De nieuwe Oost-Indische rooze-boom: zynde voorzien met de allernieuwste liederen, die heedendaags gezongen worden
(ca. 1785)–Anoniem Nieuwe Oost-Indische rooseboom, De– Auteursrechtvrij
[pagina 89]
| |
Op een aangename Vois.De Moeder van de Goden kwam,
De Ouden altyd Min betoonden,
Aan Aarion de Oude Stam,
Haar gryze Kruin met Mirte kroonden,
Men schryft vergeefs de Bloem der Jeugd
Alleen een voorregt tot het Paaren,
Zo lang men Leeft past Minne Vreugd,
De Min ziet na geen Jaaren. bis.
Ik wist de Vrouwen in myn Tyd,
Door myn Gezigt tot Min te wekken,
Maar ach! ik ben myn kragten kwyt,
Nu myn de Grysheid komt te dekken,
Nogtans in myne Ouderdom,
Hoor ik nog na het Woord van Paaren,
Of de oude Vreugd komt weederom,
De Min ziet na geen Jaaren. bis.
'k Wierd door een Losbol uit myn Buurt,
Galant en Welgemaakt van Leeden,
Van veertien Jaaren reeds begluurt
En om myn Weer-Min aangebeeden,
Myn teeder Hert dat wierd geraakt,
Wie kan zig voor de Min bewaaren,
Wanneer de Liefde het Herte raakt,
De Min ziet na geen Jaaren. bis.
Wanneer myn een Jong Heertje groet,
Verciert met veel Bekoorlykheeden,
Ik zie door de Jeugd en Ouderdom,
Myn toegelonkt en aangebeeden,
| |
[pagina 90]
| |
Schoon myn Moeder Daagelyks zegt,
Geen Kind moet denken om te Paaren,
Eerlang te treeden in den Egt,
De Min ziet na geen Jaaren. bis.
Als ik in het Gezelschap kom,
Vertoonde myn Bekoorlykheeden,
Ik zie door de Jeugd en de Ouderdom
Myn toegelonkt en aangebeeden,
De Dogter ziet myn teeder aan,
De Moeder laat haar stuursheid vaaren,
Ja Bessie laat haar Spinnewiel staan,
De Min ziet na geen Jaaren. bis.
Orgon is reeds te hoog Bejaard,
Valerius is te los van Zinnen,
Orestes is elks agting waard,
Met regt mag Julia hem Minnen,
En ik zou kiezen tot myn Man,
Wanneer 't myn Tyd was om te Paaren,
Luzette wat zegt gy daar van,
Een Man van veertig Jaaren. bis.
De Grysaarts hebben wel Verstand,
Maar zyn jaloers en nors van Zinnen,
De Jeugd bekoorlyk en galant,
Maar onstandvastelyk in Minnen,
Wat vald het moeijelyk en zwaar,
Bevalligheid en geeft geen Paaren,
Aan iemand op de veertig Jaar,
Myn Minnaar heeft die Jaaren. bis.
|
|