Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 12
(1994)– [tijdschrift] Nieuw Letterkundig Magazijn– Auteursrechtelijk beschermdHet huwelijk van Constantijn Huygens Jr.‘Je vraagt naar de drie uitverkorenen van broer Zeelhem, maar op mijn eer, we kennen er niet één, of liever: we kennen er vijf of zes.’ Zo komt Constantijn Huygens Jr. (‘broer Zeelhem’) ter sprake in een brief die vanuit Den Haag aan Christiaan Huygens, die in Parijs verbleef, werd gezonden door zijn zuster Susanna Huygens en zijn zwager Philip Doublet.Ga naar eind1 Wie die uitverkorenen dan wel zijn, wordt verhaald in het vervolg. Doublet schrijft: ‘[...] Sant heeft hem wel in haar hart gesloten naar wat we zien en hij gaat er vaker heen dan ergens anders, maar volgens iedereen is zij de minste van alle aanbedenen die men hem toeschrijft en die hij zelf uitzoekt, zowel wat schoonheid als aards goed betreft. Die uit Delft moet Amaranthe zijn, maar die ziet hij niet zo vaak, hoewel ze heel aardig van geest en leden is en ze kan 80000 gulden meebrengen. Hij kan haar best krijgen, ze mag hem heel graag en praat vaak over hem, dat weet ik, want ik zie haar vaker dan hij, noch ik noch een ander zou aarzelen, als het tussen haar en Sant R. gaat, maar hij is eigenaardig in zijn liefdes. Hij is pas nog bij zijn dulcinea in Rotterdam geweest, wat we bij toeval hoorden. Dan gaat hij weer naar secretaris Beaumont, en elke dag bij Belletje.’ ‘Sant’ is Susanne Rijckaert, ‘Amaranthe uit Delft’ is Amaranthe van Vredenburch, de ‘dulcinea in Rotterdam’ is een ons onbekende vlam van ridder Huygens gebleven. De laatst genoemde, ‘Belletje’, is Isabella Dedel. Zij mocht zich verheugen in dagelijkse aandacht van broer Zeelhem. Zij werd zwanger van hem en in 1667 werd hun dochter Justina geboren. Getrouwd zijn zij niet. Vader Constantijn Sr. was waarschijnlijk zeer tegen een huwelijk van zijn oudste zoon met een zwangere bruid, ook al was het de dochter van zijn beste vriend Johan Dedel.Ga naar eind2 Het werd in de zomer van 1668 toch Sant. Zij, en niet de rijke Delftse Amaranthe, werd de echtgenote van Constantijn Huygens, Heer van Zeelhem.
In de eind 1992 door de Koninklijke Bibliotheek op een Londense veiling verworven verzameling manuscripten van Nederlandse schrijvers bevinden zich ook twee dossiers met betrekking tot de huwelijken van kinderen van de dichter Constantijn Huygens: één map betreft het huwelijk van Lodewijk Huygens, die op 22 maart 1674 trouwde met Jacoba Teding van Berkhout, een ander omslag bevat stukken over het huwelijk van Constantijn Jr. met Susanne Rijckaert.Ga naar eind3 Deze laatste stukken worden hier besproken. Ze blijken deels geschreven door vader Constantijn en deels door de bruidegom. Het zijn financiële papieren: een ‘Staet van Goederen die ick onderschreven bij desen ben gevende tot onderstant van't Huwelijck op heden gesloten tusschen mijn oudsten Sone Constantin Huygens ende Joffr. Susannne Rijckaert jongste dochter vanden He. Jacob Rijckaert mitsgaders | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 36]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Specificatie van soodanigen Douarie alsick gemelte Joffr. Susanne Rijckaert ben toeseggende ingevall sij gemelte mijnen sone kome te overleven.’ En een overzicht ‘Kosten bij mijn Vader gedragen ter saecke van mijn Huwelijck’. Helaas is er geen ooggetuigeverslag van dit huwelijk teruggevonden. Dat is wel het geval voor het huwelijk, acht jaar eerder, van de al genoemde Doublets. Vader Constantijn heeft toen zelf per brief vriendinnen van hem enthousiast ingelicht over de trouwpartij van zijn dochter Susanna met Philip Doublet. Over dat huwelijk zijn tussen Huygens' papieren - die als vader van de bruid natuurlijk voor de meeste kosten moest opdraaien - overigens ook meer archiefstukken bewaard gebleven.Ga naar eind4 Was het huwelijk van Constantijn misschien toch ietwat teleurstellend voor de vader? In diens dagboekaantekeningen vinden wij bij 6 augustus 1668 de vermelding dat hij het huwelijkscontract tekent met daarachter de bezorgde, aan de historieschrijver Livius ontleende wens: ‘quod bene vertat’ (moge dat goed uitvallen).Ga naar eind5 Broer Christiaan heeft het huwelijksfeest niet bijgewoond. Hij bleef in Parijs en liet zijn felicitaties overbrengen door broer Lodewijk. Dat kunnen wij opmaken uit de brief die Christiaan op 31 augustus 1668 schrijft om Lodewijk te bedanken voor zijn verslag van het huwelijk van hun broer.Ga naar eind6 Lodewijks brief is niet bewaard gebleven. Wel zijn er de officiële vermeldingen in de trouwlegger op het Haagse stadhuis en in het register van de Nieuwe Kerk.Ga naar eind7 Het enige stuk dat informatie geeft over deze trouwerij is het lijstje onkosten, dat hieronder volgt. De lijst is voor het grootste deel, tot en met 30 september, opgesteld door de bruidegom zelf, daarna is hij in de hand van vader Huygens. De optellingen kloppen niet. Waarschijnlijk heeft dat te maken met een wijziging in de bedoeling van de lijst. Constantijn Jr. is zorgvuldig begonnen met het inventariseren van de kosten van zijn huwelijk, terwijl vader Huygens later hetzelfde papier heeft gebruikt voor de boekhouding van zijn uitgaven in verband met dit huwelijk.
Kosten bij mijn Vader gedragen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onmiddellijk springt in dit rijtje getallen het grote bedrag in het oog dat Constantijn Huygens voor de ring heeft betaald. De diamant waarvan sprake is, werd waarschijnlijk door Pieter VerdijnGa naar eind8 gemonteerd. Deze ontving daarvoor 389 gulden. De ring die de bruid ten geschenke kreeg, kostte dus de helft van wat voor de hele bruiloft door Huygens moest worden betaald. Uit deze staat valt ook de Franse invloed waar te nemen - Rietbergen maakt er bij het huwelijk van Susanna Huygens melding van - die zich voortzet in de kleding en in de eet- en drinkgewoonten. Constantijn Jr. besteedt veel geld aan zijn pruik. Zelfs de bode die het haar komt brengen, wordt beloond. Voor de stof ‘point de Venise’ moest blijkbaar onderhandeld worden over de prijs. J. de la Cour krijgt ruim 290 gulden voor ‘2 Touren’, terwijl de zijdelakenkooper Van der Straten met een rekening kwam van 726 gulden. De naaister van de ‘point de Venise’ verdient er ruim 6 gulden mee. Daarnaast zijn er de Japanse rok, de brede platte kanten kraag (‘Rabat’) met afhangende kwastjes (‘aeckers’) en de manchetten met kristallen knopen. Voor het tegendiner (‘de Weerbruijloft’) wordt aan de Franse kok Du Bois ruim 325 gulden betaald. De wijnkoper J. Turnhout ontvangt voor ‘Vin de Baune’ ruim 10 gulden en voor andere geleverde wijnen nog eens 229 gulden. Er is blijkbaar behoorlijk wat afgedronken, want ook zijn collega P. de Bos dient nog een wijnrekening van meer dan 260 gulden in. De ‘fransche Cramer P. Gastet’ leverde vermoedelijk allerlei waren die van de bruiloft een passend feest maakten, een Franse bruiloft dus. Natuurlijk was er muziek bij het feest. De ‘Violons’ kosten 127 gulden en tien stuivers. Waar het feest werd gehouden, is niet duidelijk. Misschien wel in het etablissement‘ 't gouden hooft’, want de ‘hippocras’ (bruidswijn) werd daar in rekening gebracht.Ga naar eind9 De gebeurtenis werd, zoals dat hoorde, ook opgeluisterd met een bruiloftsdicht. Een half jaar na de trouwdag presenteert de Haagse drukker Christoffel Doll er de rekening van: 16 gulden en 10 stuivers. Van het gedicht is een exemplaar bewaard gebleven in de collectie van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (signatuur 1197 B 34:2, zie de illustratie). Het drukwerkje is een kwarto-katern groot, het gedicht beslaat vijf pagina's want de laatste bladzijde en de achterkant van de titelpagina zijn leeg gebleven. Op bladzijde zeven staat: ‘Hagae in Batavis XXVIII Augusti 1668. Leeuwen’. De bruiloftsdichter moet een bekende van de familie geweest zijn. Als auteur zou in aanmerking kunnen komen Diederik van Leyden van Leeuwen, extraordinaris ambassadeur, toen veertigraad en schepen van Leiden, met wie de familie Huygens vriendschappelijke contacten onderhield.Ga naar eind10 Als hij inderdaad de auteur is, dan zou het puntdichtje dat vader Constantijn op 10 augustus 1668 aan het papier toevertrouwde misschien wel door dit maakwerk van Dirk van Leeuwen zijn ingegeven: Dircks dichten
Dirck heeft sijn werck aen een gelijmt
Met lamme, tamme, klamme woorden;
'T is 'tsotse Boeck dat ick oijt hoorden,
En evenwel niet ongerijmt.Ga naar eind11
Ad Leerintveld |
|