Een nieuw lied(ca. 1795-1819)–Anoniem Nieuw lied, Een– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] Een nieuw lied. Op een Aangenaame Wys. 1. Meisjes als ik u moet derven, Vind ik nergens rustplaats meer, Om u moet ik daaglyks zwerven, Niets geeft myn geen vreugde meer. 2. Waar ik gaan of waar ik wandel, Zweeft uw beeld altoos voor myn, Daaglyks zien ik uwen schaduw, En des nachts droom ik by uw te zyn. 3. Zonder u kan ik niet langer leven, Zonder u kan ik niet langer zyn, Ach! hoe bedroeft moet ik op aarde wezen, Over u ly ik veel smert en pyn. 4. De eerste liefde gaat wel van harten, De tweede liefde brand zoo heet, Hoe gelukkig leeft een mensch op aarden, Die nooit van geen liefde weet. 5. Och zoete lief meent gy het trouw van harten, Dan wensch ik uwen bruid te zyn, ô Groote God verneemt tog zulke smerten, Mogt het in eeuwigheid zyn. 6. Nu moeten wy van elkander scheyden, En aju ach vaart dan eeuwig voort. En zyt gy dood wat moet ik lyden Ach wat is de droefheid groot. Vorige Volgende