Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens
(1609)–Anoniem Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens– AuteursrechtvrijNa de wijse vanden 97. Psalm. Een Coninck is de Heer Dies moet verblijden seer.Singt met aendacht. Al die in Zion zijt,
V in den Heer verblijt,
Gheeft hem nu prijs en eere,
V God Coningh en Heere,
Al voor sijn Majesteyt,
Offert gherechticheyt,
En sijnen name goet
Seer vriendelijck en soet,
Wilt loven wijt end breyt.
2 Verciert u al te saem,
Ga naar margenoota Doet heyl'ghe cleederen aen,
Ga naar margenootb Treet in s'Heeren voorhoven,
Met dancken ende loven,
Sijn wanderen aensiet,
Ga naar margenootc Singt hem een nieuwe Liedt,
En sijn barmherticheyt,
Prijst in der eeuwicheyt,
Sijn eere vergheet niet.
3 Ghy volcken altesaem,
Maeckt groot des Heeren naem,
| |
[pagina 9]
| |
En wilt God vast aencleven,
Na sijnen wille leven,
Gaet in Ierusalem,
Hoort daer des Heeren stem,
Ga naar margenootd Comt al en valt te voet,
Voor den Heer in ootmoet,
V sonden belijdt hem.
4 Hy is een machtich God,
De Heere Zebaoth,
Ga naar margenoote Seer vriendtlijck ende goedich,
Barmhertich en lanckmoedich,
Hy vergheeft de misdaet,
En bewijst sijn ghenaedt,
Ga naar margenootf Die draghen rou end leyt,
Over al haer boosheyt,
Ende afstaen van t'quaet.
5Ga naar margenootg Die aenroepen sijn naem,
En sal hy niet versmaen,
Die na hem hertelijck vraghen,
Tot hem suchten en claghen,
werden tot al'er tijdt,
Vertroost ende verblijdt,
Ga naar margenooth Een hert verslaghen seer
Verlaet hy nemmermeer,
Dies hem ghebenedijt.
6 Met een vrolijck gheschal,
Roemt s'Heeren goetheyt al,
Ga naar margenooti En lovet hem met vreuchden.
Vercondicht sijne deuchden,
Hy is de Heere goet,
| |
[pagina 10]
| |
Die ons sonden uyt doet,
End onse ziel certeyn,
Maeckt suyver ende reyn,
Dies lovet hem met spoet.
7 Wy die hier zijn by een,
Laet ons van herten reen,
Des Heeren goetheyt prijsen,
Hem danckbaerheyt bewijsen,
Al u inwendicheyt
Des Heeren lof verbreyt,
Onsen God ende Heer,
Singhet lof prijs en eer
Nu en in eewicheyt.
|
|