de auteur bleek moeilijk te vangen. Het idee dat zijn gedichten vertaald zouden worden maakte hem bij voorbaat nukkig; hij gelastte zijn agent proeven van vertalingen toe te sturen voor hij een buitenlands contract zou tekenen. De eerste vertalingen die Silverstein in handen kreeg keurde hij af, de tweede ook. Geïrriteerde Duitse en Japanse uitgevers begonnen te wanhopen; de auteur zou zo lastig zijn dat je er beter niet aan kon beginnen. Silverstein had blijkbaar vrienden van alle nationaliteiten om zich heen verzameld, want hij wist precies aan te geven welke rijmen sukkelden in het Spaans of verhaspeld waren in het Hebreeuws. Zijn kritiek ging tot in de details.
Toen Wim Hazeu van Uitgeverij Fontein A light in the attic in huis haalde, besloot hij drie auteurs proefvertalingen te laten maken. Geen professionele vertalers maar dichters, die op het gebied van kinderpoëzie, liedjes en musicals in Nederland ruime bekendheid genoten: Willem Wilmink, Hans Dorrestijn en ondergetekende. Ze mochten zelf drie gedichten uit Silversteins bundel zoeken, die na vertaling ter beoordeling naar Amerika gezonden zouden worden.
Als auteur begin je aarzelend aan zo'n project: waarom zou je in de taal van een ander duiken als je zelf vol nieuwe ideeën zit? De omslagtekening van A light in the attic gaf voor mij de doorslag. Een kind met ronde, onschuldige ogen en een onmiskenbaar malicieus trekje om de mond kijkt me aan. Zijn puntig hoofd vormt een dak waarin een gezichtje naar buiten kijkt. Onmiddellijk flitste de Nederlandse titel door mijn hoofd: ‘Licht in je bovenkamer’.
Blij met deze vondst en verrukt van Silversteins humor kwamen de vertalingen van drie gedichten vlot op papier. De uitgever stuurde ze, met die van Wilmink en Dorrestijn, naar Amerika.
Veel sneller dan verwacht reageerde Silverstein met een streng, uitvoerig rapport van onze werkzaamheden. Hij wilde dat we dichter bij zijn originele tekst zouden blijven. Om te beginnen was de titel dus fout vertaald: attic betekent ‘zolder’ en niet ‘bovenkamer’. De dichter deelde verder enkele plussen en minnen uit en kwam tot de conclusie dat we, onder zijn toeziend oog, alle drie verder konden gaan.
Willem Wilmink vond in het schoolmeestergedrag van Silverstein weinig aanmoediging, maar hij wijdde zich met gevoel en aandacht aan de vertaling van bijna veertig gedichten waar onder het mooie titelgedicht, dat ‘Licht op zolder’ kwam te heten.
Hans Dorrestijn leefde zich uit in de vertaling van tweeëndertig gedichten. Het Prayer of a selfish child verliest als ‘Avondgebed van een