De rhynsburger leister: zingende 38 nieuwe en 13 weinig bekende zoo menuetten, airs, herders als minne-zangen; teedere en aardige vryagien; lenthe- zoomer- en morgen-zangen
(ca. 1785)–Anoniem De rhynsburger leister– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |
[pagina 2]
| |
Van myne afgematte Zinnen,
Wyl ik Chloë, wyl ik Chloë, wyl ik Chloë niet mag Minnen.
2.
Digte Boomen, Digte Boomen,
Welkers Groen
Eertyds plagt myn' Min te voên,
Als ik in uw schaduw Rusten
En myn Chloë, en myn Chloë, en myn Chloë lieflyk Kusten.
3.
Gy vermaakt my, Gy vermaakt my
Thans niet meêr:
Al u Groen, hoe jong, hoe teêr,
Is my, schoon 't de Lenthe baarden,
Zonder Chloë, zonder Chloë, zonder Chloë, niets van waarden.
4.
Zilver Beekje, Zilver Beekje,
Klaar als Glas,
Op u Jeugdig Oever-Gras,
Hoe verkwiklyk, kan het Rusten,
Buiten Chloë, buiten Chloë, buiten Chloë, my niet lusten.
5.
Ach! myn Schoone, Ach! myn Schoone,
Myn Vriendin,
Moet ik dus van uwe Min
Dan voor altoos zyn versteeken?
| |
[pagina 3]
| |
Zal ik Chloë, zal ik Chloë, zal ik Chloë nooit weêr spreeken.
6.
Ik blyf treuren, Ik blyf treuren,
Waarde Maagd,
Daar uwe Ouders Dwang u plaagd:
Maar de Tyd zal, hoop ik, geeven
Dat myn Chloë, dat myn Chloë, dat myn Chloë vry mag leeven.
|
|