Een nieuw lied: Die met den armen heeft, compassie of medelyden, en in den nood hem geeft, die nooit gebrek zal lyden
(ca. 1800)–Anoniem Een nieuw lied: Die met den armen heeft, compassie of medelyden, en in den nood hem geeft, die nooit gebrek zal lyden– Auteursrechtvrij
[pagina 3]
| |
Wys: Van het Nederland.Hoe ongelukkig is het leven,
Van het jaar zes en zeventien,
Geen pen heeft het beschreven,
Noch mensch heeft het gezien,
Het geen den armen 't meest doet treuren,
Zy zeggen het is met ons gedaan,
Erger kan ons nooit gebeuren,
Als van honger te vergaan,
2.[regelnummer]
Men hoort van het jaar 40 spreeken,
Of den tyd van het papier
Dat en kan niet zyn geleken,
Nu is alles eens zo duur,
Ryken toond dog medelyden,
Met den armen in den nood,
Het is nodig in deez' tyden,
Door de duurte al van het brood.
3.[regelnummer]
Wie kan van zyn winst tog leven,
Van een stuiver agt of tien,
Of somtyds bedrukt te weezen,
Die vier of vyf kinders zien,
Met hun ogen vol getranen,
By hun vervlauwde moeder staan,
Dat de druk die wege banen,
| |
[pagina 4]
| |
Om zamen in het graf te gaan.
4[regelnummer]
Men hoort menige Moeder klagen,
Kinders wy zullen vergaan,
En ik moet nu myn brood gaan vragen,
Dat ik nooit en heb gedaan,
En ik zal met goed betrouwen,
Gaan spreken die goede lieden aan,
Liever als ons te verstouwen,
Want God die heeft het ons voor gedaan,
5.[regelnummer]
Doet barmhartigheid o Ryken,
Die den armen ziet in nood,
Eer de menschen dog bezwyken,
Van gebrek en hongersnood,
God zal u den hemel geven,
Hy gaf u het geld en goed,
Houd de menschen dog in het leven,
Die van honger sterven moet.
6[regelnummer]
God die zal uw gebenedyen,
Al uw werken, Land en Goed,
God die zal uw ook Bevryden,
Voor alle druk en tegenspoed,
Wilt geen allemoesse sparen;
Het is nodig in deez' tyd,
En die zal nooit kwalyk varen,
Die den mensch gedagtig zyt.
|
|