Het tweede deel van de koddige olipodrigo(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] Toon: Nova. 1. ACh! mijn lief, wat lieffelijke lonken Schiet gy uyt u Hemels zoet gezicht; Als dauw de roode Roos Verquikt, zoo doet altoos Mijn u gezicht de Ziel ontfonken: Ach! ik brand, van Min, Om u Hemelze Goddin. 2. Laat u ooge doch eens op mijn daalen, En verheugt mijn door u zoete taal; Want met u zoete tong, [pagina 22] [p. 22] Gy 't harte mijn zoo dwong, Dat mijn by na de zinne dwaalen: Ja, Hart, Ziel en Zin Was in 't Dool - hof van de Min. 3. Nu zoo schep ik weêr een groot vermaak; Want ik zie mijn Engel weêr - liefd' toont. Ach! Hemel, wat een vreugt Geniet ik door dees deugt, Vermits ik tot mijn wensch zal raaken, En in plaats van druk Schenkt ons Hemel doch geluk. C.S. Vorige Volgende