Moed en avontuur
Vijfentwintig jaar was Käthy Gosschalk de drijvende kracht van een kleine dansgroep in Rotterdam. Dat zij niet geruisloos zou vertrekken stond bij voorbaat vast. Daar is zij de vrouw niet naar en dat zou ook niet passen bij haar status van verdiensten. Käthy Gosschalk besloot al een jaar voor haar afscheid in november 1999 een aan Erik Quint gedicteerd ‘persoonlijk verslag’ na te laten. Het boekwerk, Moed en avontuur getiteld, werd door het Theater Instituut Nederland met een gedegen documentatie en vele foto's uitgegeven.
Een kleine honderd pagina's had zij voor haar herinneringen nodig. Hoe objectiverend die toegevoegde choreologie, inclusief de jaarlijkse groepsamenstelling en bestuurswisselingen zeker is, het relaas van de ex-NDT-danseres en actrice is een onvervalst staaltje van subjectieve
Käthy Gosschalk (°1941).
geschiedsschrijving. Na zoveel jaren stuurmanskunst, zowel in artistieke als zakelijke zin, wilde Käthy Gosschalk ook helemaal niet haar eigen historica zijn. Ze laat zo goed als niets los over haar privé-omstandigheden of de ruim dertig jaar van haar leven voordat haar in 1975 werd gevraagd om een nieuw dansgroepje in de werkstad Rotterdam van de grond te tillen. Zij dankte die wending in haar leven aan de stuurmanskunst van haar nestoren Lucas Hoving en Corrie Hartong. Zij hadden haar namelijk inzage gegeven in een voorbereidend rapport over dit Rotterdamse initiatief, na de zachte dood van het Rotterdams Dansensemble. Käthy Gosschalk liet weinig van het voorstel heel. De twee rapporteurs begrepen dat ze de klus dus maar beter helemaal aan haar konden overlaten. Had Käthy die voor haar voeten geworpen teerling ook opgenomen als ze wist wat haar te wachten stond? Uit haar niet van cynisme gespeende verslag mag men concluderen van wel. Ze had er de noodzakelijke moed voor, maar ook het avontuur niet willen missen. Maar dat er aan moed zoveel wanhoop en aan avontuur zoveel bureaucratisch onbenul verbonden is, had ze zelfs in haar nachtmerries niet verwacht.
Käthy Gosschalk laat dit getuigschrift van haar aanhoudende geknok tegen onbegrip, onkunde en onwetendheid na als voer voor histori-