| |
| |
| |
Literatuur nieuws
Editieserie renaissancedrama
Het Centrum Renaissancedrama aan de Universitaire Faculteiten St.-Ignatius te Antwerpen heeft een nieuw boekdeel klaar van zijn reeks handschriftencahiers (zie onze mededeling in Literatuur 6 [1989], p. 104-105). Het bevat de transcripties van A. de Konings Maegden-Spel (door G. van Eemeren) en Hagars vluchte (door Annemiek Lenferink-van Daal); beide manuscripten zijn vermoedelijk van 1616.
De transcriptie is diplomatisch; maar er wordt gebruik gemaakt van diacritische tekens, zoals voorgesteld door dr. P.J. Verkruijsse in zijn Spektator-artikel (maart 1973/1974, p. 325-346). Aan de tekst gaat verder een zeer korte inleiding vooraf, die onder meer een uiterlijke beschrijving bevat van het handschrift. De getranscribeerde handschriften zijn per twee ingebonden. Dit nieuwe boekdeel bevat 156 pagina's.
Belangstellenden kunnen deze bundel op werkdagen afhalen op het Centrum, Prinsstraat 13 te Antwerpen tegen betaling van Bfr. 350 of ƒ 18 per deel. Ook de eerste twee bundels van deze reeks handschriftencahiers zijn daar nog verkrijgbaar tegen betaling van Bfr. 250 of ƒ 13 per deel. Het betreft C.D. Wittenooms Thiëstes en Anticlia (1639) en P. van Zeeryps D'Eersuchtige Wraak (1647) uit de Stadsbibliotheek te Haarlem, die samen het eerste boekdeel vormen, en M.F. Besteben De 't Samensweringe Catalinae (1647), dat samen met A. de Konings Tweede Dochtersspeeltjen (1616) uit de kb Den Haag het tweede boek uitmaakt.
Indien men de bundel(s) toegezonden wenst te krijgen, wordt het bedrag per zending verhoogd met Bfr. 50 of ƒ 3 verzendkosten. In dit geval gelieve men dus Bfr 400 of ƒ 21 over te maken voor het nieuwe boekje, repectievelijk vermeerderd met Bfr 300 of ƒ 16 voor een van de vroegere exemplaren, of Bfr 550 of ƒ 29 voor twee vroegere boekdelen (bankkosten zijn voor uw rekening). De kosten dienen op voorhand te worden voldaan door overschrijving op nummer 000-0061095-82 ten name van ufsia, Financiële Dienst, Venusstraat 35, 2000 Antwerpen, onder vermelding van ‘Centrum Renaissancedrama - toneelteksten’ (eventueel noemen welke) en met duidelijke opgave van naam en adres.
Om onnodig dubbelwerk te vermijden, dringen we er nogmaals op aan dat iedereen die een van de dramatische handschriften uit de periode circa 1575-1650 zoekt te transcriberen en/of uit te geven ons hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte stelt.
G. van Eemeren
| |
Tentoonstelling Ter Braak/Du Perron
Vanaf 4 mei tot 2 september 1990 is in het Letterkundig Museum te Den Haag de tentoonstelling in memoriam menno ter braak en e. du perron te zien. Ter Braak en Du Perron zijn wel eens de Siamese tweeling van de Nederlandse letterkunde genoemd en het feit dat ze op precies dezelfde dag zijn overleden zal ongetwijfeld tot de vorming van dit beeld hebben bijgedragen. Op 14 mei 1940, de dag van de Nederlandse capitulatie, pleegde Ter Braak zelfmoord, terwijl Du Perron bijna gelijktijdig aan een hartaanval overleed.
De tentoonstelling die het Letterkundig Museum ter nagedachtenis aan Ter Braak en Du Perron heeft samengesteld laat duidelijk zien hoe intensief zij zich, vanaf het jaar 1933 waarin Adolf Hitler ‘de macht overnam’ tot aan hun dood in 1940, met de bestrijding van het fascisme en nationaal-socialisme hebben beziggehouden.
In de vitrines zijn hun belangrijkste antifascistische publikaties te zien, in druk of in handschrift (zoals Ter Braaks ongepubliceerd gebleven artikel Demonstratie dat over het Rijksdagbrand-proces ging). Er is een vitrine ingeruimd voor Het Comité van Waakzaamheid van anti-nationaal-socialistische intellectuelen, waarvan Ter Braak bestuurslid was en Du Perron gewoon lid. Aan de wand hangen foto's van de belangrijkste politieke gebeurtenissen uit de jaren dertig (Machtsübernahme, Abessynië, Tsjechoslowakije enz.), vergezeld van uitvergrotingen van toepasselijke citaten uit het werk van Du Perron en Ter Braak.
Een van de vitrines is gewijd aan de betrokkenheid van Ter Braak bij het lot van de Duitse Exil-auteurs, een betrokkenheid die soms zelfs leidde tot financiële ondersteuning (zoals in het geval van Konrad Merz, wiens herdenkingsgedicht aan Ter Braak in manuscript te zien is). Er ligt een brief van Thomas Mann met bewonderend commentaar op Ter Braaks bespreking van zijn Lotte in Weimar, de dato 8 mei 1940. Deze brief heeft Ter Braak waarschijnlijk niet meer kunnen lezen.
In hun strijd tegen het fascisme stonden Ter Braak en Du Perron regelmatig schouder aan schouder met communistische schrijvers en intellectuelen. Ook ten aanzien van deze politieke ideologie moest een standpunt worden ingenomen. De tentoonstelling laat een aantal belangrijke momenten zien in de ontwikkeling van met name Du Perrons houding tegenover het communisme.
Ook aan Du Perrons Indische tijd (1936-1939) wordt aandacht besteed. In Het land van herkomst (1935) geeft Du Perron een wat idealisterend beeld van zijn jeugd in Indië. Van dit boek is op de tentoonstelling het zogenaamde ‘Gresshoff-exemplaar’ te zien, waarin Du Perron aantekeningen maakte over de ontstaanswijze van de historische achtergronden.
Van Ter Braak zijn vertalingen
| |
| |
te zien van de boeken van de ex-nazi Hermann Rauschning. Verder wordt aandacht besteed aan het conflict in 1939 bij Het Vaderland dat tot Ter Braaks ontslagaanvraag leidde. De brief van Nijgh waarin hij Ter Braak verbiedt over politiek te schrijven, alsmede Ter Braaks ontslagbrief zijn op de tentoonstelling te zien.
Tenslotte komt de vriendschapsrelatie tussen Ter Braak en Du Perron tot uitdrukking in een bescheiden selectie uit hun omvangrijke briefwisseling.
De tentoonstelling is gratis toegankelijk. De openingstijden van het Letterkundig Museum zijn: dinsdag tot en met zaterdag 10.00-17.00 uur; zondag 13.000-17.00 uur. Het adres van het Letterkundig Museum is: Prinses Irenepad 10, 's-Gravenhage (vlakbij het centraal Station). Tel. 070-3471114.
Letterkundig Museum
| |
Congres van de Werkgroep Zeventiende Eeuw in 1991
Op donderdag 22 en vrijdag 23 augustus 1991 wordt in Utrecht het zevende congres van de Werkgroep Zeventiende Eeuw gehouden onder de titel: Groeperingen en Instituties.
In de lezingen zal de wisselwerking tussen cultuurprodukten en culturele kringen in de Nederlanden centraal staan. Vragen die daarbij aan de orde komen, zijn onder andere: in hoeverre worden inhoudelijke en formele aspecten van het cultuurprodukt bepaald door instituties als literaire genootschappen, kerkelijke organisaties, gilden, rederijkerskamers, muziekgezelschappen of natuurwetenschappelijke instellingen als het Collegium Medicum of het Collegium Pharmaceuticum. Ook zal de invloed van minder exact gedefinieerde groeperingen aandacht krijgen. Tot op welke hoogte worden vorm en inhoud bijvoorbeeld beïnvloed door afnemers (schouwburgpubliek, kopers van beeldende kunst etc.), door drukkers en uitgevers, of door opdrachtgevers. Wij denken daarbij met name ook aan de situatie buiten de traditionele cultuurcentra.
Behalve specialisten uit de participerende disciplines, hopen we ook een aantal jonge onderzoekers aan het woord te laten om hun onderzoeksresultaten te presenteren. De voordrachten zullen deels plenair, deels in secties worden geprogrammeerd.
In het najaar van 1990 zal bijgevoegd bij het tijdschrift van de Werkgroep (De Zeventiende Eeuw. Cultuur in de Nederlanden in interdisciplinair perspectief) een verzoek tot het doen van voorstellen voor bijdragen uitgaan. Tot die tijd kunnen eventuele sprekers alvast hun gedachten laten gaan over de geschetste probleemstelling.
Informatie en eventuele suggesties: drs. J.W.H. Konst, Rijksuniversiteit Utrecht, Vakgroep Nederlands, Trans 10 (binnenstad), 3512 jk Utrecht. Tel. 030-394313; 030-943046 (privé).
| |
Honderdvijftigste sterfjaar Staring
De Achterhoek is de streek van de grote dichter en landbouwkundige A.C.W. Staring. Dit jaar is het 150 jaar geleden dat hij overleed. Hij was een dichter die zeer begaan was met zijn directe omgeving. Waar hij zijn inspiratie uit opdeed, waar hij over schreef en waar hij zijn sporen heeft nagelaten, is in de Achterhoek nog steeds goed te zien: zijn geboortehuis in Gendringen, de woning in Doetinchem, het kasteel de Wildenborch (dat nog steeds in familiebezit is), het kerkje van Almen uit het gedicht van de hoofdige boer en de Zutphense Librije, waar de monnik Jaromir door de duivel werd verleid tot het eten van vlees op een vastendag. In Vorden is een standbeeld van hem opgericht.
Dat de herinnering aan hem in de Achterhoek nog steeds leeft, blijkt wel uit de jaarlijkse organisatie van twee Staring-avonden tijdens de zomermaanden in de kapel van de Wildenborch met voordracht van gedichten en vertoning van dia's. In dit herdenkingsjaar wordt er van 5 tot en met 12 augustus een Staring-expositie gehouden in hotel de Hoofdige Boer in Almen.
Hotel de Hoofdige Boer (genoemd naar het gelijknamige gedicht van Staring) in Almen en Hotel Bakker in Vorden hebben een vijfdaags Staring-arrangement met vier overnachtingen uitgebracht. Voor een bedrag van ƒ 435,- per persoon krijgt u naast de overnachtingen en ontbijten, vier uitgelezen diners, waarvan een met een speciale Jaromirschotel met vertelling van het verhaal over Jaromir. Ook staat er een koetsentocht op het programma, een bezoek aan het Staring Instituut en entree in de Zutphense Librije. Er wordt documentatie over Staring en een kaart van de Achterhoek uitgereikt en tenslotte krijgen alle deelnemers een leuke Staring-herinnering. Meer informatie en reserveringen bij Hotel de Hoofdige Boer, Dorpsstraat 38 te Almen, tel. 05751-1744.
De gsm, de Gelderse Streekvervoersmaatschappij heeft een busdagtocht op het programma staan: ‘In de voetsporen van Staring’. Alle eerder genoemde plekken worden aangedaan. De tochten, voor groepen vanaf 20 personen, beginnen bij het Staring Instituut in Doetinchem. Nadere inlichtingen bij de gsm, tel. 08340-50115.
| |
Rectificatie
In het laatste stuk van het artikel De beeldenstorm van Gard Sivik en De
| |
| |
Nieuwe Stijl (Lit. 90/3, p. 133), is sprake van een Nul-tentoonstelling die ‘dermate succesloos’ was, dat Armando en Peeters besloten te stoppen met het maken van beeldende kunst. Dit is onjuist. Er had moeten staan dat de tentoonstelling ‘dermate succesvol’ was dat Armando en Peeters besloten te stoppen (enz.)! - Altijd ernaar strevend het succes van Literatuur nog groter te maken, zag de redactie de mogelijkheid over het hoofd dat de leden van de Nul-groep indertijd kennelijk anders gemotiveerd waren, en bracht zij een fout aan, waar zij duidelijkheid beoogde.
| |
Bundel van en voor Peeters
De vijfenzestigste verjaardag, respectievelijk het afscheid in februari 1990 van prof. dr. L. Peeters als hoogleraar in de historische taalkunde van het Nederlands aan het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam, heeft twee bundels studies opgeleverd. Taalopbouw als Renaissance-ideaal; studies over taalopvattingen en taalpraktijk in de zestiende en zeventiende eeuw (Buijten & Schipperheijn, Amsterdam 1990; 204 p.; ƒ 32,50) bevat elf verhandelingen van de vertrekkende hoogleraar, eerder verschenen in tijdschriften en bundels. Omdat Peeters een filoloog in de oude en goede betekenis van het woord is, zijn zijn studies ook voor de historisch letterkundige goed leesbaar en van groot belang. Ze handelen over de vroeg-nieuwnederlandse taalgeschiedenis in het algemeen en in het bijzonder over onder anderen H.L. Spiegel en het ontstaan van het Nederlandse trivium, over Coornhert en Hooft en over retorica. De redacteuren G.R.W. Dibbets, J. Noordegraaf en M.J. van der Wal hebben een alle opstellen overkoepelende bibliografie toegevoegd en een register van persoonsnamen.
De afscheidsbundel Vragende wijs; vragen over tekst, taal en taalgeschiedenis (Rodopi, Amsterdam 1990; xii+ 240 p.; ƒ 40,-) stond onder redactie van J.B. den Besten, A.M. Duinhoven en J.P.A. Stroop en bevat drie afdelingen: Tekststudie, Taalstudie en Geschiedenis van de taalkunde. De eerstgenoemde afdeling bevat bijdragen van onder anderen E.K. Grootes die zich afvraagt ‘Waarom in 's hemels naam al die mythologie?’, van H. Pleij die als vragende-wijstitel heeft gekozen voor ‘Buigt Jan van Boendale enicheit om tot “privé”?’, van Marijke Spies die zich het dilemma heeft gesteld ‘Coornherts Lof van de ghevanghenisse: ernst, spel, of ernstig spel?’, van F. Veenstra over ‘Is tekst-kritiek en tekst-overlevering de assepoester der filologie?’ en van J.H. Winkelman met het probleem ‘Veldekes lyriek als proloog?’
De bundel bevat een lijst van publikaties van de jarige vertrekkende hoogleraar, beginnend in 1956 en vier pagina's verder eindigend in 1989, te vroeg dus, want Peeters' laatste opstel over ‘Taalcultuur en stadscultuur’ uit de andere bundel en voorgelezen op het Congres van de Werkgroep xviie Eeuw op 24 augustus 1989, had hier nog vermeld kunnen worden.
PJV
| |
Publieksprijs cpnb
Voor het eerst in de geschiedenis van de Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek zal een belangrijke prijs worden uitgereikt aan een buitenlandse auteur. In het vierde jaar van de Publieksprijs voor het Nederlandse Boek zijn twaalf auteurs genomineerd in het genre Vertaalde Romans en Verhalen. Het zijn: Jean M. Auel, Catherine Cookson, Roald Dahl, Frederick Forsyth, John Irving, Stephen King, Konsalik, Jerzy Kosinski, Milan Kundera, Ludlum, Gabriel Garcia Márquez en Fay Weldon.
Een op de twee boeken in de categorie fictie die de boekwinkel verlaten zijn oorspronkelijk in een andere taal verschenen.
Van 6 september tot 23 oktober 1990 kunnen de lezers via een deelnamingsformulier, verkrijgbaar in boekhandels en bibliotheken, hun voorkeur uitspreken voor de meest geliefde auteur in het genre Vertaalde Romans en Verhalen. Zij kunnen uiteraard ook kiezen voor een niet-genomineerde auteur. De auteurs zijn geselecteerd door een comité onder voorzitterschap van Hanny van der Horst. Jaarlijks doen gemiddeld 40.000 lezers mee aan de actie Publieksprijs voor het Nederlandse Boek. De Publieksprijs werd voor de eerste keer uitgereikt in 1987 aan Kees van Kooten in het genre Romans en Verhalen. In 1988 won Annie M.G. Schmidt de prijs in het genre Gedichten en Verzen. Vorig jaar ging de prijs naar Marjolein Bastin in de categorie Tekeningen en Illustraties.
De Publieksprijs bestaat uit een geldbedrag van ƒ 15.000,- en een bronzen beeld van Jeroen Henneman.
CPNB
| |
Kunst in Callantsoog
De Stichting Kunst in Callantsoog organiseert een Poëzie-route en een expositie van 23 juni tot en met 2 september 1990. Beide manifestaties vinden plaats in het kader van de Toer-In van de Culturele Raad Noord-Holland met als thema ‘Wind en Water’. Dit thema is terug te vinden in de gedichten en in de expositie.
In de kustdorpen Callantsoog en Groote Keeten staan dertig gedichten op kunststofborden, voor iedereen toegankelijk, langs de openbare weg. Tussen de beide dorpen liggen schit- | |
| |
max degen
terende fiets- en wandelpaden, langs duinen, bos en door polders, in de kop van Noord-Holland. De route begint bij het vvv-kantoor in Callantsoog, waar ook het bundeltje met de gedichten en een plattegrond van de route te koop zijn.
Aan de route ligt in een prachtig natuurgebied het landgoed De Horn (Previnaireweg 4a, Callantsoog), waar werk getoond wordt van acht leden van de Vereniging Zeeschilders (onder anderen Fl. Hamers, J Ploos van Amstel, G.J van Meurs). De Vereniging exposeerde eerder in Parijs, de Verenigde Staten en in Scheveningen.
Jan Mooij is in 1776 in Callantsoog geboren en in 1847 in Den Haag overleden. Hij is werkzaam geweest als zeeschilder. In 1789 maakte hij zelfs een reis naar de Groenlandse wateren als kajuitjongen bij zijn vader, die commandeur was op de Frankendaal. Er wordt een overzicht gegeven van zijn leven en van zijn werk. In de vijver van het landgoed liggen wind- en waterwerken van schoolkinderen van Callantsoog. Drijvende monsters en draaiende molens bieden een kleurig en verrassend kijkspel tussen het riet.
De exposities zijn gratis te bezichtigen, dagelijks van 10.00 tot 17.00 uur Voor nadere inlichtingen kan men zich wenden tot mevrouw J. Vierhout-van Ledden Hulsebosch, tel. 02248-1237, Landgoed De Horn, tel. 02248-1242.
Stichting Kunst Callantsoog
| |
Poëziewedstrijd Izegem
De Stedelijke Culturele Raad van Izegem richt voor de zesde maal zijn tweejaarlijkse poëziewedstrijd in. Dichters worden uitgenodigd één originele tekst in te zenden (getypt op een a4-vel) vóór 15 september 1990. De teksten moeten in viervoud worden ingezonden. Het adres voor inzending is: Zesde Poëziewedstrijd, Stadhuis, Korenmarkt 9,8700 Izegem (België). De prijsuitreiking zal plaats vinden op 9 november aanstaande in zaal iso in de Sint Jorisstraat te Izegem. Er zijn prijzen uitgeloofd van 12.000, 8.000 en 5.000 Belgische franken. Daarnaast zijn er enkele prijzen in natura. Men kan een reglement voor deze prijs verkrijgen bij de secretaris: Raph. Declerck, Grote Markt ii (bus 4), 8700 Izegem.
R. Declerck
| |
Zomercursus poëzie
Onder de titel zo meen ik dat ook jij bent organiseert Driekant in samenwerking met de Werkgroep Kunst- en Cultuurwetenschappen van de Rijksuniversiteit Limburg een driedaagse zomercursus over Nederlandse poëzie van de twintigste eeuw, van 20 tot en met 22 augustus 1990.
Onder leiding van Wiel Kusters en Maarten Doorman kunnen belangstellenden zich verdiepen in het werk van een aantal belangrijke Nederlandse dichters, onder anderen Van Ostaijen, Nijhoff, Hanlo, Vroman, Kouwenaar en Bernlef. Lezingen over poëzie worden afgewisseld met werkcolleges waarin gedichten worden geïnterpreteerd en besproken. Voorts is in deze cursus een literaire wandeling door Maastricht gepland. Op de laatste avond zullen enkele dichters uit eigen werk voorlezen. De cursus vindt plaats in gebouw ‘Geerlingshof’ van Driekant. Het programma beslaat steeds de ochtend, middag en avond. Tussen de
| |
| |
programma-onderdelen is er gelegenheid tot ontspanning en informeel contact.
Naast dit programma biedt Driekant een volledig en uitstekend verzorgd verblijf in een unieke omgeving (‘Geerlingshof’ ligt in het Geuldal). Er kan beschikt worden over een 1- of 2-persoonskamer met toilet/douche. De cursus start op maandag 20 augustus om 10.00 uur en het programma duurt tot en met woensdag 22 augustus. Overnachting van woensdag op donderdag is inbegrepen. Donderdag 23 augustus na het ontbijt is het vertrek van de deelne(e)m(st)ers gepland. De cursusprijs bedraagt (inclusief verblijfen programmakosten) ƒ 350,- per persoon.
Men kan zich voor deze cursus aanmelden door gebruik te maken van een aanmeldingsformulier. Voor informatie kan men zich wenden tot: Rouke van der Hoek, tel. 04406-15353.
Driekant
| |
Het Vroman-effect
Op 10 april van dit jaar werd een van de belangrijkste Nederlandse dichters, Leo Vroman, vijfenzeventig jaar. Ter gelegenheid daarvan organiseerde het Letterkundig Museum een tentoonstelling over leven en werk van Leo Vroman. Tevens publiceerde het - in samenwerking met Uitgeverij Querido - een catalogus onder de titel Het Vroman-effect die ook wordt uitgegeven als Schrijversprentenboek. Aan deze uitgave werkten onder anderen mee: August-Hans den Boef, Kees Fens, H.C. Hemker, Ben Peperkamp, Murk Salverda, Rob Schouten, Kees Snoek'en Gerrit Willems.
Vromans openbare leven beweegt zich vanaf het begin over drie sporen; het schrijven van poëzie en proza, wetenschappelijk onderzoek naar de eigenschappen van het bloed,
Zelfportret van Leo Vroman
en het maken van tekeningen. Aan elk van deze drie aspecten wordt in de catalogus en op de tentoonstelling in het Letterkundig Museum ruim aandacht besteed. De niet alleen literair beroemde relatie met Tineke komt vanzelfsprekend ook aan bod.
Nel Bannier maakte recentelijk twee mooie bustes van Leo Vroman voor het Letterkundig Museum. Voor de binnenkort te verschijnen nieuwste dichtbundel van Vroman Toen ik nog leefde organiseerde uitgeverij Querido een vormgevingswedstrijd onder jonge ontwerpers. Ook de resultaten hiervan zijn in het Letterkundig Museum te zien.
De tentoonstelling over Vroman is nog te bezichtigen tot 10 september 1990 en is gratis toegankelijk. De openingstijden zijn: dinsdag tot en met zaterdag, 10.00-17.00 uur en zondag, 13.00-17.00 uur.
Letterkundig Museum
| |
Help Multatuli!
In nummer 24 (1990) van het tijdschrift Over Multatuli doet de assistent-conservator van het Multatulimuseum een oproep aan de lezers om mee te helpen bij het verzamelen van krante- en tijdschriftartikelen over Multatuli voor het knipselarchief van het museum. Gevraagd worden artikelen of fotokopieën uit zowel de grote landelijke dagbladen als uit de regionale of lokale pers en uit allerlei periodieken.
Men kan het materiaal afleveren bij of opsturen aan het Multatulimuseum, Korsjespoortsteeg 20, 1015 ar Amsterdam, tel. 020-247427, ter attentie van de assistent-conservator, J. van Waterschoot.
Een abonnement op Over Multatuli (twee afleveringen per jaar) kost ƒ 22,50 bij Uitgeverij Huis aan de Drie Grachten, O.Z. Voorburgwal 249, 1012 ez Amsterdam, giro 369327, tel. 020-245781.
PJV
| |
Marginaal drukwerk
De Ammoniet, de prachtig drukwerk afleverende marginale uitgeverij van G. Post van der Molen, heeft een nieuwe aflevering vervaardigd van het zogenaamde Groeiboek-project waarin aspecten van de geschiedenis van het Nederlandse boek behandeld worden door deskundigen op dat gebied. Deze afleveringen zijn in principe alleen voor de abonnees, maar vanwege het herdenkingskarakter is Printing as resistance (12 p.) bovendien als apart boekje in een beperkte oplage beschikbaar gesteld voor nietabonnees. Deze aflevering over de Geuzenliedboeken uit de Tweede Wereldoorlog tegen de achtergrond van hun voorgangers uit de Tachtigjarige Oorlog is geschreven door Anna E.C. Simoni, voormalig conservator van de Nederlandse boeken in de British Library. Men kan informeren of er nog exemplaren beschikbaar zijn bij De Ammoniet, Klaproos 4, Leiden.
| |
| |
De Stichting Drukwerk in de Marge heeft haar achttiende Bulletin (lente 1990) doen verschijnen (40 p., ƒ 27,50 voor niet-leden). Gerrit Jan de Rook schrijft over de Bosbespers van Rody Chamuleau, de marginale uitgeverij van onder meer Schandaal in Doetinchem over Dèr Mouw, Vijf kleine verhalen van Bordewijk en werk van C.C.S. Crone, John van Doorn, Nijhoff en Slauerhoff. Johannes Offerhaus vermeldt bijzonderheden over exil-illustrator Léon Holman, onder meer verantwoordelijk voor het omslag van de negende en elfde-dertiende druk van Van Schendels Het fregatschip Johanna Maria. Frans A. Janssen bezocht ditmaal op zijn reis langs Europese grafische musea het Deutsches Buch und Schriftmuseum te Leipzig. Mathieu Lommen schreef een artikel over J.W. Enschedé en zijn drie deeltjes in de serie Mededeelingen over boekkunst uit de jaren 1902-1907, en Wim Crouwel geeft een overzicht van het gebruik van ‘onderkast in nederland’ door onder anderen Piet Zwart, H.N. Werkman (wellicht onder invloed van Van Ostaijen) en W. Sandberg.
PJV
| |
Nieuwtjes
□ Het bestuur van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden heeft voor 1990 de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs toegekend aan margriet de moor voor haar boek Dubbelportret. Deze prijs is een aanmoedigingsprijs en bedraagt ƒ 5.000,-.
□ Door het bestuur van de Stichting Amsterdams Fonds voor de Letteren is de essay-opdracht voor 1990 toegekend aan stefan hertmans, die de opdracht kreeg een studie te schrijven over de wisselwerking tussen literatuur en muziek in de twintigste eeuw. Met de opdracht is een honorarium gemoeid van ƒ 12.500,-.
□ In januari 1991 zal voor het eerst de prozategenhanger van Poetry International, Story International plaatsvinden. Tussen 14 januari en 20 januari is hiervoor een twintigtal buitenlandse auteurs uitgenodigd, die samen met Vlaamse en Nederlandse auteurs de manifestatie gestalte zullen geven.
□ maarten van buuren wordt de nieuwe hoofdredacteur van een reeks vertalingen uit de Franse literatuur, die in samenwerking tussen de uitgeverijen Atheneum en Van Oorschot zal worden uitgegeven. Het betreft uitgaven die zullen verschijnen bij een speciaal daartoe opgerichte vennootschap. Er zullen boeken vertaald worden uit de zestiende tot en met de twintigste eeuw.
□ brigitte raskin heeft na de ako Literatuur Prijs 1989 nu ook de Prijs van de Vlaamse Lezer voor 1990 in de wacht gesleept met haar boek Het koekoeksjong. De prijs werd voor de vierde maal uitgereikt en Raskin bevindt zich nu in het gezelschap van de eerdere winnaars Hugo Claus, Monika van Paemel en Elisabeth Marain. De prijs bedraagt Bfr. 150.000,-.
□ Op 27 april van dit jaar werd aan martin mooij de Laurenspenning uitgereikt vanwege zijn verdiensten voor de letteren en in het bijzonder de poëzie. Mooij organiseerde vele Poetry Internationals en is de drijvende kracht achter tal van literaire manifestaties. De penning werd hem overhandigd in de Grote- of Sint Laurenskerk te Rotterdam.
□ Op 17 april 1990 vond de oprichtingsvergadering plaats van de lvd, de literaire vereniging dongen. Deze vereniging heeft het voornemen per jaar een viertal manifestaties te organiseren. Op 1 mei werd Hermine de Graaf naar Dongen gehaald; wat er voor 25 september en 27 november op het programma komt, is nog niet bekend. Nadere informatie kan men verkrijgen bij Ineke van Woerekom, Beneluxlaan 53, Dongen, 01623-22537.
□ Nieuw dit jaar is de boekenkrant onder eindredactie van Natascha Sweering, in opdracht van sdu/Amsterdam uitgegeven door hpu, De Ruyterkade 43, 1012 aa Amsterdam, 020-5235150. Een jaarabonnement voor tien kranten kost ƒ 39,50. Per nummer zijn er interviews, voor- en napublikaties, artikelen, recensies van Nederlandse en buitenlandse fictie en non-fictie en een roddelrubriek op de achterpagina. Een greep uit de medewerkers: Paul Damen, Jessica Durlacher, Jaap Goedegebuure, Dirk van Ginkel, Chris van der Heijden, Ronald Sweering, Peter Zonderland.
□ De lift nationale debuutprijs 1990 is gewonnen door de Nijmeegse schrijver Jeroen Scheifes (pseudoniem: Irun S.) met zijn roman Charges. De novelle Barsten in het bruin van Himadjuwita Pakun verwierf de tweede prijs. De derde prijs
was voor de poëziebundel De vos aan het wiel van Eugenie de Munck; de vierde voor de gedichtencyclus Praagse carrousel van Rik van Boeckel; de vijfde voor de gedichtenbundel Staart van Rob Bekker en de zesde prijs was voor Caroline Kolenbrander met de poëziebundel Water worden. De novelle van Pakun is inmiddels verschenen in de Literaire Lift
| |
| |
Serie als nr. 8 (45 p., ƒ 15,- op postgiro 5361589 van Stichting Lift, Amsterdam).
□ Door de Raad voor de Kunst is Hella Haasses Schaduwbeeld of het geheim van Appeltern genomineerd voor de europese literaire prijs die vorig jaar door de Europese Commissie werd ingesteld. Voor de Vertaalprijs zijn de Proust-vertalingen van Therèse Cornips voorgedragen. De prijzen, groot ƒ 45.000,-, zullen op 3 december 1990 in de culturele hoofdstad van Europa Glasgow worden uitgereikt.
□ De toneelschrijfopdrachten 1990 ten bedrage van in totaal ƒ 38.000,- van het Amsterdams Fonds voor de Kunst zijn verstrekt aan Albert Blitz, Norman Ph. de Palm, Bennie Roeters, Ibrahim Selman en Annechien Vink.
□ Cees nooteboom is aangezocht als auteur van het volgende boekenweekgeschenk. Het thema van de boekenweek van 6 tot 16 maart 1991 zal zijn: ‘Schrijvers en reizen’.
□ Op de auctie van 8 mei 1990 bij Bubb Kuyper in Haarlem is de zogenaamde collectie-Stakenburg van Achterberg-manuscripten en -typoscripten aangekocht door het Letterkundig Museum in Den Haag. Dit gebeurde met financiële steun van de Weekbladpers en een garantiesubsidie van het Prins Bernhard-fonds. Inclusief veilingkosten bedraagt de aankoopsom ƒ 39.200,-. Het Achterberg-Genootschap zoekt nu naar geld om deze documenten te editeren.
□ Het ministerie van wvc is van plan meer geld te besteden aan literatuur. Dat betekent een aanzienlijke verhoging van de subsidie voor het Fonds voor de Letteren, voor het Letterkunding Museum, de vorming van een Fonds Literaire Produkties en meer eregelden voor oudere letterkundigen. Zowel de P.C. Hooftprijs als de Theo Thijssen-prijs voor kinder- en jeugdliteratuur worden opgetrokken van ƒ 25.000,- naar ƒ 100.000,-.
□ Als okw-gastschrijver aan de Leidse Letterenfaculteit zal in het laatste kwartaal van dit jaar optreden h. brandt corstius. Hij zal twee series werkcolleges geven over de Minnebrieven en over de Miljoenenstudiën van Multatuli. In november houdt Brandt Corstius drie openbare Albert Verwey-lezingen in de Leidse Pieterskerk.
□ ƒ 10.000,- groot is de Geertjan Lubberhuizenprijs 1989, begin april toegekend aan atte jongstra voor zijn prozadebuut Psychologie van de zwavel.
□ Aan dr. piet visser, conservator aan de Universiteitsbibliotheek Amsterdam, is de Prins Bernhard Fondsprijs 1990, groot ƒ 15.000,-, toegekend voor zijn in 1988 cum laude verdedigde tweedelige dissertatie Broeders in de geest; de doopsgezinde bijdragen van Dierick en Jan Philipsz. Schabaelje tot de Nederlandse stichtelijke literatuur in de zeventiende eeuw.
□ De Henriëtte Roland Holst-prijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, groot ƒ 3.000,-, is toegekend aan wim de bie voor zijn Schoftentuig.
□ Het in december 1984 opgerichte tijdschrift de held is er na vijf jaar mee gestopt. Een tijdschrift van vijf jaar is volgens de redacteuren Jessica Durlacher, Peter Elberse en Joost Zwagerman geen ‘jong blad’ meer. Of de drie redacteuren met een nieuw blad bij Bert Bakker verder gaan, is nog onzeker.
□ De kan (Heske Kannegieter) organiseert nog twee antiquarische boekenmarkten in Amsterdam: 22 juli van 10-19 uur Boeken op de Dam met als centraal onderwerp ‘schilderkunst’ en 19 augustus van 10-19 uur Boeken aan de Amstel met speciale aandacht voor ‘scheepvaart’. Inlichtingen: de kan, Binnenkadijk 237, 1018 zg, Amsterdam, 020-275794.
□ De Stichting Landelijk Platform kinder- en jeugdliteratuur heeft een beleidsplan voor 1990 opgesteld, waarin de verschillende doelstellingen nader uitgewerkt worden, namelijk het verschaffen van documentatie, het organiseren van studiedagen, symposia en dergelijke, het adviseren over en het begeleiden en uitvoeren van onderzoek, het aanvragen van subdsidies voor projecten en het instellen van werkgroepen. Nadere informatie: postbus 17162, 1001 jd Amsterdam.
□ De rabobank Lenteprijs voor Literatuur, bestemd voor een beginnend schrijver en ƒ 2.500,- groot, is in Tegelen toegekend aan mirjam boelsums voor haar kort verhaal Au pair, in 1989 in Maatstaf verschenen. Zij werd gekozen uit 32 inzendingen van 16 literaire tijdschriften door de jury, bestaande uit Marc Reijnebeau, Lucas Ligtenberg en Siem Bakker. Chris Vermoortel viel net naast de prijs en eervolle vermeldingen gingen naar Annie Vijt, Rascha Peper en Edwin de Jongh.
+++
□ Op 5 april 1990 overleed te Amsterdam nico scheepmaker, Slavist, sportjournalist, auteur, dichter, vertaler, criticus, maar bovenal columnist, De op 13 november 1930 geboren Scheepmaker werd vooral bekend als Hopper in De Volkskrant van de jaren 1966-1975 en sindsdien als Trijfel voor de bladen van de GPD. Hij kreeg in 1958 de Anne Frankprijs voor poëzie en in 1982 de Prijs voor de Dagbladjournalistiek.
□ De oud-redacteur van het Woordenboek der Nederlandsche Taal en van de Grote van Dale, dr. c.h.a. kruyskamp overleed op 6 april 1990 te Leiden. De op 31 mei 1911 geboren en tot het laatst actieve Kruyskamp heeft naast zijn woordenboekenwerk nog tal van publikaties en tekstedities op zijn naam staan. In 1977 werd hem door vrienden en vakgenoten een bundel Opstellen aangeboden.
□ Op 9 april 1990 overleed het erelid van het Multatuli-genootschap en
| |
| |
veelvuldig auteur over Multatuli, piet spigt.
□ Dr. wilhelmus anthonie ornée, oud-medewerker voor de oudere letterkunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, overleed op 12 april 1990 te Brummen. Wim Ornée (* Groningen 26 mei 1921), editeur van tal van neerlandistische teksten (Langendijk, Vondel, Marnix), publiceerde de laatste jaren vooral op het terrein van de zeventiende-eeuwse klucht: een van zijn laatste grote publikaties was de kluchtenbloemlezing Van Bredero tot Langendyk (1985).
Suggesties voor deze rubriek aan: Instituut voor Neerlandistiek, Spuistraat 134, kamer 456 (afd. DNL), 1012 VB Amsterdam, tel. 020-5254717
|
|