Nu zou het een grove vereenvoudiging zijn, als men het verschil in kracht, dat wel iedereen op zal vallen, alleen weergaf met de termen heffing en daling, want er zijn meer schakeringen, die alleen experimenteel met volstrekte juistheid kunnen worden onderscheiden. Maar ook zonder instrumenten kan men, als men zichzelf rustig observeert, wel vaststellen met welke drukverschillen de klankgroepen worden geuit.
In de eerste regel van de geciteerde strophe krijgen de klankgroepen hout, vuur, boek en wijn de meeste druk en, naar mijn mening, dezelfde. Aanmerkelijk minder, maar onderling gelijke druk hebben de klankgroepen vor, en en glas, de minste druk hebben ut, un en un. Ik geef deze drukverschillen aan door respectievelijk drie streepjes, één streepje en een nul. Twee streepjes heb ik, als tussenschakering, in de volgende regels van de strophe nodig. Ik laat nu de hele strophe nog eens volgens, voorzien van de druktekens onder de klankgroepen.
Uit dit schema blijkt dat er niet kan worden gesproken van een regelmatige verdeling van de druk over de klankgroepen, terwijl er evenmin overeenstemming tussen de regels is in het aantal malen, dat eenzelfde drukschakering per regel voorkomt.
Het verschil in klankvolume van de klankgroepen loopt ten dele parallel met dat in druk, zoals men in het Nederlands kan verwachten. Het klankvolume wordt bepaald door de luidheid en de duur van de groep. De luidheid is afhankelijk van de druk en die is dus met de druktekens tevens gegeven. De duur van de groep hangt niet af van de druk; maximale druk behoeft niet samen te gaan met maximale duur. Men denke ter vergelijking aan de muziek.
De duurverschillen zonder instrumenten grofweg waar te nemen is waarschijnlijk wel voor ieder mogelijk. Iemand die in staat is de eerste regel van het citaat zo te lezen, dat deze poëtisch tot zijn recht komt, zal zonder moeite waarnemen dat de duur van hout groter is dan die van ut. Om vast te stellen hoe groot het duurverschil tussen hout en vor is, heeft men echter een fijn gehoor en maatgevoel nodig. Daar hierover zonder instrumenten niets te bewijzen valt, volsta ik met te zeggen dat die verhouding naar mijn gevoel is als 2 : 1. Zonder verder rekenschap af te leggen van mijn keuze voor iedere klankgroep afzonderlijk, geef ik hieronder in kwarten, achtsten en combinaties daarvan de notatie van de duur der klankgroepen en pauzes van de vier regels van het citaat. Ik bedoel niet er mee aan te geven dat de absolute duur van de kwarten en achtsten respectievelijk één en een halve tel is, maar wel dat de kwart twee maal zo lang is als de achtste. Wie meent dat deze notatie onjuist is, die leze de versregel maar eens tegen de notatie in. Kan hij het met lezen niet constateren, hij zinge op een geïmproviseerde wijs!