Princesse Liet-boec
(2007)–Willem Reyers de Lange, Anoniem Princesse Liet-boec– Auteursrechtelijk beschermd[Helena en Menelaus] [vertaling][melodie]Helena schrijft tot Menelaus,Ga naar voetnoot875 op de Stemme /
Laet ons den Heere.
ICk Helena vol rouwe /
Schrijf ick u desen brief /
En als u eyghen vrouwe /
Mijn man / mijn heer / myn lief /
Mijn schult moet ick bekennen
Ick was qualijck bedacht /Ga naar voetnoot876
Dat ghy u hebt gaen wennenGa naar voetnoot877
Nae Troyen met u macht.Ga naar voetnoot878
Laet doch u gramschap dalenGa naar voetnoot879
Want Paris is nu doot/
Ghy dorst my niet weer halenGa naar voetnoot880
Ick sal comen in u schoot /
Haeckt dus niet na de wraecke /Ga naar voetnoot881
Laet u moet zijn ghevelt:Ga naar voetnoot882
Voorwaer hy gingh my schaken
Fortsich al met ghewelt /Ga naar voetnoot883
Denckt wat ick hier moet lyen?
| |
[pagina 52]
| |
Als daer gebleven zijn / veel mannen door het strijen
Siet toch dees bruyt seer fijn
Om u wy nu dus crijten /Ga naar voetnoot884
Dit wort voorwaer gheseydt /
Dreygen my oock te smijtenGa naar voetnoot885
Thoont u barmherticheyt.
Prince wilt u bedencken /
Mijn lieff en Heer minjootGa naar voetnoot886
Ghy gaet u volck krenckenGa naar voetnoot887
En veel Troyanen doot /
Wilt toch nae huyswaert keeren
Eer dat ghy wert doorwont /
Ick sal als Vrou van eeren
U volghen dan terstont.
Menelaus antwoort tot Helena, Op de stemme
Al waer ick halff doodt.
O Vileynich hertGa naar voetnoot888
Niet weert dat ick mijn vrouwe
U noemen sou expertGa naar voetnoot889
En ghy wilt u noch houwenGa naar voetnoot890
Eerelijck sonder flouwen /Ga naar voetnoot891
Ick seg u noch / als nu ter tijdt
Dat ghy oock zijt
Een overspeelster vol haet en nijt.
Ghy raet dat ick souGa naar voetnoot892
Gantsch na huyswaert keeren
O vileynighe Vrou
Ten is niet mijn begheeren /Ga naar voetnoot893
Wy willen sonder cesseerenGa naar voetnoot894
Achilles doot noch wreken siet:Ga naar voetnoot895
Dus comt doch niet
O valsche hoere van my doch vliet
Ghy claecht noch certeyn
Dat hy u ginck ontschaecken
Als een die was vileyn
Maer tzijn u eyghen saeckenGa naar voetnoot896
Daer Troyen om sal blaecken /
Seer vlammich dit wert u ghespeltGa naar voetnoot897
Al met ghewelt
| |
[pagina 53]
| |
Ons leet te wreken zijn wy ghestelt.
Prince.
Princesse dit wel onthout
Mijn antwoort ende schrijven
Noch salmen segghen boutGa naar voetnoot898
Deur ons Griecken bedrijven /Ga naar voetnoot899
Van die Troyaensche Wijven
Daer heeft die stadt Troyen ghestaen
Hoort mijn vermaen /
Eer sullen wy niet vertrecken gaen.
|
|