onverbiddelijk - ook ten opzichte van zijn vrienden -, anti-fascist en ondergraver van de Hollandse binnenshuisjesmentaliteit.
Over de ‘anti-Lubbes’ activiteiten van de auteur wordt langdurig uitgeweid, met een over het gehele artikel verspreid gehakketak inzake de Nederlandse middelmatigheid in flagrante tegenstelling natuurlijk met het cosmopolietendom van de Franse samenleving.
Als essayist, jawel: edelmoedig, impulsief, gepassioneerd, scrupuleus, emotioneel, romantisch, simpel.
Maar, ach arme, van Du Perron als romancier blijft niet veel over: pietluttig, mager, zonder leidende gedachte, terughoudend, zijn eigen creativiteit duchtend. Maar dat is niet voldoende: hij kan zijn ‘ik’ niet vinden, hij is niet redeloos, niet ongrijpbaar, geen mystiek gewirwar, waar zijn beeld achter zou kunnen schuilgaan.
En wat zou dat dan nog, als 't zo zou zijn?
Is de roman ‘Het land van herkomst’ een quantité négligeable? Niet waard om vertaald te worden? Een blamage? Als dat de mening van mevrouw Meyer is, kan dat toch eenvoudig en oprecht gezegd worden, in de trant van Du Perron-essayist.
Maar ik vrees, dat mevrouw zelfs nog niet voor zich zelf heeft uitgemaakt of ‘Het land van herkomst’ een roman of een autobiografie is. Toch spreekt Du Perron altijd zelf over ‘roman’ en laten de beoordelingen van zijn critici geen andere conclusie: een roman. Als roman dus mislukt, zie boven. En als autobiografie?
Natuurlijk ook, want daarvoor zijn de maatstaven - waar staan ze? In ‘Preuves’! - innerlijke tegenspraken, échecs, morele eenzaamheid. Die hoogstnoodzakelijke elementen ontbreken.
Wel een thema, anecdotes, flash-backs, maar alles wat in Stendhal - het bewonderde model - zo volop aanwezig is: verlies van herinnering, inquiétude, refoulements, dramatische spanning, vorm en reliëf, ontbreekt.
Het heeft geen zin om zo her en der opgestoken kennis over