Thirsis Minnewit. Deel 2, editie Weduwe Gysbert de Groot
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 148]
| |
Vertrek van Kees de Eyer-boer Ga naar voetnoot+ met de Haagse Juffrou | |
Voys: Den Mof, den Mof1.
Huysluy, Ga naar voetnoot+ wilt mijn klagt aanhooren
Die ik u hier stel ten toon,
Hoe dat ik nu ben geschooren Ga naar voetnoot+
Met myn Haagze Jufrou schoon.
O Jee, o Jee,
Ik dogt zeer klaar
Een Heer te zyn by haar,
Maar 't is mislukt, voorwaar!
O wee, o wee!
2.
Ik trouden met een Madame,
Maar 't en leed geen maand daar aan
Of Madame die moest kraame, Ga naar voetnoot+
Ik moest voor de Vader gaan. Ga naar voetnoot+
O wee, o wee,
Ik wierd gehoont,
Met hoorens braaf gekroont, Ga naar voetnoot+
Is dat niet wel getoont! Ga naar voetnoot+
O wee, o wee!
3.
Ik kreeg in 't eerst wel mooye kleeren,
Met een degen op myn gat,
Daar ik soo mee ging spanceeren, Ga naar voetnoot+
Met myn Juffrou door de Stad.
| |
[pagina 149]
| |
O wee, o wee,
Maar ziet dat zwyn
Hadze geleent voor myn
Van eenen Capiteyn.
O wee, o wee!
4.
Alle dagen, met manieren, Ga naar voetnoot+
Kreeg myn Juffrouw veel bezoek
Om met haar eens te pleyzieren
Tussen Broek en Schorteldoek. Ga naar voetnoot+
O wee, o wee:
Capiteyn, Luytenant,
Vaandrig en Sarjant,
En ik moest aan een kant. Ga naar voetnoot+
O wee, o wee!
5.
Ik en wist niet te beginnen:
Al myn goed dat was verkogt
Daar ik myn kost mee plag te winnen,
't Geld was op den bies gebragt. Ga naar voetnoot+
O wee, o wee,
Ik wist geen raad
En toen wierd ik Soldaat
In 't Leger van den Staat.
O wee, o wee!
6.
Toen moest ik den snaphaan Ga naar voetnoot+ dragen,
Juffrouw die trok mee na 't Veld,
En ik moest myn leven wagen
Voor een daalder, 't is kleyn geld.
O wee, o wee,
En juffrouw fier
Laat haar van d' Officier Ga naar voetnoot+
Gebruyken tot pleyzier,
- O wee, o wee! -
| |
[pagina 150]
| |
7.
Die hoer Ga naar voetnoot+ dagelyk omarmen.
Ik moet zwygen als een brok Ga naar voetnoot+ ,
Of zy gaan myn huyd verwarmen
Met een Rotting of een stok.
O wee, o wee!
En Kees is Vaar,
Schoon ik om 't heele jaar
Niet eens mag zoenen haar. Ga naar voetnoot+
O wee, o wee!
8.
Wel wie, drommel, sou soo leven!
't Is voor myn een groote spyt. Ga naar voetnoot+
Had ik maar een Boer gebleven!
Nu ben ik mijn goedtje quyt.
O wee, o wee!
Gy huysluy, ziet,
Spiegelt u aan 't verdriet
Dat myn steeds geschiet!
O wee, o wee!
|
|