Notulen van de grondvergadering van 12 januari 1991
Aanwezig: P. Altena, K. Bostoen, J. Bruggeman, K. Eijkhout, J.-K. Gevers, E. Groenenboom-Draai, W. Hendrikx, R. Hoogma (notuliste), J. de Kruys, J. Leenes, G. Maréchal (voorzitter), M. de Niet, A. Nieuweboer, J. Parmentier, B. Sierman, S. Stel-v. Staalduinen, D. v.d. Toorn, P. Turk, M. de Vries, W.v. Wageningen-Wisse, F. Wetzels.
Bericht van verhindering is ontvangen van: A. Bossers, M. Geesink, C. Hamans, A. Hanou, S. Lammers, J. Roos, R. Tempelaars, R.v. Vliet, H. Verstraate.
Plaats: Doopsgezinde kerk, Singel 452, Amsterdam
1. | De voorzitter opent de vergadering om 11.00 uur. Door omstandigheden kan mevrouw Berkvens-Stevelinck pas later op de dag aanwezig zijn. Enkele agendapunten worden daarom in gewijzigde volgorde behandeld. |
| |
2. | Lezing uit Den Amsterdamschen Hermes deel 1, nr. 20, p. 160. |
| |
3. | Aanstelling kascommissie: K. Bostoen en E. Groenenboom-Draai. |
| |
4. | De notulen van de vergadering van 6 jan. 1990 worden goedgekeurd. |
| |
6. | Observaties bestuursleden:
Adèle Nieuweboer: ‘Gelaagdheid in de satirische structuur van de tijdschriften van Weyerman, gedemonstreerd aan De naakte Waarheyt’
Barbara Sierman: ‘De vrouwelijke opsmuk’
Gerardine Maréchal: ‘Erotica bij Weyerman’
Riet Hoogma: ‘Campo en de computer’
Naar aanleiding van de laatste observatie ontspint zich een discussie. Velen onderschrijven de wenselijkheid van het vormen van een elektronisch corpus Weyermanteksten. Over de vraag of we door moeten gaan met het intypen van teksten zijn de meningen verdeeld. Sommigen achten het raadzaam de technische ontwikkelingen af te wachten. Het bestuur zal de mogelijkheden voor subsidie onderzoeken. J. Leenes wijst erop dat men bij het WNT al enkele jaren oude drukken inleest d.m.v. speciale apparatuur. |
| |
5. | Lezing door mw.dr. C. Berkvens-Stevelinck: ‘“Ik voltizeer als een pikeur”. J.C. Weyerman en de Franse refugiés’. |
| |
7. | Jaarverslag van de voorzitter. Het aantal vrienden/leden bedraagt op dit moment 154. De belangrijkste gebeurtenis van 1990 was ongetwijfeld de promotie van Ton Broos. Zijn proefschrift, Tussen zwart en ultramarijn. De levens van schilders beschreven door Jacob Campo Weyerman (1677-1747). Amsterdam/Atlanta, Rodopi, 1990, is inmiddels besproken in de Volkskrant en NRC Handelsblad. Het boek is verschenen als no. 1 van de Atlantis serie (redactie K.J. Bostoen en A.J. Hanou). Het ligt in de bedoeling dat ook Weyermanuitgaven een plaats zullen krijgen in deze serie teksten en studies (periode 1500-1900). Het tweede wapenfeit van dit jaar was
|