Salon des variétés
(ca. 1880)–Anoniem Salon des Variétés– Auteursrechtvrij48 der meest geliefkoosde coupletten en comique scènes
[pagina 73]
| |
om heur leest En wij dan-sen zeer gra-cieus, Pol-ka, schotsch of
wals naar keus. 't Le-ven is, ge-loof mij vrij, Slechts een groo-te
8a. il Basso ad lib.
Dans-par-tij. Dit be-wijs ik u thans klaar Lui-stert maar eens
al-te-gaar.
't Jeugdig wichtje, 't lief gezichtje,
Kan pas op zijn onderdaantjes staan,
Of zijn voetjes, laat hij zoetjes,
Tripp'lend naar de maat reeds gaan.
Dansend komt dat volkje uit school,
Met een leven en een jool
Zoo in huis als op de straat,
Dat uw hooren, zien vergaat.
Dansend eten zij vol pret,
Dansen daarna naar hun bed;
Dus de mensch treedt in 't begin,
Dansende de wereld in.
Lentejaren, ach zij varen,
Ons helaas! zoo snel als rook voorbij;
Al dat zingen, dansen springen,
Maakt ons later nooit zoo blij.
Later wordt men stijf en stug,
Heeft men pijn in heup of rug
Laat het galoppeeren staan,
En wil liever zitten gaan.
Ja zelfs stil bij vrouwlief thuis,
Is 't met dansen niet meer pluis
En men danst met weinig pret,
Slechts een saaie menuet.
't Dansend zweven, biedt in 't leven,
Soms den sterv'ling een zeer treur'ge kans,
Zoo om te eten, onder zweeten,
Men naar andere pijpen dans.
Veler zaak gaat niet vooruit,
Die niet danst hier met de bruid;
Hij verdwijnt soms van de baan
En danst plots'ling naar de maan.
Maar der crediteuren stoet,
Danst daarna met minder moed,
Want zij hebben mooi het land
Zij voldoen den muziekant.
De Française en d'Anglaise,
Harmonieeren nooit recht met elkaâr,
Doch om beiden, thans te scheiden,
Is ook weer van groot gevaar.
De dansmeester te Parijs,
Regelt steeds naar eigen wijs,
De figuren voor het Bal,
In het politiek Vaux-hal.
Hij blijft tot het stijdstip schuil,
Tot hij roept: ‘Cavalier seul.’
Loopt het hier of daar in 't riet,
Roept hij plots'ling: ‘La visite.’
| |
[pagina 74]
| |
Voor de Denen, is thans henen,
Sleeswijk, Holstein en veel goed en bloed,
Dupplerschansen, zagen glansen,
Van der Denen-heldenmoed.
Maar dra leerde hen 't geweld,
Duitsche-Polka's voor hun geld,
Die men thans te dansen tracht
Bukkend voor de overmacht.
Hoe m' in Polen dansen moet,
Leerde Rusland met de knoet;
Doch het is noch steeds niet rein
Waar men danst de Varsovienne.
Vrome kwezels, rechte ezels,
Haten 't dansen als een duivelskwaad
Maar die dwazen, laat ze razen,
Zoo de dans slechts eerbaar gaat.
Koning David danste wel,
Voor de ark bij snarenspel,
Stak er dus geen kwaad in toen
Mag men 't heden ook wel doen
Zorg slechts, dat om snoodheid, list,
Men nooit danse op uw kist.
Want die dans bedoelde ik niet,
Op 't programma in mijn lied!
Bis-couplet.
Heeft u allen, wat bevallen,
't Geen ik zong van 's levens danspartij
Dat wij samen, die hier kwamen,
Lang nog blijven in de rei.
En schenkt gij mij steeds uw gunst,
Op mijn klein gebied der kunst,
Dan acht ik mij ruim voldaan,
En zal lustig voorwaarts gaan;
Tot zoolang de heele stoet,
Eens voor goed opdansen moet.
Dan is 't uit met alle pret,
En de dansers gaan naar bed!
Mr. F.C.S.
|
|