Streuvelsjaarboek over Reynaert
In 1907 publiceerde Stijn Streuvels te Amsterdam bij de ‘Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur’ door G. Schreuders voor het eerst een versie van Reinaert de Vos, die hij voordien deels in afleveringen had gepubliceerd in de NRC. Vanaf dan zou Streuvels de Reynaert niet meer loslaten en zou hij vier verschillende versies schrijven, uitgegeven in meer dan een dozijn edities. De laatste verscheen in 1969 bij Desclée De Brouwer te Brugge. Postuum werd het werk nogmaals heruitgegeven in de Omnibus Schelmenromans. Stijn Streuvels - Miguel de Cervantes - Nicolaas Heinsius (Brussel, D.A.P. Reinaert Uitgaven 1973, p. 7-176). De bibliografie van de Streuvels-Reynaerden van R. Roemans en H. van Assche geeft een goed maar onvolledig overzicht van het Reynaert-oeuvre van de Vlaamse romancier en ook in de bibliografie van J. Goossens worden de werken opgesomd. Meer dan bibliografisch geïnventariseerd is er bij Streuvels' Reynaerdiana niet. De redenen daarvoor zijn legio: de figuur van Streuvels was - ten onrechte - een tijdje uit de mode, de Reynaert-arbeid van de meester werd binnen zijn oeuvre door de critici nauwelijks au sérieux genomen, de Streuvelsbibliografie is zeer onvolledig wat de moeilijk vindbare secundaire studies betreft en het Streuvelsarchief is nauwelijks ontsloten, ook al is hiermee recent begonnen. Bovendien moet het veldwerk over zijn Reynaertarbeid nog volledig begonnen worden. Pionierswerk is steeds lastig.
Begin juli 1994 werd te Kortrijk het Stijn Streuvelsgnootschap gesticht. Het wil de Streuvelsstudie stimuleren, coördineren en wetenschappelijke ruggesteun geven. Meteen na de oprichting stelde voorzitter en oprichter prof. dr. Piet Thomas aan Rik van Daele voor om in 1996 als tweede jaarboek meteen een volledig themanummer te wijden aan de Reynaerden. De uitnodiging werd aanvaard door de Tiecelijn-redactie, die, aangevuld met Willy Feliers, het boek zal redigeren. Inhoudelijk wordt naar teksten van ca. 10-15 pagina's gestreefd, van hoog wetenschappelijk peil, maar toch toegankelijk. Aan bod komen zeker de Streuvelsbibliografie, de illustraties van G. van de Woestijne en B.W. Wierink, Streuvels' taalgebruik en zijn bronnen.
De redactie is op zoek naar medewerkers én vooral naar mensen die Streuvelsiana bezitten. Heeft U nog losse kranteartikels, recensies, foto's, tekeningen, foto's, opdrachten van Streuvels, of andere interessante gegevens, aarzel dan niet ons te contacteren. Wanneer geopteerd wordt voor een kwalitatief boeiende en coherente bundel lijkt eind 1996 enkel haalbaar als er medewerking komt vanuit vele hoeken, vooral wat de materiaalverzameling betreft.
Wie meer gegevens wil over het nog zeer jonge genootschap kan schrijven naar: Stijn Streuvelsgenootschap, K.U.L. Campus Kortrijk, E. Sabbelaan 53 te B-8500 Kortrijk. Alvast dit: in 1995 verschijnt een eerste jaarboek met een overzicht van de Streuvelsstudie tot nu toe. Het lidmaatschap van de vereniging bedraagt jaarlijks 800 BF.
Rik VAN DAELE