vers en filosofen in de harten gewekt hadden - Voltaire, Rousseau, de Encyclopaedisten waren Beaumarchais vóór gegaan - doch op dien gedenkwaardigen dag toen de bruiloft van Figaro voor het eerst werd gespeeld, stuwden al de reeds lang opgekropte neigingen en gevoelens van velerlei aard: politiek, sociaal, zedelijk te samen en zij uitten zich hartstochtelijk, in een ware explosie, in een waanzinnig succes. Wonderlijk leven dat steeds weer de grootste tegenstrijdigheden verwezenlijkt: hoe kan een maatschappelijke klasse er toe komen de voortgang van ideeën te bespoedigen die haar dood beteekent? En dit enkel uit zucht naar iets anders, uit verachting van het heden, uit lust tot leven - hoe vreemd het ook klinken moge - want heel dit bestaan van
verwording en traditie had hen vervuld van moeheid en hun hartstocht en hun verlangen waren zoo groot dat zij niet bemerkten met vuur te spelen.
Wie was het die deze vlam aanwakkerde en zich een ongehoorde populariteit verwierf door zijn stoutmoedigheid? Een wonderlijk sinjeur, beurtelings en gelijktijdig: horlogemaker, muziekleeraar, edelman, politicus, hoveling, letterkundige en zakenman; beurtelings óók: bewonderd en veracht, bespot en gevleid, beklaagd en benijd. Hij was lenig van geest en lichaam, handig, speelsch, intrigant; een verweven natuur, gevoelig en brutaal, trotsch en sluw en vol goedheid tevens, geen beter man, geen beter zoon en echtgenoot dan hij.
Figaro is zijn copie. Beaumarchais echter overtrof zijn literaire schepping. - Hij was interessanter, rijker van geest dan deze.
Figaro vertegenwoordigt de Tiers Etat. De man vol gaven die knecht is, tegenover een sensueele dommerik die zijn meester is.
Het lot van Figaro bood overeenkomst met het lot van 't volk - zij werkten en toch bleef hun positie gering - de Graaf Almaviva, rijk geboren - wat heeft hij gedaan om zijn voorrechten te verdienen?
Zoo was 't ook met den adel, die, volgens 't woord in