Leven als God in Frankrijk.
De oorsprong van bovenstaande zegswijze blijkt, volgens Stoett's Nederlandse Spreekwoorden, zegswijzen en uitdrukkingen en het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, niet geheel duidelijk te zijn, terwijl de betekenis ervan is: ‘een goed leven leiden, doen wat men wil’. In Stoett kan men echter ook zien, dat in sommige streken van Brabant, Limburg en het Nederlandse deel van België de uitdrukking een tegenovergestelde betekenis heeft, nl. ‘slecht ontvangen worden, niet geduld worden’, hetgeen verklaard wordt uit de omstandigheid, dat tijdens de Franse Revolutie door de belemmering van de uitoefening van de godsdienst God als het ware geen plaats meer had in Frankrijk.
Het feit nu, dat twee zo uiteenlopende betekenissen aan eenzelfde uitdrukking kunnen worden gegeven, werkt het vermoeden in de hand, dat het hier niet betreft een organische uiting van de taal, maar veeleer een zegswijze van vreemden oorsprong, die niet geheel begrepen is bij de overname in het Nederlandse taaleigen. Ziet men dan verder, dat als de oudste vorm van deze zegswijze vermeld wordt, niet ‘leven als God in Frankrijk’, maar ‘leven als de goden in Frankrijk’, dan is de veronderstelling niet onredelijk, dat de uitdrukking ‘leven als God in Frankrijk’ via ‘leven als de goden in Frankrijk’ is ontleend aan de Spaanse zegswijs ‘vivir como los Godos en Francia’. Nu is het wel een feit, dat deze uitdrukking noch in de ‘Diccionario de la Lengua espanola’ noch in de spreekwoordenverzamelingen van Correas en Rodriguez Marin voorkomt, maar niettemin moet zij toch, naar mij van bevriende zijde met jarenlange Spaanse ervaring werd medegedeeld, tot het gangbare idioom in Catalonie, Aragon en Navarra worden gerekend.
Met behulp van deze hypothese laat zich het ontstaan van de Nederlandse uitdrukking in haar beide betekenissen zeer goed begrijpen: na de vernietiging van de gothische heerschappij door de Moren in de slag van Jerez de la Frontera in het jaar 711, bleef deze in de volksherinnering voortleven als een periode van vrede en voorspoed, zoals ook blijkt uit de uitdrukking ‘en los tiempos del rey Wamba’, die ongeveer gelijk staat met ons ‘in die goede oude tijd’. Door de Nederlanders, die niet op de hoogte waren met de oude Spaanse overlevering, werd deze zegswijze niet begrepen, toen zij deze vernamen en daarom associeerden zij het voor hun vreemde ‘Godos’ met het woord ‘goden’, dat zij wel kenden. Vervolgens werden toen de ‘goden’ vervangen door ‘God’, en toen de omstandigheden dat zo meebrachten, onderging de betekenis een algehele wijziging, echter met behoud van de oorspronkelijke betekenis in die streken waar men geen last had gehad van de godsdienstvervolging tijdens de Franse Revolutie.
Hoe voor de hand liggend een dergelijke vergissing is, blijkt ook uit een brief die een bizondere correspondent van de Volkskrant uit Toledo schrijft. Hij vertelt daar de laatste woorden, die Juan de Padilla, de aanvoerder van een opstand tegen Karel de Vijfde, voor zijn executie richt tot zijn dappere stad: ‘(O, Toledo), gij kroon van Spanje, vrij sinds de tijd der goden, die nooit etc.’, waar in het Spaans natuurlijk staat ‘desde el tiempo de los godos’. - (Volkskrant, 24 November 1949).
Ten aanzien van de tijd, waarop deze zegswijze in het Nederlands in zwang is gekomen, zijn er 3 mogelijkheden.