De b-zin is onmiskenbaar onwelgevormd, om de eenvoudige reden dat er geen model te construeren valt waarin we uit een verzameling van vier gekochte boeken een deelverzameling trekken die tien gelezen boeken bevat.
Hetzelfde geldt voor het contrast (4b-5b), met een zelfstandig naamwoord dat naar een ontelbare verzameling of entiteit verwijst. (5b) is alleen waar als het geld dat uw man vergokt heeft hetzelfde geld is dat eens bezat. Dus ook hier heeft er de precieze strikte partitieve betekenis, hetgeen het predikaat ‘partitief’ rechtvaardigt.
Bennis (1977) laat zien dat het kwantitatieve er kan voorkomen in comparatiefzinnen. Dat geldt niet voor het partitieve er, getuige het volgende contrast:
(9) |
a |
Die jongens kennen meer platen dan jij er kent |
|
b |
*Die jongens kennen meer platen dan jij ervan kent |
Afgerekend moet nog worden met de gedachte dat alle gegeven voorbeelden van partitief er evenveel instanties zijn van het prepositionele er. Het partitieve er, vermeend of reëel, komt immers altijd voor in de buurt van het voorzetsel van. De welgevormdheid van de zinnen in (10), die in schril contrast staan met het zojuist besproken wanprodukt (9b), toont evenwel zonneklaar aan dat het prepositionele er, anders dan het partitieve, in comparatiefzinnen kan voorkomen.
(10) |
a |
De UB heeft meer boeken over taal dan ik erover heb |
|
b |
Jij hebt meer platen van de Cats dan ik ervan heb |
Dit verschil toont aan dat de gedachte dat partitief er en prepositioneel er twee zijden van een en dezelfde medaille zouden zijn op een misvatting moet berusten.
Tot slot: Model (1991) bespreekt in vraag C1 (p. 328) de volgende zin:
(11) |
a |
Ik heb er drie van |
De door Model op p. 430 voorgestelde analyse komt erop neer dat er in (11a) de dubbelfunctie van kwantitatief er en prepositioneel er vervult. Deze analyse kan niet correct zijn. Immers, als er hier een dubbelfunctie vervult, dan behoort de distributie van dit soort er beperkter te zijn dan die van de samenvallende soorten: de distributionele beperkingen versterken elkaar immers. Dit er zou dan slechts kunnen voorkomen in de doorsnede van de omgevingen die kwantitatief er mogelijk maken en de omgevingen die prepositioneel er toestaan. Hierboven heb ik evenwel al laten zien dat het partitieve er, anders dan het kwantitatieve, voorkomt in combinatie met NP's die naar ontelbare verzamelingen verwijzen (1b, 6b). De voorbeeldzin van Model is ook heel gemakkelijk in die richting te wijzigen. Dat wordt dan bijvoorbeeld de vlekkeloze zin
(11) |
b |
Ik heb er een liter van |