typisch kenmerk van iederen middenstander’, hij haat den middenstander, maar ook in zich zelf, de schijnbeschaving, ook in zich zelf, want terecht zei hij, dat we allen ons deel hebben aan de schijncultuur, die de moderne techniek over ons uitgiet, hij haatte de halfzachtheid en de poze der stichtelijkheid, deze domineeszoon. Terecht sprak Du Perron van Ter Braaks moedige, onmeedoogend klare wanhoop. In andere tijden ware Ter Braak wellicht 'n aestheet geworden, nu gaf desilluzie hem 'n gevaarlijk mes in handen, waarmee hij de Schoonheid te lijf ging, maar de schoonheid ontwapende hem, die zich koud en cynisch voordeed, wijl hij zich de wereld eenmaal anders had voorgesteld. Na 'n mislukte roman nam hij uitstekend revanche met Dr. Dumay verliest, dat zijn berustende humor hem ingaf, en ondanks dat humor ten onzent schaarsch is, werd zijn boek geen best seller. Dat zijn de boeken die in Forum uitkwamen allerminst, best sellers, ook niet die van Vestdijk, ook 'n nonconformist, die zeer minutieus en spits bizondere zielen beschrijft. Wel is er altoos iets autobiografisch' in 't Forumproza, dat zelfs voor 'n deel uit Gide'aansche carnets en pages de journal bestaat, maar zulks lijkt me nog te prefereeren boven de misteekende ‘objectiviteit’ onzer hedendaagsche Van Mauriks en Cremers.
In poeticis hebben Vestdijk en Greshoff school gemaakt. In Forum verschenen echter verzen, die geen enkel ander tijdschrift zou plaatsen, de argwaan tegen de verfijning maakte 't blad tot 'n asyl van haard- en borreldichters die van versificatie niet 't minst idee hadden, er was geen selectie. Door deze epigonen werden De Génestet noch De Schoolmeester overtroffen. De suprematie van 't persoonlijk proza bracht 'n geringschatting van 't vers teweeg, die we voorloopig wel niet te boven zullen komen. Maar in 't vers bracht zij de satyre en ik zou hier graag willen wijzen op een zeer duidelijke winst der Forumbeweging, nl. op den dichter Van Hattum die in zijn scherpe en ‘geserreerde’ (ziehier 'n Forumcliché!), in zijn bondige manier iets vrij nieuws heeft gebracht, dat aan den Heine der Letzte Gedichte doet denken en aan Vestdijk, waarmee hij verwant is, doch waarvan hij onafhankelijk is gebleven. Laat ik eindigen met een proeve van zijn satyrisch, maar toch gevoelig talent, dat men binnenkort tenvolle zal kunnen waardeeren, wijl bij Nijgh en Van Ditmar 'n bundel verschijnt.