| |
| |
| |
literatuur-nieuws
Culturele prijs
De Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond (KNUB) heeft zijn culturele prijs, de Gouden Ganzenveer, voor 1999 toegekend aan het Letterkundig Museum in Den Haag.
Met deze prijs wil de KNUB het Letterkundig Museum eren voor de bijdrage die het levert aan het stimuleren van de belangstelling en waardering voor het literaire erfgoed, met inbegrip van kinder- en jeugdliteratuur. De prijs is op 1 december uitgereikt door de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, dr. R. van der Ploeg.
De Gouden Ganzenveer werd eerder uitgereikt aan prof. dr. J. Tinbergen, prof. dr. L. de Jong, prof. dr. Mag. E.C.F.A. Schillebecckx, dr. A. Lehning, Pierre en Simone Dubois en H.J.A. Hofland.
vf
| |
Literair tijdschrift Maatstaf
Het literaire tijdschrift Maatstaf verschijnt niet meer. Maatstaf werd in 1953 opgericht door uitgever Bert Bakker, sinds 1969 wordt het blad door de Arbeiderspers uitgegeven. Eén van de redenen om te stoppen met het blad, is dat er geen aanvullende subsidie van 25.000 gulden meer door het Nederlands Literair Produktie- en Vertalingsfonds werd verstrekt. Ook de positie van het tijdschrift ten opzichte van andere tijdschriften speelde een rol. Maatstaf was niet meer het tijdschrift waarin jonge schrijvers een literair experiment uit konden voeren, ook de frequentie speelde het blad langzaam maar zeker parten. In 1997 kwam de opdracht van de uitgever om een kwaliteitsverbetering door te voeren. Die werd vooral gezocht in het samenstellen van themanummers. Directeur Ronald Dietz merkte op dat het blad steeds meer een tijdschrift voor de fijnproever werd. Daarmee werd het moeilijk om een nieuwe doelgroep van lezers aan te boren.
Er bestaan plannen om over een jaar een nieuw tijdschrift op de markt te brengen. Dit tijdschrift zal zich vooral richten op poëzie. Omdat er een tekort aan dichtbundels is, spreekt Dietz van een gat in de markt. Ter afsluiting van Maatstaf verschijnt dit jaar een boek over de historie van het tijdschrift. De directeur noemt het ‘een zwanenzang met een mooi slotakkoord’.
ve
| |
Boekenweek 2000: het geschenk, het bal en het essay
Harry Mulisch zal voor de komende boekenweek het boekenweek-geschenk schrijven. De titel is Het theater, de brief en de waarheid. Mulisch neemt een gebeurtenis uit 1987 als uitgangspunt. In dat jaar werd het toneelstuk Het vuil, de stad en de dood van Rainer Werner Fassbinder opgevoerd. Mulisch noemt zijn verhaal niet waar of onwaar, maar ‘een eigen feit’. De boekenweek begint op 15 maart. Het boekenbal zal worden geopend door Freek de Jonge. Over het boekenbal verschijnt het boek Alle jaren feest. Hierin wordt een fotografisch verslag gedaan van het Boekenbal sinds 1946. Een tweede boek gaat over het boekenweekgeschenk in de jaren 1984-2000. Deze geschiedschrijving sluit aan op een eerder verschenen boek De vijftig boekenweekgeschenken. Het essay zal volgend jaar voor het eerst op cd-rom verschijnen. Er wordt een overzicht gegeven van het literaire leven tussen 800 v. Chr. en 300 n. Chr. Bij een besteding van minimaal ƒ 24,50 aan boeken, ontvangt de koper het boekenweekgeschenk.
ve
| |
‘Land van Herkomst’
Onder deze titel organiseert het Letterkundig Museum in Den Haag tot en met 26 maart een tentoonstelling over E. du Perron. Een exemplaar met annotaties van Het Land van Herkomst werd onlangs aan het museum geschonken.
E du Perron
| |
| |
In hetzelfde museum is onlangs een ambitieus project van start gegaan: ‘Het Archief’ en ‘Her Debuut’. In ‘Het Archief’ worden 42 debutanten uit 1999 op de voet gevolgd. Wie schrijven er, war zijn de verwachtingen van schrijvers, wat is de invloed van internet en e-mail de toekomstige thema's. In ‘Het Debuut’ zijn debutanten aan het woord. Zij zullen vier jaar lang gevolgd worden en in 2003 opnieuw verslag doen. De geselecteerde debutanten zijn: Rebecca Gomperts, Erwin Mortier, Ayatollah Musa, Hagar Peeters, Lisa de Rooy en Pauline Slot.
vf
| |
‘De band is fijn getekend’
In het Louis Couperus Museum in Den Haag is tot en met 11 juni de tentoonstelling: ‘De band is fijn gerekend’ te bezoeken. De tentoonstelling sluit aan bij de publicatie van het bock Versierde verhalen. De oorspronkelijke boekbanden van Louis Couperus' werk (1884-1925), bezorgd door prof. dr. H.T.M. van Vliet. Het werk van Couperus is tijdens zijn leven verschenen in fraaie, door gerenommeerde beeldend kunstenaars ontworpen banden. Tot de ontwerpers behoorden kunstenaars als Jan Toorop, R.N. Roland Holst, en Berlage. Vooral Couperus' belangrijkste uitgever L.J. Veen heeft kosten noch moeite gespaard om het werk van zijn beroemde auteur in bijzondere banden uit te geven (overigens lang niet altijd tot tevredenheid van Couperus, getuige zijn opmerkingen in de brieven aan de uitgever).
Omslagen die tentoongesteld worden op ‘De band is fijn getekend’.
Later dit jaar is er een tentoonstelling over Louis Couperus en Japan te zien in het museum. In 1922 maakte de schrijver een reis door Japan. Japan staat dit jaar in de belangstelling vanwege het feit dat de handelsbetrekkingen tussen Nederland en Japan 400 jaar bestaan.
Het adres van het museum is: Javastraat 17, Den Haag.
ve
| |
Themadag: ‘Ida Gerhardt en de klassieken’
Vrijdag 14 april 2000 organiseert het Nederlands Klassiek Verbond de themadag ‘Ida Gerhardt en de Klassieken’ in de Lokhorstkerk te Leiden. Ook de Faculteit der Letteren van de Universiteit Leiden en de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde zijn bij dit evenement betrokken. Het belooft een afwisselende dag te worden rond de
| |
| |
gedichten van Gerhardt, die zijn geïnspireerd door de klassieke Oudheid.
Verspreid over de dag zullen zes sprekers hun visie geven op het thema. Zij zullen dat elk doen vanuit hun eigen achtergrond. De Leidse classica Mieke Koenen zal een rede houden met de titel ‘Ida Gerhardt en de klassieke Oudheid’. J.D.F. van Halsema, hoogleraar Nederlandse taal- en letterkunde aan de VU, zal de relatie Gerhardt-Leopold belichten en R. Th. van der Paardt, specialist op het terrein van de receptie van de Oudheid in de moderne Nederlandse letterkunde, zal spreken over enkele klassieke motieven in Gerhardts gedichten. Verder zullen spreken de Gerhardt-specialist F. Berkelmans, over de bundel Sonnetten van een leraar, en Marjoleine de Vos, dichteres en redacteur NRC Handelsblad, over het thema: ‘Het aardse en het mythische bij Ida Gerhardt’. Tenslotte zal de letterkundige Willem Jan Otten spreken over de christelijk en klassiek geïnspireerde gedichten.
De sprekers zullen worden afgewisseld met muziek en declamatie. De muziek wordt verzorgd door Daan Verlaan, die speciaal voor deze gelegenheid enkele gèdichten zal toonzetren, en door andere conservatoriumstudenten. De declamatie is in handen van Anne-Marie Heyligers en Marijke Merckens, twee actrices die al eerder werk van Gerhardt op de planken hebben gezet. In de Universiteitsbibliotheek te Leiden zal een tentoonstelling rond ‘Ida Gerhardt en de Klassieken’ worden ingericht, die vanaf maart 2000 gratis toegankelijk is.
Voor kaartjes en informatie kunt u contact opnemen met Manfred Horstmanshoff, Oude Geschiedenis UL, Postbus 9515, 2300 RA Leiden, of via: IdaGerhardt@rullet.leidenuniv.nl.
gvb
| |
Agenda
Zie voor de literaire agenda van het NBLC de internetsite: http://data.nblc.nl/vandaag.html Andere interessante sites zijn te vinden via: http://www.nblc.nl/biblioweb/ind ex.html. Voor inlichtingen betreffende de agenda kan men contract opnemen met het NBLC: Jef van Gool, Frank Hockx of Dick Welsink, Postbus 43300, 2504 AH Den Haag, 070-3090310/192/175.
∙ | Dr. judit gera, hoofd van de elte (één van de universiteiten in Hongarije waar Nederlands wordt gedoceerd), is door koningin Beatrix benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau. De orde is uitgreikt vanwege de bijzondere inspanningen om de Nederlandse |
Gerrit Komrij 1990 (foto: Klaas Koppe)
| |
| |
taal en cultuur in Hongarije bij een groter publiek onder de aandacht te brengen. |
∙ | gerrit komrij zal op 8 februari 2000 het eredoctoraat van de Universiteit Leiden ontvangen. Erepromotor is Ton Anbeek, hoogleraar Moderne letterkunde aan dezelfde universiteit. |
∙ | Vanaf het jaar 2000 is er ineens een andere vorige eeuw, niet langer is de negentiende eeuw de vorige eeuw. De Stichting de negentiende eeuw wil dit najaar een groot publiek attenderen op de verworvenheden van deze bijzondere eeuw, onder de titel ‘Adieu, vorige eeuw’. Behalve grote ontdekkingen, zoals de stoommachine en de fotografie, was het ook de tijd waarin men aandacht kreeg voor de eigen geschiedenis. Programma's over Nicolaas Beets en Jacob van Lennep zijn in voorbereiding. Instituten die normaal niet toegankelijk zijn verlenen hun medewerking om collecties ten toon te laten stellen. In een boek wordt vanuit de twintigste eeuw een visie gegeven op de negentiende eeuw. Marita Mathijsen, hoogleraar negentiende-eeuwse Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, zit in de werkgroep. |
∙ | Het prins bernhard cultuurfonds is de nieuwe naam voor de Stichting Prins Bernhard Fonds. Het Anjerfonds maakt ook deel uit van het nieuwe fonds. De naamswijziging is afgelopen najaar doorgevoerd. Het Prins Bernhard Cultuurfonds heeft een budget van 31 miljoen gulden per jaar en ondersteunt daarmee circa 4000 initiatieven. Het fonds geniet bekendheid door de jaarlijkse uitreiking van de Zilveren Anjer door Prins Bernhard. |
∙ | Mevrouw dr. a. agnes sneller is benoemd tot buitengewoon hoogleraar Neerlandistiek aan de Karoli Gaspar Universiteit in Boedapest. Op 5 november heeft zij afscheid genomen van de Universiteit Leiden. |
∙ | Sinds het afgelopen najaar heeft de stichting halte literaire fragmenten in vijftien stadsbussen in Utrecht opgehangen. De stichting heeft als doelstelling: literaire fragmenten uit te delen in het openbaar vervoer. In Utrecht gaat het vooral om de bussen die naar De Uithof rijden, waar een aantal faculteiten van de Universiteit van Utrecht zijn gevestigd. Dezelfde tekstfragmenten worden tegelijkertijd uitgedeeld op flyers in bussen die rijden in Eindhoven en Haarlem. |
∙ | Het Algemeen-Nederlands Verbond stelt als uitvoerder van het testament van H.L.A. Visser een anv-visser neerlandia televisieprijs beschikbaar voor een oorspronkelijk televisiespel in de Nederlandse taal. De jury die de inzendingen zal beoordelen bestaat uit Nico Hiltrop, Hugo Meert en Michel de Sutter. Insturen van teksten kan gebeuren tot 1 april 2000 op het volgende adres: Algemeen-Nederlands Verbond, Jan van Nassaustraat 109, 2596 BS's-Gravenhage. |
∙ | Van januari tot maart 2000 wordt de overbekende romancyclus Het Bureau, van j.j. voskuil, ten tonele gebracht. Ineke Cohen bewerkte alle delen tot een stuk over het thuisleven van Maarten en Nicolien, waarin enkele ontwikkelingen in hun leven tussen 1974 en 1985 centraal staan: de werkdruk van Maarten die Nicolien steeds meer ergert en de zorgen om de moeder van Nicolien en haar overlijden. De rollen worden gespeeld door Helmert Woudenberg, Shireen Strooker en Marja Kok. De laatste voert eveneens de regie. In totaal worden meer dan vijftig voorstellingen door het hele land gegeven (inlichtingen: Grünfeld theaterproducties, 020-6260350). |
+ + + + +
∙ | Op 17 mei 1999 overleed a. van elslander (*10 september 1921 te Gent), groot kenner van de literatuur uit de late Middeleeuwen en de rederijkerstijd. Antonin Henri François Van Elslander promoveerde in 1950 op Het refrein in de Nederlanden tot 1600. In 1962 werd hij hoogleraar te Gent. Hij bezorgde tekstedities, zoals Het volksboek Vanden X esels (1946) en Den spyeghel der salicheyt van Elckerlijc (1952). Ook werkte hij mee aan de uitgave van het Verzameld werk van Herman Teirlinck (9 dln., 1955-1973) en van Cyriel Buysse (7 dln., 19741982). |
∙ | Nog geen maand na zijn afscheid als hoogleraar veranderingsprocessen in de landen van de derde wereld van de Katholieke Universiteit Nijmegen, overleed op 7 november 1999 te Doorwerth gerrit jan huizer (*Arnhem 6 april 1929). Vanaf 1958 leverde hij een aantal essayistische bijdragen aan het tijdschrift Podium. In de laatste jaargang (1969) publiceerde hij een ‘Brief uit Maracaibo’. |
∙ | Op 7 november 1999 overleed
|
| |
| |
| te Amsterdam rob nieuwenhuys (*30 juni 1908 te Semarang), de nestor van de Nederlands-Indische literatuurgeschiedenis. Zijn standaardwerk daarover, Oost-Indische spiegel, verscheen in 1972 (herdrukt in 1973 en 1978) en werd bekroond met de Jan Campert- en de Wijnandt Francken-prijs. Zijn literair debuut, onder het pseudoniem E. Breton de Nijs, vond plaats in 1954 met de roman Vergeelde portretten uit een Indisch familiealbum. Het Indië van vroeger legde Nieuwenhuys vast in enkele fotoboeken: Tempo doeloe, Baren en oudgasten, Komen en blijven en Met vreemde ogen. In 1983 kreeg hij de Constantijn Huygens-prijs en in 1984 werd hij eredoctor van de Leidse Universiteit. |
|
|