te weten dat, waar eenige jaren geleden betrekkelijk weinig in 't land geboren blanken bij de mijnen van 't land werkzaam waren, heden meer dan 10.000 Zuid-Afrikaners er hun bestaan in verdienen of 32% van 't totaal der blanke werklieden. Er is geen reden, waarom Zuid-Afrikaners in de toekomst er niet een nog grooter aandeel van zullen uitmaken, indien zij zulks begeeren. Ten einde dit te bereiken heeft de Regeering een school geopend voor jonge mijnbeambten op een gedeelte van de Wolhuter Mijn, alwaar 50 leerlingen onderwezen worden in elken tak van 't practische mijnwezen. In 't verleden heeft 't moeite gekost om candidaten voor de school te krijgen, maar het is te hopen, dat Zuid-Afrikaners in de toekomst haar meer van harte zullen steunen, voornamelijk daar de gevaren van longtering in de goudmijnen spoedig overkomen zullen worden, door het nieuwe proces om het aanwezig zijn van stof onder den grond te voorkomen.
Gedurende 1911 betaalden de goudmijnen niet minder dan £ 14.000.000 aan loonen en salarissen en besteedden meer dan £ 11.500.000 voor machines en winkels. De waarde van alle werktuigen van de Transvaalsche goudmijnen bedraagt meer dan £ 28.200.000, waarvan de Rand geschat wordt £ 28.000.000 te bevatten, vertegenwoordigende een Paardenkracht van meer dan 566.000.
Uit bovenstaande cijfers blijkt, waarom de goudmijn-industrie van zulk een rechtstreeks belang voor de geheele Unie is.
De meer dan 50 mijlen geographisch genaamde Witwatersrand, en in spoorweg- en andere documenten beschreven als ‘de vergelijkende oppervlakte’ (competitive area) vormen heden de groote centrale economische factor in Zuid-Afrika.
Geen verwijzing naar den Rand is volledig, zonder verwijzing naar zijn geologisch karakter en naar het toekomstige leven der nijverheid.
De regelmatigheid van de hoofdreef-series is een geologisch feit, eenig in zijn soort; toch zijn van het standpunt van een mijnwerker gezien, de verschillende secties van de reef ten zeerste gevarieërd in het goud dat zij bevatten. Het publiek in het algemeen heeft vroeger overmatig gewicht gehecht aan de geologische regelmatigheid van de Witwaterrandsche lagen, terwijl de pessimisten hun hoofden schudden over de verschillende waarden die gevonden worden in de secties gelegen tusschen Springs- en Randfontein. Het blijft een feit, dat toegegeven voor dijken, afbrekingen en al die veranderingen en kansen, waaraan minerale gronden langs hun oppervlakte en in de diepte onderhevig zijn, toch de regelmatigheid van het goudgehalte in de Rand een ongeëvenaard kenmerk is van haar soort in de geheele wereld.
Met betrekking tot de toekomstige voortbrenging van den Witwatersrand zal niemand verlangen er een leerstelling van te maken, maar terwijl enkele van de mijnen waarvan de aardlaag bloot ligt gedurende de eerste jaren gesloten zullen worden, zijn er eenige groote problemen, en hoofdzakelijk aan den Oost Rand, die geleidelijk tot trapsgewijzen vooruitgang komen, en indien enkele van de rijkere mijnen, waarvan de aardlaag bloot ligt in den Centralen Rand in enkele jaren ophouden voort te brengen, dan mag er aangenomen worden, dat voor een ander tiental jaren, de groote voortbrengers de ballans zullen handhaven, en zelfs eenigszins de cijfers voor 1912 zullen overtreffen.
Het jaar 1911 toonde een vermeerdering aan in de gemiddelde werkkosten van 10 penny per ton en een val in den grond van 5 penny.
De laatstgenoemde strekking is onvermijdelijk, daar groote blokken van lagere goud-erts ontgonnen worden, en het een strijd in de toekomst zal wezen om de arbeidskosten voldoende ver beneden het geleidelijke herstel in afvalling per ton te houden. De produceerder die angstig is voor toekomstige markten voor zijn industrie, behoeft geen vrees te hebben, dat gedurende zijn tijd er eenige ernstige vermindering in de eischen van den Witwatersrand zullen zijn.
Niet alleen is Zuid-Afrika zeer gelukkig geweest in 't karakter van zijn grooter goud-deposito, maar in dezen onmiddellijken omtrek heeft 't een inkomen van bijna gelijke waarde in den vorm van de uitgestrekte koolvelden van de Witbank, welke door een gelukkigen samenloop van omstandigheden gezegend wordt door een afwezigheid van gevaarlijke vuurdampen. Zij heeft eveneens goede laagjes, gelegen op ondiepe en gemakkelijk te bewerken diepten.
Door de onmiddellijke nabijheid van de Springs kool-oppervlakte, welke 15% van de Transvaalsche opbrengst levert en van de Witbanksche koolvelden, welke 76% bijdragen, is het mogelijk de arbeidskosten aan den Rand te verminderen, welke een van de eigenaardigheden voor de ontwikkeling van de laatste 10 jaren geweest is.
Op de goud-industrie volgt in belangrijkheid de diamanten-nijverheid, welke begon in Kimberley in 1871 en in 1911 meer dan £ 8.700.000 aan diamanten heeft opgeleverd, een cijfer, dat waarschijnlijk voor 1912 aanmerkelijk overschaduwd zal worden.
De diamant-mijnen van Zuid-Afrika zijn tamelijk gelijk verdeeld tusschen de welbekende en thans historische mijnen van 't Kimberley district, 't eigendom van de groote De Beer's Maatschappij, de meer verspreide maar toch belangrijke mijnen van den Vrijstaat, met inbegrip van Jagersfontein, Koppigfontein en Voorspoed en de Premier Mijn nabij Pretoria in de Transvaal, welke de grootste, ofschoon niet de rijkste mijn in de wereld is.
De opbrengst dezer mijnen mag gesteld worden op £ 1.500.000 per jaar voor de drie Vrijstaatmijnen en voor de Premier, en op bijna £ 5.000.000 voor de De Beer's mijnen. Daarbij moet gevoegd worden ruim £ 700.000 voor de alluviale delverijen aan de Boven en Beneden Vaalrivieren.
In salarissen en loonen betalen de diamant-mijnen aanmerkelijk meer dan £ 2.500.000 per jaar aan ruim 4500 blanken en niet minder dan 35.000 kleurlingen, terwijl zij per jaar voor winkels en machineriën £ 1.500.000 besteden.
Op de diamant-nijverheid volgen in belangrijkheid de kolenmijnen met een gezamenlijke opbrengst gedurende 1911 van ruim 7.500.000 ton, geschat op bijna £ 2.000.000. Daaraan draagt de Transvaal bij meer dan 4.300.000 ton, Natal met de welbekende kolenvelden, loopende over een afstand van 70 mijl ten Noord-Westen en Zuid-Westen van Dundee, meer dan 2.500.000 ton.
Het is van belang hier op te merken, dat men het te danken heeft aan de voorwaarden waaronder de Transvaalsche kool-nijverheid gedreven wordt, dat de waarde aan de opening der diepte van de Transvaalkool 4/6 sh. was bij het einde van 1911, tegenover 5/5 in Natal, 5/7 in den Vrijstaat, waar slechts een betrekkelijk kleine opbrengst is, en 11/- in de Kaapkolonie.
Gedurende 't laatste jaar werden bijna 1.500.000 ton kolen bestemd voor den handel in 't kolenruim, waarvan 't grootste gedeelte naar Durban ging, terwijl meer dan 82.000 ton uitgevoerd werden naar Straits Settlement, naar Oost-Afrikaansche havens en naar Indië en Ceylon. Daar de handel in kolen uit 't kolenruim waarschijnlijk zich zal uitbreiden, voornamelijk wanneer schikkingen gemaakt kunnen voor grooter verzending naar de kust, zal de uitvoerhandel naar 't Oosten eenigen tijd moeten strijden tegen de prijzen van Indische en andere kolen, en het schijnt, dat een korting op de spoorvrachten voor kolenverzending over zee, eventueel Zuid-Afrikaansche kolen, zal helpen om de vereischte voordeelen te verkrijgen.
Een ander eigenaardig kenmerk van de kolennijverheid is de vermeerdering in de voortgebrachte