 mei maakten een aantal bullebakken amok in de Reynaertrozentuin in Belsele. De lokale dagbladen en tv-zender streken het geval breed uit. Nazaten van de door Reynaert gedupeerden? Neen, want het berebeeld kreeg felle schrammen in de flanken, Grimbeert in zijn burgerlijk plunje werd met zijn neus letterlijk in de graszoden geduwd, Tiecelijn een poot gebroken, Cuwaert baldadig losgewrikt en ontvoerd. Slechte karakters schuiven de wandaad onmiddellijk in de schoenen van de rosse schurk, want zijn beeld bleef ongedeerd. Reynaert fnuikte zijn opponenten echter met meer klasse, kreeg door zijn gewirrelwarrel van taalkrommigheden, de grim- of glimlach van iedereen, terwijl deze brutale aanslag alleen kan gepleegd zijn door ‘dorpren enten doren’, zegge lomperds en dwazen, ongelikte underdogs die hun domme dolheid driest uitrazen tegen machteloze beelden. Hopelijk worden die trieste helden ontmaskerd en worden zij in de ring gesleurd om er hun meedogenloos vonnis te aanhoren. Worden er nog boden gevonden, minder corrupt dan hun voorgangers? Nobel, laat uw gemalin verder depressies krijgen van gemiste schatkansen en beperk je niet tot loos gebrul, maar klauw! Zaakvoerder Delforge looft 100.000 BF uit voor wie een spoor van de daders vindt.
‘En nog meer hoon’ is Reynaert te beurt gevallen. Minder baldadig weliswaar, maar toch eventjes onder de gordel. ‘Reynaertroute geplagieerd’ titelt Gazet van Antwerpen; ‘Bordjes Reynaertroute zetten kwaad bloed’, roept Het Nieuwsblad; en elders: ‘Reynaert op het verkeerde pad’ (Streekkrant); ‘Reynaert bij de neus genomen’ (Het Volk); ‘Reynaert-route deugt niet’ (de Zeeuwsche De Stem). De v.z.w. Tiecelijn-Reynaert lag aan de basis. Verbrandt de v.z.w. haar eigen bouwsel, beschreven in Het land van Reynaert? Stel zijn opperste stupefactie voor wanneer hoofdredacteur Rik van Daele op 23 maart naar Daknam tufte langs de Reynaertroute, plots een zeshoekig baldadigblauw bordje ‘Reynaertroute’ zag, weg van de route, langs een ander traject. Met een zenuwschok in zijn been drukte hij roezig de rempedaal in, gierde achteruit en bleef verstomd staren op de zeshoek die in sierlijke letters de toerende zwerver kond doet dat hij zich op een Reynaertroute bevindt. Plots zapten door zijn hoofd gulpen herinneringen. De belofte van de V.V.V.-voorzitter om de route te laten bewegwijzeren, de ontmoeting in Gent met de Directeur Toerisme waar bleek dat er binnen het Euregioproject geen andere routes dan een verbindingsroute bewegwijzerd konden worden... De fietsroutes met Reynaerdiaanse namen, waarbij er geen Reynaert werd opgeno- | |
| |
men om de route uit Het land van Reynaert geen concurrentie aan te doen. Die authentieke route kan nooit bewegwijzerd worden... enzovoort.
Euregio-Scheldemond, het VCGT en de ANWB creëerden onvervaard een autoroute door Zeeuwsch-Vlaanderen en het Waasland, lapten beelden, banken en alle Reynaerttoponiemen ferm aan hun ‘professionele’ laarzen en stuurden met hun route op Vlaams grondgebied onvervaard door oninteressante oorden en gewesten waar Reynaert nog nooit een poot gezet heeft, en dit in complete onwetendheid van een boek dat ooit verschenen is, en in nog completere onwetendheid van huldigingen, inwijdingen, artikels (ook in Toerisme Oost-Vlaanderen), wandelingen, bustochten en tentoonstellingen allerlei, zegge het hele Reynaertgebeuren dat al jaren in het Waasland en Hulst spettert als vuurwerk. En zo komt het nu dat bijvoorbeeld die niets vermoedende vader, zegge ergens uit de streek van Gent, die met zijn ganse kroost ‘in enen tsinxen daghe’ (de man kent zijn klassiekers) afzakt naar het Reynaerdelijk land om er, Het land van Reynaert in de hand, zijn telgen en genote in de bedsponde, mee te leiden langs vossige wegen. De brave man verkneukelt zich dat er al bordjes hangen. Haha, dat vergemakkelijkt de zaak enorm... En weg is hij, de zeshoekjes achterna, totdat toch enige vermoedens in zijn naïef brein opborrelen. Hij grijpt naar het boek, want waar blijven nu de Reynaertstad Hulst, het landelijke Belsele en het stemmige Daknam? En wat met Boudelo, en de Reynaertbeelden in Sint-Niklaas, Rupelmonde, Destelbergen en Lochristi? Totdat de man in complete verwarring - de bengels tieren hem de oren van het lijf, en zijn vrouw: ‘Gij moest weer eens iets speciaals doen, met uw cultureel toerisme’ - de koude-ge-weet-wel krijgt en zegt: ‘Gij kunt de pot op met uwe Reynaert’. En dat palinghuis heeft hij ‘vaneigens’ ook niet gevonden.
Zand erover. We trachten te redden wat er te redden valt. Laten wij vrolijker klokken ‘luden’. Bert Peleman werd 80. E. Verstraete bracht hulde aan de dichter en animator van het Scheldetoerisme, die ten allen tijde zijn gretig oor leende aan de vele Reynaertklanken. In zijn levenstuin stoeien de schalkse vos en Tijl Uilenspiegel onvermoeibaar voort. Straks wordt hij de geëerde, begeerde en volleerde gast van de 33ste hofdag van de Reynaertraad van de Orde van de Vossestaart. Laureaten dit jaar worden de onfortuinlijke rozenkweker Wilfried Delforge en de eminente Reynaertspecialist Paul Wackers.
En nu we toch in het Rupelmondse verwijlen, verheugen wij ons meteen over de plannen van de mogelijke verrijzenis van het doodgewaande en eigenlijk ook doodgegane Reynaertmuseum. Scaldiana zou het nieuwe Mekka worden. Waar eertijds de stinkende beerputten lagen waarin Antwerpse excrementen verzameld werden, waar vervolgens het sprookjesdomein Scaldiana van Bert Peleman een onderkomen vond, waar in de jaren 70 een puinhoop lag, en enkele jaren een mooie taveerne verrees, daar laat burgervader Denert nu zijn welwillend oog vallen op dit complex. In de
| |
| |
kelder zou de nieuwe ‘haghedochte’ komen. Voorstudies schieten aan gang, kostenberekening wordt gemaakt, wachten nu maar op de heuglijke dag dat we Reynaerts nieuwe burcht aan de Schelde kunnen betreden. Nu maar hopen dat het vel van de vos niet verkocht is voor hij is geschoten.
Reynaertkring Daknam liet intussen de vreugdevuren laaien. Op 20 mei plantten zij een forse meiboom en banden koning winter weer voor een jaartje weg. De Daknamse Reynaertruiters en de reuzen Reynaert, Hermeline en koning Nobel uit Lochristi waren present. De volksdansgroep Reintje Vos uit Kemzeke danste tussen meyekoor, oude en nieuwe volksmuziek en reizende beiaard in. Een volksfeest dat dooraderd zat van Reynaerdelijke motieven, bovendien bespoeld door gulle glazen krachtige trappist.
Maar we moeten inbinden en hollen daarom van de hak op de tak in telegramstijl door kranteberichten. Van het Streuvelsjaarboek over Reynaert waarvoor de redactie van Tiecelijn, aangevuld met enkele trouwe medestanders, verantwoordelijk is. Van de internationale Reynaert-exlibriswedstrijd, eveneens een organisatie van de v.z.w. Tiecelijn. Van de cultuurhistorische en toeristische busrit langs een stuk onontgonnen Reynaertroute (de echte!) op zaterdag 3 juni. Van de derde Herman Heyse-lezing op dezelfde dag te Stekene, waar Dr. Paul Wackers zal spreken over Nederlandse en Vlaamse Reynaertbewerkingen voor de jeugd. Van de Reynaertprijs in Daknam voor voordracht en van de Reynaertprijs van het Verbond van Heemkundige Kringen van Oost-Vlaanderen voor Achiel Vermeire. De onderscheiding werd op 28 mei uitgereikt te Lokeren. In die stad werd Rik van Daele benoemd als cultuurfunctionaris, onder andere bevoegd voor het tentoonstellingsbeleid. In hetzelfde artikel de korte vermelding van zijn boek Ruimte en naamgeving in Van den vos Reynaerde. En tenslotte van de nieuwe beeldengroep, ‘Als de vos de passie preekt, boer, pas op je ganzen’ van beeldhouwer Chris Ferket, die door Radio 2-Oost-Vlaanderen en Imewo zal geschonken worden aan een van de 21 Oostvlaamse steden of gemeenten die in juni deelnemen aan een wedstrijd. Gaat het beeld, dat thans te kijk staat op het domein van Electrabel op de Brusselsesteenweg te Melle, naar Destelbergen, of Waterland-Oudeman, of Lochristi, Moerbeke of Lokeren? Dit om het te houden bij gemeenten die bij het verhaal ooit betrokken werden. Maar het kan ook Assenede worden, of Wachtebeke. Gent mag niet meedoen. Zo dicht bij het hof van Nobel predikt de vos niet.
Marcel RYSSEN
P.S. Mocht iemand onder ulieden die wanhopige Gentse vader zien ronddolen tussen die Reynaertzeshoekjes, zet hem dan alstublieft op de ‘rechte strate’. Beloning een poot van Reynaert.
| |
| |
| |
Vlaanderen Reynaertland.
Met de auto, de fiets of te voet
Dat het gebied dat overeenstemt met het noordoostelijk deel van het middeleeuwse graafschap Vlaanderen, het land van Reynaert heet, is sinds de publikatie van het boek met dezelfde titel in vele delen van Vlaanderen en Nederland genoegzaam bekend. Dat toch niet iedereen dit wist op het lokale V.V.V.-kantoor van Sint-Niklaas en binnen de Regiegroep van Euregio-Scheldemond, een grensoverschrijdend samenwerkingsverband tussen de provincies Oost- en West-Vlaanderen en Zeeuwsch-Vlaanderen, was voor de v.z.w. Tiecelijn-Reynaert een verrassing. Men kan immers niet alle Wase toeristische publikaties van de laatste jaren kennen... Wellicht daarom dat een nieuwe Reynaertautoroute, een zogenaamde ‘verbindingsroute’, gecreëerd en bewegwijzerd werd, die nauwelijks met het verhaal of de latere receptie ervan te verbinden is. De nieuwe route had een andere naam verdiend. Op die manier zou er geen probleem zijn. De naam Reynaertroute vloeit echter voort uit de naam van het globale project, dat gedoopt werd als Het land van Reynaert en Uilenspiegel. Ook deze titel klinkt natuurlijk bekend in het oor.
De v.z.w. meende daarom in een eerste fase bescheiden (alleen in de lokale pers) maar kordaat te moeten reageren. Onder andere als gevolg van dit ongenoegen werd een ontmoeting georganiseerd tussen de betrokken partijen. Daaruit kwamen positieve implusen. Er blijken allerlei hoopvolle initiatieven mogelijk. Men kan alleen maar hopen dat men de historische Reynaertroute, die de toerist een cultuurhistorisch surplus biedt, een eigen identiteit en herkenning kan bieden, en dit vooral omdat de nieuwe route op bepaalde punten de niet-bewegwijzerde Reynaertroute kruist. De meest haalbare oplossing zou een bewegwijzering van de route zijn als langeafstandsfietspad. In het nazomernummer van Tiecelijn komt het vervolg van het verhaal. Op dit moment willen wij de besprekingen niet hypotheceren door ongenuanceerde uitspraken.
In elk geval krijgt de Reynaertrecreant er in Vlaanderen een nieuwe Reynaertroute bij. De route start in Zuiddorpe en loopt via Axel, Vogelwaarde, Kloosterzande, Graauw, Nieuw-Namen, Kieldrecht, Vrasene, Nieuwkerken, Sint-Niklaas, Sinaai, Lokeren, Moerbeke en Wachtebeke opnieuw naar het vertrekpunt. Wie de ware Reynaert wil ontmoeten, volgt de route in de Reynaertlandgids.
Ook per fiets kan men het Reynaertland verkennen. De V.V.V.-Waasland stippelde in samenwerking met Euregio vijf fietsroutes uit, die allen de naam dragen van een Reynaertdier: de Isegrimroute (38 km met start te Moerbeke), de Nobelroute (50 km
| |
| |
met start te Sint-Gillis-Waas), de Grimbeertroute (43 km met start te Lokeren), de Tibeertroute (49 km met start te Haasdonk) en de Canteclaerroute (42 km met start te Sinaai). De laatste route is ongetwijfeld de mooiste Wase fietsroute en de route die de recreant langs de meeste Reynaerdiaanse plekjes brengt (Stekene, Klein-Sinaai, Daknam en Belsele). Onbegrijpelijk is dan weer dat in geen van al deze plekken de Reynaerdiaanse sites worden bezocht (noch het Boudelo-monument, noch de beide Reynaertbanken in Daknam, noch de Reynaertrozentuin of de Reynaertbank in Belsele). Ook de samenstellers van deze routes lieten enkele historische monumenten, schilderachtige dorpskernen (zoals Daknam bijvoorbeeld) en sommige van de mooiste stukjes Wase natuur weg. In het toeristisch bloeiende Rupelmonde loopt zelfs geen enkele route. Ondanks punten van kritiek verdient het initiatief ook lof. Wie er deze zomer op uit wil met de fiets kan zich best één van de vijf brochures aanschaffen in een lokaal V.V.V.-kantoor. Voor 75 BF of 4 HF heeft U een prachtige vierkleurenfolder met een uitstekende kaart. Dezelfde prijs betaalt men voor de uitstekende Hulsterloo-route (37 km. met vertrekpunt in Hulst, en voorbij Hulsterlo, de Kriekeputtes, Meerdonk, Clinge en De Klinge), de route die het interessantst is voor wie zich in de Reynaerttoponymie wil verdiepen. De Nederlandse medewerkers hebben hun Reynaertstudiewerk met onderscheiding verricht.
Voor Reynaerdianen die Reynaerts sporen willen volgen is de voettocht nog altijd de meest aangename en grondige manier om een streek te verkennen. Momenteel merken de vrijwillige medewerkers van de v.z.w. Grote Routepaden bomen en palen met geelrode tekens langs het Reynaertlangeafstandswandelpad uit Het land van Reynaert. Goede speurders kunnen binnenkort van Hulst tot Rupelmonde Reynaert achterna. Als het volledige traject bewegwijzerd is, wordt begonnen met het schrijven van een nieuwe GR-gids.
Zo zal het volgende toeristische seizoen geheel in het teken van Reynaert staan. De gedeputeerde van Zeeland stelde na het zien van de voordrachten over Uilenspiegel (door P. Visscher en M. Maton) en Reynaert (door R. van Daele) bij de persvoorstelling van het Euregio-project dat de keuze van deze twee figuren als cultuurdragers een uitstekende keuze was die ook voor de regio's nieuwe perspectieven biedt.
Wij willen dit beamen en de wens uitspreken dat het project ook in de diepte gestalte krijgt. De v.z.w. Tiecelijn-Reynaert wil op een constructieve wijze aan de uitbouw van een dergelijk project als raadgever meewerken. Wij vermoeden dat ook de collega's van de Reynaertstichting in Hulst, de Reinaertraad in Rupelmonde en Uylenspiegel's Kring een eventuele samenwerking met inzet en voldoening zullen steunen.
Rik VAN DAELE |
|