Nieuwe geestelycke liedekens, tot godtvruchtig gebruyck der jonckheydt in den catechismus(1740)–Anoniem Nieuwe geestelycke liedekens, tot godtvruchtig gebruyck der jonckheydt in den catechismus– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 21. Liedeken. Medelyden in de smerte van den nieuw-geboren Saelighmaeker. Stemme: Van de Folies d'Espagne. 1.[regelnummer] GY fellen winter, wilt soet weder geven, Gy Noordtschen windt, en briescht soo rouw niet meer: Het kindt, dat gy door koude soo doet beven, Kent gy het niet? t'is uwen Godt en Heer. [pagina 34] [p. 34] Soete Lente, komt verschynen, Doet den winter-tydt verdwynen, Soete daegen keert weerom, En biedt Godt willekom. 2.[regelnummer] Het Kintjen wenscht door strenge wet te stryden, Den Vader selve scherpt dees felle kouw Het is geboren om veel smert te lyden, Maer t'hertjen weder-staet dees bitter rouw. Hoort het suchten, hoort het kermen Vader wilt uw' Soon ontfermen; Wordt syn pyne niet versoet, Met hem ick lyden moet. 3.[regelnummer] Houdt-op, soet Kindt, en wilt soo lanck niet kryten, Of geeft, dat ick by u voegh myn geween: Uw' wee, en smert, uw' traenen my verwyten, Dat ick ondanckbaer, heb een hert van steen. Hoort terwyl syn traenen leken, Ons het Kindt begint te spreken: Jae, ick ween, ick ben in druck, Maer t'is voor uw geluck. 4.[regelnummer] De liefde, daer ick mede ben verslonden, [pagina 35] [p. 35] Heeft my gedwongen hier te daelenneer: Met uw' nature, mensch, ben ick gebonden, Om u te brengen naer den Hemel weer. Hy wilt alles voor u derven, Voor u leven, voor u sterven: Waer is liefde voor dit Lot? Leeft oock, en sterft voor Godt. Vorige Volgende