Niet wat scheidt, maar wat ons verenigt
‘Vele facetten van het gewone leven, zoals het zich feitelijk voltrekt zijn aan onze ogen voorbijgetrokken. Het is een eenzijdig beeld, maar bij de overmaat van negatieve kanten die we ook dagelijks zien is het goed
De eregasten; de heer F. Lepage, eerste voorzitter van de Raad van State van Belgie; de heer H. Lammers, vertegenwoordiger van de minister en van de staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk in Nederland; senator Robert Vandekerckhove, tevens voorzitter van de Cultuurraad voor de Nederlandse cultuurgemeenschap te Brussel; mr G. van der Flier, secretaris-generaal van het Nederlandse ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening; mevrouw Jordaan; prof. dr. G.J. Jordaan, cultureel attaché van de ambassade van Zuid-Afrika, dr. P. de Mûelenaere, cultureel attaché van de ambassade van Belgie en dr. Luc Raemaekers, directeur-generaal van de Belgische Senaat.
vanmiddag uitsluitend stil te staan bij positieve inspanningen.
De verscheidenheid van organisaties, personen en van verschillen in activiteiten die voor het voetlicht zijn gekomen, zijn groot; om een bekend slagwoord na te zeggen: ‘Het is uit het leven gegrepen’. Maar het is slechts een greep, zij het een heel goede, aldus dr. Van den Berge in zijn slotwoord. ‘Het is maar een zwakke afspiegeling van wat zich ononderbroken in het gewone leven van de gemeenschap, met zijn talloze verbanden, organisaties, positieve en negatieve uitingen, voltrekt’.
Dr. Van den Berge herinnerde in dit verband aan wat de Noord-Nederlandse staatsman Johan de Wit in zijn verhandeling, zijn bekende Deductie, schreef. De Wit heeft er ons op gewezen, hoe dat gevarieerde gebeuren op het grondvlak van de volksgemeenschap juist het zeer belangrijke element uitmaakt, dat een geestelijke samenhang teweegbrengt, die het bindend bezit van een volk is. ‘Door al die bindingen’, zo zegt hij, ‘door al die compagnieën, broederschappen, belangen, overleg en gewoonten is het dat die delen van de gemeenschap zo aan elkaar zijn gehecht, ja door elkaar geknoopt en vervlochten, dat het bijna onmogelijk is dezelve, buiten ongewoon geweld, van elkaar te scheuren’. Inderdaad, vervolgde dr. Van den Berge, boven de verschillen van inzicht en belangen zo onderstreept en toegespitst bestaat
Belangstelling voor de oorkonde, van links naar rechts mr A.W. van Nes, de componist Louis de Meester uit Gent, de voorzitter van de Visser-Neerlandiacommissie de heer J.P.M. Meuwese en dr W.H. van den Berge
die werkelijkheid van onderlinge samenhang en onderlinge band. Het is op wat ons allen verenigt en niet op wat ons scheidt, dat op het Algemeen Nederlands Verbond de volle nadruk wil leggen. Het bewustzijn van de grote waarde daarvan wil het versterken.
‘Ik meen dat dit juist ook in deze tijd noodzakelijk is. Het Verbond verdient dan ook steun van allen die dit zo zien. Het staat open voor allen, van welke levensbeschouwing, oriëntatie, politieke gezindheid of leeftijd dan ook. Overweegt of gij er bij behoort’.
Eerder had de algemeen voorzitter zijn dank betuigd aan de leden van de Visser-Neerlandiacommissie. ‘Het bestuur zou zijn taak bij de uitvoering van het testament van mr. Visser niet op verantwoorde wijze kunnen vervullen en aan de waarde van de prijzen zou afbreuk worden gedaan indien het Uw arbeid in deze zaak zou moeten ontberen. De ervaring en wijsheid, die in de Visser-Neerlandiacommissie is samengebracht, heeft er dan ook toe geleid dat zonder uitzondering de uitgebrachte adviezen steeds zijn gevolgd’. Tevens bracht de heer Van den Berge dank aan de directeur en het personeel van het Verbondsbureau voor de voorbereidende werkzaamheden.
Na afloop werd de prijswinnaars, de genodigden en de overige belangstellenden een receptie aangeboden.
G.G.
De heer Koote verblijdt Max Tailleur met de prijs voor de Stichting Beter met Max ‘In de toekenning van deze prijs ligt ook het eerbetoon aan U besloten’, aldus de heer Koote.