Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 19
(2001)– [tijdschrift] Nieuw Letterkundig Magazijn– Auteursrechtelijk beschermdE.K. GrootesIn 1982 verscheen José Boumans catalogus Nederlandse gelegenheidsgedichten voor 1700 in de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage, in boekvorm. Het lag echter, gegeven de stormachtige ontwikkeling van de computerisering, voor de hand dat het vervolgproject, uitgevoerd door Adèle Nieuweboer, in een digitale vorm gepresenteerd zou worden. Nadat het gehele materiaal volgens een vast stramien beschreven was, heeft het echter nog jaren geduurd voordat onder verantwoordelijkheid van de Koninklijke Bibliotheek de tekstcodering voor digitaal gebruik was voltooid. Nu ligt er dan een CD-rom voor ons, met als titel Catalogue Dutch Occasional Poetry, 16th through 18th Centuries. A Genre Rediscovered, uitgebracht door IDC Publishers te Leiden.
Behalve dat het tijdsbestek is verruimd, geldt dat ook voor het aantal opgenomen verzamelingen. Naast de gelegenheidpoëzie in de KB en Meermanno (3669 respectievelijk 48 nommers) is nu ook het materiaal verwerkt van het Centraal Bureau voor Genealogie, het Gemeentearchief Amsterdam en de verzameling van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (1635 stuks) in de UB Leiden. Dat laatste bezit rechtvaardigt een aankondiging in het Nieuw Letterkundig Magazijn. De gekozen verzamelingen zijn de rijkste in het land, zodat een groot deel van de overgeleverde uitgaafjes is opengelegd. In totaal zijn hier 6610 publicaties, overwegend unica, gedetailleerd beschreven en via een reeks van zoekpaden toegankelijk gemaakt. Als potentiële gebruikers zien de makers | |
[pagina 58]
| |
uiteraard literatuurhistorici, maar ook kunsthistorici, muziekhistorici, boekhistorici en geïnteresseerden in genealogie en lokale geschiedenis. Een voorwaarde daarvoor leek me dat zorg besteed zou zijn aan de gebruiksvriendelijkheid van de CD-rom. Dat viel in eerste instantie niet mee. Ik beschouw mijzelf als een modale, of als ik eerlijk ben als een wat submodale computergebruiker, die zijn machine voornamelijk hanteert voor tekstverwerking, e-mail en af en toe wat zoekwerk op Internet. Andere CD-roms die ik bij eerdere gelegenheden erin heb gestopt, opende ik via ‘Deze computer’ en een D-drive, waarna zij mij vertelden hoe ik verder moest gaan. Bij deze werkte dat niet; ik kreeg geen toegang. Geen nood: bij het schijfje zit een gebruiksaanwijzing van twee kantjes op CD-formaat. Helaas in het Engels en onder ‘Installing the CD-ROM’ beginnend met niet dadelijk te doorgronden en zelfs wat dreigende mededelingen. De derde zin luidt: ‘The first time you use the CD-ROM you will be prompted for a directory where the user file will be stored. DB/Search Works will automatically create a new user file once you have deleted your existing user file.’ Moet ik dus beginnen met iets te ‘deleten’? Nog afgezien van het feit dat het commando ‘delete’ een gevaarlijke klank heeft voor een simpel persoon die niet het risico wil lopen iets kwijt te raken wat achteraf bewaard had moeten blijven, was het mij onduidelijk wat hier bedoeld werd. Een paar regels verder wordt echter een eenvoudig klinkende praktische aanwijzing gegeven: ‘Windows 95/Windows NT: Select Start, then Run, and type D:\ ggd.exe_/m_D:\ dbtext.tbm to start using the electronic guide.’ Ha, die Windows zit op mijn computer, dus dat moet werken. Ik moest wel bedenken dat ‘Run’ bij mij ‘Uitvoeren’ heet, maar vervolgens tikte ik het ingewikkelde commando zorgvuldig in. Resultaat een foutmelding: ‘Kan het (genoemde) bestand of onderdelen ervan niet vinden. Controleer of het pad en de bestandsnaam juist zijn en of alle benodigde bibliotheken beschikbaar zijn.’ Alle benodigde bibliotheken? Wat bedoelen ze in hemelsnaam? Gelukkig had deze digibeet iemand in zijn nabijheid met meer computerervaring. Die kwam op het idee het onder deze doodlopende aanwijzing afgebeelde Run-schermpje als startpunt te gebruiken. Dat vermeldt als openingscommando simpelweg D:gd.exe. (Dit staat trouwens ook op de voorzijde van het schijfje.) En zowaar: daar verscheen een openingspagina met een icoontje voor een Engelse en voor een Nederlandse versie en een verwijzing naar een User Guide. Het is mij dan ook niet duidelijk waarom de gebruiksaanwijzing bij de CD ook nog een afzonderlijke paragraafje ‘Starting to use the CD-ROM’ bevat met opnieuw het ingewikkelde, tweemaal in te tikken commando. Zoals gezegd werkt dat in mijn computer niet. Het moet toch mogelijk zijn een eenvoudiger en duidelijker stap-voor-stap gebruiksaanwijzing voor leken op te stellen, en dan bij voorkeur niet slechts in het Engels, maar ook in het Nederlands. Onder de keuzeknoppen voor Engels of Nederlands wordt de volgende aanwijzing gegeven: ‘For more details and a User Guide, select Help in the top menu bar from within the Search Menu, then Text-base-Specific Help for more details and a User Guide. Enter the Search Menu by clicking th e Icon above.’ Uiteraard kiezen we voor de Nederlandse versie. Er verschijnt een scherm met als kop Zoeken (kort) en vakken voor de keuze van een persoon, datum, plaats, gelegenheid, taal, alle tekstvelden van de beschrijving, en IDC gedicht no. (het laatste verwijst naar de microfiche-editie van de gelegenheidsgedichten in de KB door IDC Publishers). Door eerst het vak aan te klikken en daarna op F3 te drukken verschijnt een handig hulpschermpje met een lijst van de aanwezige namen e.d. en de frequentie van voorkomen. Het zoeken op naam vraagt soms enige flexibiliteit. Ik tikte zonder de rollijst te raadplegen onder ‘persoon’ Langendijk in, en kreeg op het scherm de ‘Gedenkzuil’ voor Van der Capellen tot den Pol, waar geen spoor van Pieter Langendijk is, alleen van een Jacob van Dijk. Pas toen ik eraan dacht de naam te herspellen tot Langendyk verscheen een lijst van 116 records. Bij de eerste kennismaking is het echter verstandiger te beginnen met het raadplegen van de genoemde Helpfunctie. Dan krijgt men eerst een beknopte, maar informatieve inleiding op het genre en op de verzamelingen, een overzicht van het project, en vervolgens instructie voor het gebruik van de catalogus op CD-rom. Overigens ondanks de | |
[pagina 59]
| |
keuze van de Nederlandse versie alles in het Engels. Dat geldt ook voor de definities van de op het zoekscherm aan te klikken knoppen. Voor de gemiddelde gebruiker is onder ‘Help’ vooral de bladzijde over de Basic Searching Techniques zeer nuttig. Het is daarbij een beetje inconsequent dat het gebruik van de knop GO om een zoekactie te starten wel wordt aangegeven onder ‘Browsing in DB/Search Works’, maar niet bij het voorafgaande ‘Searching in DB/Search Works’. Maar dit gebruik is vermoedelijk voor de meeste computeraars even vanzelfsprekend als de nergens uitgelegde term ‘Query by Example’. Voor gevorderden is er de afdeling Advanced Searching Techniques, die allerlei zoekcombinaties biedt van de in totaal 37 mogelijke velden per gedicht. Daarbij vinden we naast de al genoemde bijvoorbeeld ook trefwoorden in de titels, liederen en melodieën, soorten illustraties en namen van genootschappen. Gebruik van combinaties daarvan veronderstelt wel bekendheid met termen als ‘Boolean Searching’ en ‘Truncation’. Tot zover over wegwijzers en ingangen. Eenmaal binnen kan er naar hartenlust gegrasduind worden in de duizenden beschrijvingen, die lopen van twee uitgaafjes uit 1517 tot en met het jaar 1800. De in de titel aangekondigde 16de eeuw is overigens maar met vijf gevallen vertegenwoordigd. Het overgrote deel van de teksten is in het Nederlands, met het Latijn op de tweede plaats (861 gevallen) en het Frans op de derde (61 gevallen). Andere talen komen sporadisch voor, waaronder acht maal iets in het Fries. We lopen in dit virtuele pakhuis vol gelegenheidspoëzie wel het risico overweldigd te raken door de loutere massaliteit van de verzameling gegevens, die elk afzonderlijk slechts een zeer beperkte relevantie bezitten. Wat kan het ons schelen dat amateurdichter X een rammelend versje heeft vervaardigd bij het huwelijk van zijn al even onbeduidende nichtje Y? De literatuurhistoricus zal wel graag willen weten hoe de conventies van het epithalamium zich hebben ontwikkeld, maar 3417 beschrijvingen van huwelijksgedichten zijn daarbij een overkill. Hoe maak je die aan dit doel dienstbaar? Dan zijn de vier gelegenheidsteksten die juichen over de afwijzing van een (predikants)beroep een hanteerbaarder geval, of de negen uitgaafjes bij een kloosterintrede. Die hadden we in elk geval nooit bij elkaar kunnen leggen zonder deze inventarisatie met haar gevarieerde toegangen. Uiteraard biedt de CD-rom een ingang tot soms onbekend gelegenheidswerk van dichters die tot de geijkte objecten van onderzoek behoren, zoals Pieter Langendyk, Claas Bruin of Jan Baptista Wellekens, allen zeer productief op dit gebied. Maar het zal vooral zaak zijn onderzoeksvragen te formuleren die zonder dit hulpmiddel nooit beantwoord hadden kunnen worden. Het in de marge geproduceerde cijfermateriaal geeft in elk geval al nieuwe mogelijkheden. Hoe groot is bij de gelegenheidspoëzie het overwicht van Holland, dat immers ook in de rederijkerij en het genootschapsleven domineert? Waardoor komt Broek in Waterland vijfentwintig keer voor en Amersfoort maar twee keer? Hoe ontwikkelt zich de positie van het Latijn, of van het Frans? Welke zangwijzen waren het meest populair? Welke rol spelen genootschappen bij het produceren van gelegenheidsuitgaven? Welk inzicht is aan het materiaal te ontlenen met betrekking tot intellectuele netwerken en plaatselijke coterieën? Van dat laatste type onderzoek heeft Adèle Nieuweboer zelf al een voorproefje gegeven in haar artikel ‘Haarlems literair leven in gelegenheidsgedichten (1680-1770)’ in de bundel Haarlems Helicon uit 1993. Het is te hopen dat de aanzienlijke investering in geld maar vooral in tijd die in dit project is gestoken, vrucht zal dragen doordat het zo toegankelijk gemaakte materiaal de creativiteit van toekomstige onderzoekers blijvend zal stimuleren. |
|