Hij begint te lezen: ‘Une cigarette’. Une cigarette! Dat is een goed idee. Het onaangename met het aangename paren. Hij diept de koker op, uit zijn binnenzak. Een nieuwe virginia. Doet het goed. Fijntjes blaast hij de rook over de thema's. Nog eventjes aanpakken en dan zit de studie er voor deze morgen weer op. Willem Keur buigt zich opnieuw over zijn boeken. Het is stil om hem heen. Alleen het bureauklokje laat haastige tikgeluidjes vallen. Half twaalf. Onmerkbaar klimt de wijzer omhoog. Vijf-en-twintig, twintig......
Plotseling een harde klap op de deur. Als een steen in stilstaand water. Wim schokt op. De deur zwaait open.
Hallo!
Hallo, amice. Neem plaats.
Het is Ido Daal die gaat zitten. Aan de andere kant van de tafel. Zo zitten ze juist tegenover elkaar. Hun blikken zoeken, ontwijken en dwalen verder. Over de tafel, de boeken, door de kamer. Wat heeft ie zijn dasje weer keurig zitten, denkt Wim wrevelig. Pietje Secuur.
Ik ben blij, dat je even gekomen bent. Ik verveelde me toch juist. Al klaar met je werk? informeert Ido.
Nee, ik zat juist aan het laatste stukje frans te zuigen.
O, ik was vanmorgen om elf uur al fertig.
Een kraan ben jij.
Willem Keurs mondhoeken wijken uiteen als bij een glimlach.
Dan staat hij op en gaat in de vensterbank zitten. Hij kijkt naar beneden in de drukke straat.
Heb je de nieuwe zaak tegenover ons al gezien? Het is een bloemenzaak. Er is een aardig meisje bij als je interesse hebt.
Nee, dank je, heel weinig. Dat laat ik aan jou over. Wat voor nieuw boek heb je daar staan?
Kijk maar.
Emil Brunner: Ons Geloof.
Hoe kom jij daar aan, verwondert Ido zich.
Ja, dat had je niet gedacht hè? Je keek mij natuurlijk voor zo'n half heidentje aan. Ik moet dit gebruiken voor de catechisatie. Nog geen letter in gelezen trouwens.
'k Zou het toch doen als ik je was. Ik ken het. Je kunt er alleen maar beter van worden.
O, merci. Ik ben kristelijk genoeg. Twee maal Zondags naar de kerk van pipa. Verleden Zondag nog reuzen gijn gehad. Hadden