| |
| |
| |
Literatuur-nieuws
Tiele-lezingen
Onder de titel Telkens anders; veranderingen in de vormgeving van het boek organiseren de Dr. P.A. Tiele-Stichting en de vakgroep Boek-, bibliotheek- informatiewetenschap van de Universiteit van Amsterdam in het najaar de traditionele serie lunchcolleges. Sommige teksten oefenden door de eeuwen heen een grote aantrekkingskracht uit op het lezend publiek en daarmee vanzelfsprekend ook op uitgevers. Regelmatig werden nieuwe edities uitgebracht en daarbij werden vormgeving en inhoud aangepast aan de heersende smaak en opvattingen. Natuurlijk hield een uitgever bij de uitvoering ook rekening met de portemonnaie van het beoogde koperspubliek. In deze reeks dinsdag-colleges worden de veranderingen in de vormgeving van een aantal bekende en minder bekende teksten onder de loep genomen en in verband gebracht met de sociaal-economische en culturele ontwikkeling van het lezend en kopend publiek.
Het programma ziet er - onvoorziene omstandigheden voorbehouden - als volgt uit:
18 oktober
Dr. P.W.M. Wackers: Reijnardt de Kameleon;
25 oktober
Prof. dr. P. Visser: ‘De ene zijn dood is de ander zijn brood’, of hoe een doopsgezind martelaarsboek van 16o tot foliant kon uitgroeien;
1 november
Drs. G. Verhoeven: De vele gezichten van Bontekoe;
8 november
Dr. L.G. Saalmink: ‘Die vermaak heeft in het lezen’: over Van Alphens kindergedichten;
15 november
Drs. P. Dijstelberge: De geboorte en het wetenschappelijke boek.
De lezingen worden gehouden van 12.15 tot ongeveer 13.15 uur in het Auditorium van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam, Singel 425, Amsterdam. Ze zijn gratis toegankelijk voor contribuanten van de Tiele-Stichting, leden van de Werkgroep Van Huffel, studenten van de Vakgroep bbi en voor alle belangstellenden voor zover de beschikbare ruimte dat toelaat. Nadere inlichtingen: 020-525.2294 (dinsdag t/m vrijdag 9.30-17 uur) of 0546-813767 (9.30-18.00 uur; niet op dinsdag).
hannie van goinga
| |
Nieuwe historische tijdschriften
Het bijna 150 jaar oude Nederlands Historisch Genootschap is met jeugdig elan begonnen aan een nieuw tijdschrift, het nhg-Nieuws, dat als tweemaandelijkse nieuwsbrief verstuurd wordt aan de leden van het genootschap. Op pagina 1 van nummer 1 (mei 1994) wordt aangegeven wat de bedoeling is: ‘In de nieuwsbrief zullen al die aankondigingen op historisch terrein worden opgenomen waarvan mag worden aangenomen dat ze de lezers zullen interesseren, zoals nieuws over recente publikaties, eredoctoraten, prijzen, call for papers, colloquia, congressen, studiedagen, tentoonstellingen, onderzoek en loopbaanperspectief.’ Voor nadere inlichtingen en abonnementen kan men terecht bij het bureau van het nhg, Postbus 90406, 2509 LK Den Haag, 070-3140363.
Uit samenwerking tussen het Nederlands Historisch Data Archief (nhda), de Vereniging voor Geschiede-nis en Informatica (vgi) en het Instituut voor Internationale Sociale Geschiedenis (iisg) komt Historia & Informatica voort. Dit kwartaalblad vervangt de Nieuwsbrief van vgi en het nhda-Nieuws. ‘De bedoeling van dit blad is om in de vorm van een krant (qua opmaak, kopgebruik, soort papier) nieuws te brengen over het feitelijke en mogelijke gebruik van informatica (apparatuur en programmatuur) ten behoeve van historisch onderzoek en onderwijs’, aldus de hoofdredacteur op pagina 3 van jrg. 1, nummer 1 (mei 1994). ‘In het blad zal daarom steeds plaats ingeruimd worden voor een viertal rubrieken, namelijk: software en applicaties, onderzoeksprojecten en verslagen, studiebijeenkomsten en ten slotte nieuws van de betrokken organisaties en (beleids-)ontwikkelingen op historisch-informatiekundig gebied’. Het blad wordt gratis toegezonden aan vgl-leden (kosten ƒ40, - per jaar; studenten ƒ30, -). Losse abonnementen: ƒ15, - per jaar. Het redactieadres is: G.W.M. Stevens, p/a Erasmus Universiteit, Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen, postbus 1738, 3000 DR Rotterdam. Het vgi-secretariaat is bereikbaar onder nummer 020-6685866.
pjv
| |
E. du Perron Genootschap opgericht
Op 14 mei jongstleden is in Bergen N.H. het E. du Perron Genootschap opgericht. Het genootschap stelt zich ten doel de kennis ten aanzien van E. Du Perron, zowel wat betreft zijn persoon als zijn werk, te verdiepen en bij te dragen aan de waardering voor zijn blijvende literaire en maatschappelijke betekenis.
Eddy Du Perron is voornamelijk bekend van zijn activiteiten bij het tijdschrift Forum en van zijn monumentale, autobiografisch getinte roman Het land van herkomst. Velen zullen zijn naam in verband brengen met die van Menno ter Braak, Jan Greshoff, Jan Slauerhoff en Hendrik Marsman. Het werk van Du Perron (o.a. brieven, gedichten, recensies, beschouwingen over allerlei maatschappelijke en culturele kwesties, historisch onderzoek naar o.a. Multatuli en Indische letterkunde) is nog altijd zeer de moeite van het lezen waard.
Voor degene die de behoefte heeft over Du Perron en zijn werk te horen spreken door gastsprekers, of die met gelijkgestemde liefhebbers van zijn werk van gedachten wil wisselen, is er nu de mogelijkheid dat regelmatig te doen. Daarnaast geeft het Genootschap Cahier van een lezer uit, dat op onregelmatige tijden verslag doet van nieuwtjes over Du Perron en de lezingen door gastsprekers weergeeft.
| |
| |
E. du Perron
Lidmaatschap van de vereniging kost ƒ50, - per jaar, voor studenten (kopie collegekaart sturen) ƒ25, -; het (eenmalige) entreegeld bedraagt ƒ25, -, voor studenten ƒ10, -. Donateurs kunnen de vereniging steunen door een bedrag van ƒ40, - per jaar over te maken. Voor genoemde bedragen wordt men op de hoogte gehouden van verenigingsactiviteiten (lezingen, excursies, discussies) en krijgt men het Cahier van een lezer toegezonden.
Lid worden kan door het overmaken van het lidmaatschapsgeld plus het eenmalige entreegeld op gironummer 235127 t.n.v. E. du Perron Genootschap, Westzeedijk 262, Rotterdam, en door het opgeven van naam, adres, telefoonnummer kopie van collegekaart) op het secretariaatsadres van het edpg waar men ook nadere inlichtingen kan inwinnen: Kiki Hannema, Comeniuslaan 32,1412 GP Naarden, 02159-45595.
kiki hannema
| |
Zingen in een kleine taal
Onder de titel Zingen in een kleine taal organiseert het P.J. Meertens-Instituut een symposium over de positie van het Nederlands in de muziek. Het symposium beoogt een bijdrage te leveren aan de discussie over het Nederlands in internationale context. Voor de verschillende domeinen en tijdperken van de Nederlandse muziek wordt de positie van het Nederlands bestudeerd bij de taalkeuze van zangers, componisten en andere muziekproducenten alsmede van het publiek. Aan de orde komen onder meer genreconventies, verwachtingspatronen van het publiek, persoonlijke instelling van de musici en de commerciële overwegingen.
Er zijn bijdragen van Dr. J. Vos (kun) over Frits Coers en het Nederlandse lied, Drs. M. Streevelaar (uu) over Nederlandstalige opvoeringen van internationale opera's, Dr. A. Vernooij (Hogeschool voor de Kunsten, Utrecht) over Latijn of volkstaal in liturgische en devote zang, Dr. P.W. van Reijen (rug) over Volksen kunstlied in de 19e eeuw, Dr. P. Rutten (kun) over Nederlandstalige popmuziek, Dr. L.P. Grijp (pimi) over De taalkeuze in hedendaagse regionale muziek en Prof. dr. R. de Groot (uu) over De taalkeuze in de hedendaagse kunstmuziek. De sessies worden voorgezeten door Prof. dr. P. Op de Coul (uu) en Prof. dr. J. Bank.
Dit symposium, dat plaats zal vinden op donderdag 22 september 1994 in het Bethaniënklooster in Amsterdam, richt zich op een publiek van musicologen en cultuurwetenschappers, zoals letterkundigen, historici en (taal-) sociologen.
De kosten voor deze dag zijn ƒ25, - (inclusief lunch). Voor nadere informatie en inschrijving kan men zich wenden tot Drs. A.H. de Jong (020-6234698), P.J. Meertens-Instituut, Keizersgracht 569-571,1017 DR Amsterdam.
| |
Mooie woorden
Op vrijdag 23 en zaterdag 24 september wordt onder de titel Mooie woorden het jaarlijkse congres voor lezers, leeskringen en leesgenootschappen gehouden. Onder die titel zal worden gecongresseerd over ‘het volmaakte in de literatuur’, waarbij naast lezingen over het onderwerp ook discussies zullen plaats vinden. Op beide dagen wordt voorts aandacht besteed aan gesprekstechniek voor groepen, onder meer door een analyse van video-opnamen van discussies in leeskringen.
Het programma loopt van vrijdagmiddag 13.30 uur tot zaterdag 17.00 uur. Het congres wordt georganiseerd door De Literaire Salon (Mosselbank 10, 2317 MD Leiden, 071-218668). De kosten voor deelname bedragen ƒ75, - per dag (voor studenten ƒ50, -). Voor twee dagen, inclusief overnachting, diner, ontbijt en lunch, betaalt men ƒ260, - (studenten ƒ180, -). De plaats van samenkomst is De Queeste in Leusden.
gvb
| |
Nijhoff-symposium
Het jaarlijks symposium van de Jan Campert-srichring op 4 november 1994 zal dit keer - ter herdenking van de honderdste geboortedag van Martinus Nijhoff op 20 april 1894 - gewijd zijn aan De blijvende actualiteit van Martinus Nijhoff.
Wiljan van den Akker (Universiteit Utrecht) zal Nijhoffs poëzie plaatsen in de context van het werk van diens tijdgenoten. Vervolgens zal Andreas Oosthoek, Nijhoffs biograaf in hope, gesprekken voeren met enkele mensen die de dichter nog gekend hebben, onder wie Gerrit Kamphuis, de eerste bezorger van zijn werk, Wim Schulte Nordholt en de schrijver Theun de Vries, die al vroeg kritische aandacht besteedde aan Nijhoffs poëzie. Wiel Kusters (ru Limburg) zal nagaan welke sporen Nijhoff in de poëzie van de laatste paar decennia heeft nagelaten. De dichter Robert Anker, aan wie Nijhoff niet onopgemerkt is voorbijgegaan, vertelt daarna hoe hij Nijhoff in de loop van de jaren heeft gelezen. Een forumdiscussie onder leiding van Ad Zuiderent over de vraag of Nijhoff het jaar 2053 nog zal halen, sluit het gedeelte van het pro- | |
| |
gramma dat in de aula van de Koninklijke Bibliotheek plaatsvindt af. De bijeenkomst wordt voortgezet in het Letterkundig Museum waar het schoolkoor en -orkest van het Gymnasium Haganum onder leiding van Joe Raphael De kinderkruistocht (Anton Maessen, 1958) ten gehore zullen brengen.
Ter gelegenheid van het symposium zal een kleine bloemlezing met gedichten die op Nijhoff betrekking hebben verschijnen, samengesteld door Han Foppe.
Men kan deelnemen aan het symposium in Den Haag van 10.30 tot 17.00 uur door voor 20 oktober a.s. ƒ40, - over te maken (studenten o.v.v. nummer collegekaart en Vrienden van de Jan Campert-stichting ƒ20, -) op giro 536331 van de Jan Campert-stichting te Den Haag o.v.v. ‘Nijhoff’. De kosten voor de lunch en de borrel na afloop in het Letterkundig Museum zijn daarbij inbegrepen.
anton korteweg
| |
Rabelais-colloquium
Ter gelegenheid van het vijfhonderdste geboortejaar van François Rabelais wordt door de Vakgroep Frans, Rijksuniversiteit Leiden, in samenwerking met het Institut Français (Den Haag), op 1 en 2 december 1994 een internationaal colloquium georganiseerd over het thema: Editer Rabelais, hier et aujourd'hui.
Bekende specialisten zullen spreken over onder meer de volgende onderwerpen: ‘What did Rabelais really know about printing and publishing?’ (Stephen Rawles, Glasgow); achttiende-eeuwse Rabelais-drukken (Richard Cooper, Oxford); de Elzevier-drukken van Rabelais (Paul Smith, Leiden). Ook de eerste Nederlandse vertalingen en navolgingen van Rabelais komen ter sprake: Jelle Koopmans (UvA) bespreekt de spotprognosticatie Lieripe uit 1561 en Dirk Geimaert (Leiden) gaat in op het werk van de rederijker Eduard de Dene. Voorts zullen enkele recente Rabelais-edities door de tekstbezorger zelf besproken worden: Mireille Huchon (Sorbonne) zal spreken over haar uitgave van Rabelais in de ‘Bibliothèque de la Pléiade’; Marie-Luce Demonet (Clermont-Ferrand) zal een L.C.D.-presentatie geven van haar gecomputeriseerde facsimile-uitgave. Aansluitend bij dit colloquium zal er in de Universiteitsbibliotheek Leiden een tentoonstelling gehouden worden over François Rabelais 1494-1994 (december 1994).
Inlichtingen en inschrijvingen: Paul J. Smith of Marijke Ziegelaar-van Veen, Vakgroep Frans, rul, Postbus 9515, 2300 RA Leiden, 071-272169.
paul j. smith
| |
Conferentie over een misverstand
Enkele jaren geleden was er flinke opschudding over berichten in de mondiale pers dat Nederland bezig was zijn moedertaal af te schaffen. Aanleiding daartoe was een wat ongelukkige uitspraak van minister Ritzen over colleges in het Engels aan de universiteiten. Vooral in de Italiaanse pers werd dit bericht gretig overgenomen omdat het zo aardig aansloot bij een eerder misverstand, namelijk de mededeling op de achterflap van Riccardo Rizza's La lingua e la letteratura Nederlandese in Italia dat het Nederlands de moedertaal is van 20.000 mensen in plaats van 20.000.000. Om juist in Italië wat cultuurpolitiek tegengas te geven werd op 5 november 1992 in Rome een internationale conferentie georganiseerd waarvan nu de verslagen zijn gepubliceerd in het Italiaans en Nederlands: Passato e futuro della lingua Nederlandese/Verleden en toekomst van de Nederlandse taal (Roma: Istituto Olandese di Roma, 1994; 170 p.). Sprekers waren Ted Meijer (directeur van het Nederlands Instituut te Rome), Ronald Spoor (Ministerie van o&w), J.H. Meter (Universiteit van Rome), Aad Nuis (toen nog Tweede-Kamerlid), A. Beerkens (vice-president van de Antwerpse Orde van den Prince), Ricardo Rizza (universiteiten van Bologna en Pisa), Marcel Janssens (ku Leuven), Gian-franco Groppo (Universiteit van Padua), Ludo Beheydt (ku Louvainla-Neuve) en Franco Paris (vertaler).
pjv
| |
Ruim
Dit voorjaar verscheen alweer het tweede nummer van een nieuw literair tijdschrift dat zich volgens eigen programmatische uitspraken bij uitstek zal richten op ‘spiritualiteit’, een verschijnsel waarop naar men zegt een taboe zou rusten. Dat tijdschrift heet Ruim en ik citeer uit het begeleidende persbericht:
‘In onze samenleving rust een taboe op spiritualiteit. Alleen het woord al pleegt neigingen tot kotsen te wekken. Oek de Jong weet hierover mee te praten. Zijn laatste boek, dat onmiskenbaar een spirituele toon bevat, werd honend door de kritiek afgewezen. In Ruim verenigen zich dichters en schrijvers met een spirituële oriëntatie.’
Eerlijk gezegd had ik van dat taboe nog niet zoveel gemerkt, maar dat zal wel komen omdat ik niet precies weet wat men in dit verband onder spiritualiteit verstaat. Ik meende juist veel spiritualiteit in recent literair werk aan te treffen, al moet ik toegeven dat de Hare Krishna Beweging (zie nummer 2 van Ruim) daar niet direct onder viel.
Ruim ziet er schitterend uit, omvat zo'n 65 pagina's per nummer en twee nummers per jaargang. Een abonnement kost ƒ25, - per jaar en losse nummers ƒ15, -. (postgiro 658.0481 t.n.v. Ruim). De redactie van het tijdschrift berust bij Karel Wasch (hoofdredacteur), Jelle van der Meulen, Wijnand Mees, Martijn Niemeijer en Jonas van der Sloot. Het correspondentieadres is Da Costakade 8,1052 SJ Amsterdam.
gvb
| |
Bloemlezen, maar dan letterlijk
In de reeks thematische bloemlezingen die Kwadraat uitgeeft, verscheen
| |
| |
eind vorig jaar Zo simpel als een bloem met als ondertitel ‘Bloemen in de Nederlandse poëzie’. Chris Matthijsse en Annemieke Rijneke kozen uit de poëzie van Gorter tot Oerlemans gedichten over azalea's, rozen, vergeetmijnietjes, tulpen, kortom een complete botanische tuin. De gedichten zijn alfabetisch op auteursnaam gerangschikt.
Veel moeite zullen de bloemlezers niet hebben hoeven doen om gedichten over bloemen te vinden. Het wemelt van de poëzie waarin bloemen of bloemennamen voorkomen. Veel moeite hebben ze zich überhaupt niet getroost, want alleen al die ordening op auteursnamen is kiezen voor de gemakkelijkste weg. Kennelijk hebben de bloemlezers zich ook geen vragen gesteld over de inhoud van de gekozen gedichten. Alleen het voorkomen van enigerlei bloemen- of plantennaam was blijkbaar voldoende om een gedicht op te nemen en soms was alleen het woord ‘bloem’ al voldoende. Of ‘bloem’ ook ‘bloem’ betekent binnen het gedicht, is kennelijk niet interessant. Zo wordt bloemlezen een soort thematisch postzegels verzamelen.
Als dit een manier is om mensen tot het lezen van poëzie te brengen, dan kun je er weinig tegen hebben, maar ik vrees dat het dan wel zal blijven bij een ééndimensionale leeswijze. Zo simpel als een bloem is door Kwadraat op de langzamerhand bekende en aantrekkelijke manier uitgegeven. Het bundeltje kost ƒ 19,90.
gvb
| |
Flanorreeks
In 1987 verscheen de eerste publikatie van uitgeverij Flanor onder de titel Toen schaduwen hem omgaven. Het was een uitgave van Wim Hilberdink over de in vergetelheid geraakte auteur Reinier van Genderen Stort.
Flanor is een uitgeverij die ontstaan is uit het iniatief van een aantal in literatuur geïnteresseerden die lezingen hielden en vervolgens overgingen tot het in druk vastleggen van deze voordrachten. Inmiddels jubileert deze uitgeverij en brengt het vijfentwintigste deel van de Flanorreeks uit.
Vrijwel alle Flanorleden hebben daartoe een bijdrage afgestaan die is opgenomen in wat Mengelwerck is gaan heten (Hilversum, 1994. ƒ20, -). Inmiddels is het zo dat ook bijdragen van niet-Flanorleden in de reeks gepubliceerd worden. De reeks staat onder redactie van Jan J. van Herpen en Willem Huberts.
Wie geïnteresseerd is in de uitgaven van Flanor kan een lijst van de verschenen titels verkrijgen bij Uitgeverij Flanor, Sibeliusweg 36, 2901 GH Capelle a/d IJssel (010-2021127). De gebruikelijke prijs van de Flanoruitgaven bedraagt ƒ12,50 (inclusief portokosten).
gvb
| |
Spiegel van de tijd
Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen viert dit jaar zijn 225-jarig bestaan met een aantal bijzondere activiteiten. Eén daarvan was een jubileumtentoonstelling in het Zeeuws Museum van 28 mei tot en met 14 augustus onder de titel ‘Spiegel van de tijd’. Die expositie gaf in negen rubrieken een overzicht van de diverse verzamelingen van het Genootschap. Die rubrieken zijn ook terug te vinden in de bij de tentoonstelling behorende catalogus Spiegel van de tijd; 225 jaar verzamelen door het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (Middelburg: Zeeuws Genootschap, 1994; 92 blz.; ƒ25, - excl. verzendkosten). In dit in royaal formaat uitgevoerde boekwerk zijn tal van illustraties opgenomen betreffende de in de loop van twee en een kwart eeuw verzamelde naturalia, geologische, archeologische en volks- en volkenkundige voorwerpen, munten en penningen, en prenten, tekeningen en kaarten uit de Zelandia Illustrata. Afdeling v is gewijd aan de bij de Zeeuwse Bibliotheek ondergebrachte boeken en handschriften. In zijn inleiding schetst W. Dirksen in het kort de wederwaardigheden van deze collectie die zelfs nog een jaar verder teruggaat in de historie dan het Genootschap zelf: de eerste schenking van een boek aan het in oprichting zijnde genootschap vindt plaats op 25 oktober 1768. Belangrijke schenkers zijn onder anderen Pieter van Damme en W.J. baron van Westreenen van Tiellandt. Na de Tweede Wereldoorlog met het fatale bombardement van 1940, waarbij een van de kostbaarste handschriften met bijbelverhalen uit 1360 verloren ging, groeide de verzameling opnieuw gestaag.
De tentoonstelling toonde en de catalogus beschrijft een flink aantal incunabelen en postincunabelen uit de werkplaatsen van onder anderen Hugo Iansoen van Woerden, Arend de Keysere, Jacop Bellaert, Jan Veldener, Jan Seversz, Johannes Froben en Christiaan Snellaert in Delft, die op 23 september 1493 Die schoone ende die suverlicke historie van Appollonius van Thyro produceerde waarvan nog slechts één ander exemplaar bekend is. Onder de 109 beschreven objecten, waaronder ook tal van boeken uit de zeventiende en achttiende eeuw, bevindt zich eveneens een als zodanig in de jaarverslagen omschreven ‘boekdrukkershandpers’ met het jaartal 1622 op de dwarsbalk. Dit merkwaardige voorwerp is waarschijnlijk een verguldpers.
De catalogus kan besteld worden op het redactie-adres van het Zeeuws Genootschap: St. Pieterstraat 38,4331 EW Middelburg.
pjv
| |
Gryphius en Nederland
In 1993 verdedigde de Poolse neerlandicus Stefan Kiedron zijn Habilitationsschrift aan de universiteit van Wroclaw. Deze studie is onlangs gepubliceerd in de ‘Acta Universitatis Wratislaviensis’ als nummer 1541 (‘Neerlandica Wratislaviensia’, vi) onder de titel Andreas Gryphius und die Nieder-lande; niederländische Einflüsse auf sein Leben und Schaffen (Wroclaw 1993; 228 pp.). De bekende Silezische dichter en toneelschrijver Gryphius
| |
| |
(1616-1664) verbleef van 1638 tot 1644 in de Neder-landen, met name aan de Leidse universiteit. Na een studiereis door Frankrijk en Italië en een verblijf in Duitsland keerde hij in 1650 naar zijn geboortestreek terug.
De invloeden van Vondel en Hooft op vooral het toneelwerk van Gryphius waren al eerder onderwerp van studie. Het is de verdienste van Kiedron dat hij veel ruimer de invloeden heeft bestudeerd onder het aspect van de translatio-imitatio-aemulatio op zowel het toneelwerk (tragedie én komedie) als op het proza en de poëzie van Gryphius. Behalve Vondel, Hooft en Lipsius passeren dan ook Cats, Barlaeus, Jan Vos, Theodoor Rodenburgh, Daniel Heinsius, Hugo de Groot, Huygens, Johan de Brune en vele andere letterkundigen, geleerden en filosofen de revue.
Bij het bepalen van mogelijke invloeden kon Kiedron terugvallen op de auctiecatalogus uit 1707 van de boekerij van vader Andreas en zoon Christian Gryphius. In hoofdstuk 12 geeft de auteur een chronologisch overzicht van de werken van Gryphius met daarbij de relevante titels die als bron gediend (kunnen) hebben. Een uitvoerige bibliografie en een personenregister besluiten het werk.
pjv
| |
Veertig jaar Antiquariaat Brinkman
In 1954 trok Henk Brinkman in het pand op de hoek van het Singel en de Raamsteeg in Amsterdam waar tot dan toe Jacobus van Geenen onder de naam ‘De Boekenhoek’ een detailhandel voor in- en verkoop van boeken gevoerd had. In de veertig jaar daarna is Antiquariaat Brinkman een begrip geworden in de neerlandistiek en een aantal andere vakgebieden voor het betaalbare antiquarische boek.
Tijdens een feestelijke bijeenkomst op 3 juni 1994 werden twee boekwerkjes gepresenteerd, beide geproduceerd door de oud-medewerker van het antiquariaat, Jan de Jong van uitgeverij De Buitenkant. Brinkmans compagnon Frank Rutten stelde de geschiedenis van Antiquariaat Brinkman te boek: Veertig jaar anticiiiariaat Brinkman 1954-1994; beknopte schets van een Amsterdamse boekhandel (Amsterdam 1994; 32 pp.; ills.). Het is een bijzonder aardig kijkje achter de schermen wat betreft het ontstaan, de groei en bloei en de bedrijfsvoering van een bekend antiquariaat. Voor de twintigsteeeuwse boekhandelsgeschiedenis is dit soort publikaties onontbeerlijk. Dat geldt evenzeer voor de publikatie van het op de bibliotheek van de Koninklijke Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels berustende manuscript van Frederik Muller uit het midden van de vorige eeuw. Gedachten bij de inrichting eener oude en nieuwe boekhandel. Maria Keyser voorzag het van een uitvoerige inleiding en een even uitvoerige negentiende-eeuwse titel:
Frederik Muller en de oude boekhandel of hoe maakt een antiquaar tijd om te genieten. Bij een handleiding management voor antiquaren en veilinghouders door de grote Nederlandse antiquaar, bibliograaf, veilinghouder, boekhandelaar en uitgever Frederik Muller (1817-1881) (Amsterdam 1994; 48 pp.; ills.). Naast een biografische schets geeft mevrouw Keyser bijzonderheden over het bedrijf, over Mullers leerlingen Martinus Nijhoff, P.A. Tiele en Otto Harrasowitz, over de catalogi, over boekhouder Schonekat, over Mullers belang voor het Nederlandse en buitenlandse antiquariaat en de veilingen, over zijn opvolger F. Adama van Scheltema en - uiteraard - over de bedrijfsvoering.
pjv
| |
Vlissingen in de Russische literatuur
In de bekende Slib-reeks van de Stichting Kunstuitleen Zeeland verscheen als nummer 65 het verhaal Zwarte netten van de Russische auteur Konstantin Paustovski in een vertaling van Jan Paul Hinrichs (Middelburg 1994; 24 pp.; ills.). In zijn woord vooraf schetst de vertaler in het kort de rol van Nederland in de Russische literatuur. Die blijft beperkt tot negentig gedichten en enkele prozateksten. Hoewel Paustovski (1892-1968) nauwelijks in Nederland geweest is, komt ons land herhaaldelijk ter sprake in zijn oeuvre. In zijn roman De gouden roos en zijn verhaal De koningin van Holland komt Multatuli uitgebreid aan de orde en aan Vincent van Gogh wijdde hij het essay De razende Vincent.
Hoe de auteur aan Vlissingen gekomen is als decor voor een aantal vreemde gebeurtenissen die een bij toeval daar verzeilde passagier van een Russische boot meemaakt, is een raadsel. De vertaler suggereert dat Paustovski toevallig wat heeft opgevangen in een Zwarte-Zeehaven. Van Peter de Grote, die in 1717 Vlissingen aandeed, kan hij het in ieder geval niet hebben.
Men kan zich voor ƒ36, - per zes deeltjes abonneren op de Slib-reeks bij genoemde Stichting, Kuiperspoort 22, 4331 GS Middelburg, 01180-11443.
pjv
| |
Spinoza
Het is een goede gedachte geweest van uitgeverij Heuff/Thesis om de tien bijdragen van W.N.A. Klever aan de wetenschapsbijlage van nrc/Handelsblad over Spinoza te bundelen en aan te vullen met nog enkele stukken tot Zicht op Spinoza; twintig tijdschetsen (Amsterdam 1994; 88 pp.). De schetsen, gegrepen uit het dagelijkse Spinozistische leven, zijn gelardeerd met anekdoten en grepen uit de zeventiende-eeuwse literatuur van Joachim Oudaen, Pieter Rixtel, Antonides van der Goes, Lodewijk Meyer en Duijkerius. We zien de jonge Spinoza onder het toeziend oog van de rector van de Latijnse school, Franciscus van den Enden, de rol van Parmeno spelen in Terentius' Eunuchus, of de wat oudere Spinoza zich van Voorburg naar Den Haag spoeden omdat het gerucht ging dat daar iemand was die werkelijk lood in goud veranderde. Ook in de correspondentie van
| |
| |
Constantijn Huygens met zijn broer Christiaan in Parijs komen de alchimistische toeren van deze J.F. Helvetius ter sprake. Zicht op Spinoza vormt een welkome, op een groter publiek gerichte aanvulling op de talrijke wetenschappelijke publikaties van de Rotterdamse hoogleraar en Spinozakenner Klever.
pjv
| |
Middeleeuwse verzamelhandschriften uit de Nederlanden
De meeste Middelnederlandse teksten zijn overgeleverd in handschriften waarin meer teksten staan. Tot nu toe zijn die teksten echter voornamelijk als losse en afzonderlijke fenomenen bestudeerd. De directe, materiële context waarin teksten zijn overgeleverd, heeft nauwelijks serieuze aandacht gekregen.
Toch wint het besef snel veld, dat het hier om een belangrijk onderzoeksterrein gaat. Dat besef heeft in de loop van 1992 geleid tot het starten van een reeks edities van verzameldhandschriften. Het eerste deel van die reeks, een editie van hs. Brussel kb 837-845 - dat intussen het Geraardsbergse handschrift is gedoopt - zal op 14 oktober 1994 aan dr. J. Deschamps worden aangeboden.
Op diezelfde dag zal in Nijmegen een congres worden gehouden over het belang en de mogelijkheden van de studie van verzamelhandschriften. Als sprekers zullen optreden: H. Kienhorst (ku, Nijmegen), J.D. Janssens en J. de Vos (ku, Brussel), R. Jansen-Sieben (vu, Brussel), G. Sonnemans (ku, Nijmegen), M.-J. Govers (Nijmegen), P. Wackers (ku, Nijmegen) en H. van Dijk (ru, Groningen). Deelname aan het congres zal ƒ40, - kosten (voor studenten ƒ25, -). Het zal plaatsvinden in de foyer van de Nijmeegse Stadsschouwburg. Voor informatie of inschrijving kan men zich wenden tot:
Congresadministratie Middeleeuwse verzamelhandschriften uit de Nederlanden, p.a. Vakgroep Nederlands, postbus 9103, 6500 HD Nijmegen. Telefonisch: 080-615491 (M. Goris) of 080-612881 (A. Schippers).
m. goris/a. schippers
| |
Symposium teksteditie
Op 2 december 1994 verschijnt bij het Constantijn Huygens Instituut (chi) voor tekstedities en intellectuele geschiedenis het Handboek editietechniek van Marita Mathijsen. Ter gelegenheid daarvan organiseert het chi diezelfde dag in de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Kloveniersburgwal 29 te Amsterdam, een symposium over verschillende aspecten van het editeren van literaire teksten. Na de ontvangst met koffie vanaf 11.00 uur en de opening om 11.30 uur door de directeur van het chi, prof. dr. H.T.M, van Vliet, komt aan het woord drs. Jacqueline de Man over ‘De bronnen voor Van Alphens literair-theoretische verhandelingen. Origineel in zijn eclecticisme’.
Na de discussie en de lunch volgen vanaf 13.30 uur drs. Hans Luijten over ‘Realia en ontleningen in Jacob Cats’ Sinne- en minnebeelden. Gezien of gelezen?’ en drs. Leo Jansen over ‘De totstandkoming van Wiekslag om de kim van Karel van de Woestijne’. Beide lezingen worden gevolgd door discussie. Na een korte pauze zal prof. dr. W. Woesler uit Osnabrück, voorzitter van de Arbeitsgemeinschaft für Germanistische Edition, om 16.15 uur een lezing houden over het uitgeven van klassieken uit de letterkunde voor een hedendaags publiek. Hierna volgt de aanbieding van het eerste exemplaar van het Handboek editietechniek door dr. Marita Mathijsen aan prof. dr. A.L. Sötemann. De dag wordt besloten met een receptie.
De kosten voor het symposium bedragen ƒ22,50 inclusief koffie, lunch en borrel. Belangstellenden kunnen zich tot 21 oktober 1994 telefonisch aanmelden bij het secretariaat van het chi, 070-3315800.
annemarie kets
| |
Nieuwtjes
❑ De C. Buddingh'-prijs voor nieuwe Nederlandse poëzie is aan de vooravond van de 25e Poetry International toegekend aan F. van dixhoorn voor zijn bundel Jaagpad. Aan de prijs is een geldbedrag verbonden van vijfentwintighonderd gulden.
❑ De Gouden Strop 1994 voor het beste Nederlandstalige spannende boek is verleend aan maarten 't hart voor zijn Het woeden der gehele wereld.
❑ De driejaarlijkse bibliografische Menno Hertzberger Prijs, groot vijfduizend gulden, van de gelijknamige stichting en van de Nederlandsche Vereeniging van Antiquaren is op 26 mei 1994 uitgereikt aan mevrouw D. de hoop schepper en de heer c.h. schuckman voor de delen 35-41 (1990-1992) van het zogenaamde Hollstein-project, de beschrijving van Nederlandse en Vlaamse etsen, gravures en houtsnedes uit de periode van circa 1450 tot 1700.
❑ De cpnb heeft het Gouden Penseel 1994, de prijs voor het best geïllustreerde kinderboek, toegekend aan jan jutte voor zijn illustraties in Lui, Lei, Enzo van Rindert Kromhout.
❑ Op 17 juni 1994 heeft rudy kousbroek een eredoctoraat in de wijsbegeerte gekregen van de Rijksuniver-siteit Groningen.
❑ Dit najaar zal gerrit krol als nieuwe gastschrijver aan de Rijksuniversiteit Groningen verschillende hooren werkcolleges voor studenten en enkele openbare lezingen verzorgen.
❑ Voor haar roman De naam van de vader heeft nelleke noordervliet de Multatuliprijs 1994 van de Stichting Amsterdams Fonds voor de Kunst gekregen. De prijs bedraagt vijftienduizend gulden.
❑ Het volgende verhaal van cees nooteboom is bekroond met de Italiaanse Grinzane Cavour-prijs, de literaire prijs van de provincie Turijn. Aan de prijs is een geldbedrag verbonden van tien miljoen lire (11 500 gulden).
❑ De Herman Gorter-prijs voor poëzie, groot vijftienduizend gulden, gaat naar tonnus oosterhof voor zijn bundel De ingeland.
| |
| |
❑ sybren polet is benoemd tot lid van de Europese Academie van Wetenschappen en Kunst te Salzburg. Deze academie, die zich bezig houdt met de intellectuele, geografische en politieke identiteit van Europa, telt onder haar leden onder anderen Luciano Berio, Pierre Boulez, Pierre Bourdieu, Daniel C. Dennet, Jacques Derrida, John Carew Eccles, Vaclev Havel, Thomas H. Kuhn, Karl Popper en Ilya Prigogine.
❑ Door het bestuur van het Prins Bernhardfonds werd enige tijd geleden het theo quené fonds ingesteld. Jaarlijks stelt dit fonds ƒ32.ooo, - beschikbaar voor stichtingen of verenigingen die activiteiten ontwikkelen om kennis en gebruik van het Nederlands in het buitenland bevorderen.
❑ De Prof. Pi-prijs 1994 voor niet-autonome illustraties, vijftienduizend gulden groot, is toegekend aan peter van straaten, bekend om zijn tekeningen betreffende Het dagelijks leven in Het Parool en Het literaire leven in Vrij Nederland.
❑ Het cpnb heeft zowel de Gouden als de Zilveren Griffel 1994 toegekend aan toontellegen. Tellegens kinderboek Bijna iedereen kon omvallen was goed voor goud en zijn Jannes werd bekroond met zilver.
De eerste Libris Literatuur Prijs, groot honderdduizend gulden, is toegekend aan frida vogels voor haar De harde kern 2.
++++
❑ Op 9 mei 1994 overleed te Deventer Prof. dr. gerard isaäc lieftinck (* 3 augustus 1902 te Amsterdam). De neerlandicus Lieftinck was eerst lector in de middeleeuwse handschriftenkunde en van 1963 tot 1972 hoogleraar in de Westerse paleografie en handschriftenkunde aan de Rijksuniversiteit Leiden. In die hoedanigheid was hij ook de beheerder van de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta van Willem de Vreese waarover hij herhaaldelijk heeft gepubliceerd.
❑ Op 24 mei 1994 overleed te Amsterdam de auteur van verhalen en toneelteksten jean-pierre etienne plooij (* 13 juli 1945). Zijn verhalen, die verschenen in onder andere nrc/ Handelsblad, werden gebundeld in Duvelsmoer (1981). Daarna publiceerde hij onder meer Patience, Het vogelhuis en Het kalkoenalarm. Zijn vierde roman, Het landgoed, verschijnt dit najaar. Als toneelschrijver was hij verbonden aan de toneelgroep Studio.
❑ Op 26 juni 1994 overleed te Hoenderloo de auteur en journalist A. den doolaard (pseudoniem van Cornelis Spoelstra, * 7 februari 1901). Hij verwierf grote bekendheid door populaire romans als De druivenplukkers (1931), De herberg met het hoefijzer (1933) en Oriënt-express (1934). In veel van zijn romans en verhalen verwerkte hij zijn ervaringen van zijn zwerftochten door met name de Balkan.
A. den Doolaard
|
|