Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 1982
Advies van de jury voor de toekenning
‘De Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs wordt elk jaar uitgekeerd als prijs van aanmoediging voor de schone letteren’, zegt de Wet van de Maatschappij. En: ‘Deze prijs kan slechts worden toegekend aan dichters of schrijvers van letterkundig proza in het Nederlands of Afrikaans, die niet langer dan twee jaren vóór de dagtekening der voordracht enig werk in afzonderlijke uitgave hebben doen verschijnen.’
Deze formulering laat verschillende interpretaties toe. Het is in principe mogelijk, de prijs toe te kennen aan een auteur die al vrij veel werk heeft gepubliceerd. De laatste jaren is sterk de nadruk komen te liggen op het aanmoedigingskarakter van de prijs, en zijn de kandidaten vooral gezocht onder debutanten of schrijvers met een nog klein oeuvre. De Commissie heeft ook dit jaar gekozen voor het aspect van aanmoediging. Ze heeft haar keuze bepaald op het tweede boek (en de eerste roman) van de in 1954 geboren schrijver Kester Freriks: Hölderlins toren, verschenen in 1981.
Hölderlins toren is een roman over de eenzaamheid, de geïsoleerde positie ten opzichte van de buitenwereld, waarin de hoofdfiguur, Timon Kaspar, leeft. Deze eenzaamheid, die haar oorsprong vindt in Timon Kaspars jeugd (de afstand van zijn vader, de sterke gebondenheid aan zijn moeder, het verlies van een pasgeboren zusje), wordt voor de lezer aanwezig gemaakt in een aantal korte (soms zeer korte) terugblikken op die jeugd. Het ‘Boek van ‘Huize de zomer’ ’, één van die terugblikken, beslaat bij voorbeeld slechts drie bladzijden, maar geeft een indringend beeld van een plaats en een zomer die bepalend zijn geweest voor de vorming van Timon Kaspar: ‘Het interieur van de woonkamer is somber. Donker houtwerk. Zware stoelen. Door de grootte van het vertrek dreigt ieder voorwerp nietig te worden. Er komt bijna geen licht binnen: de ramen zijn verborgen achter het struikgewas van de tuin. Wie in deze kamer hard roept, schrikt van zijn stem.’ Andere elementen in het hoofdstuk ‘Timon Kaspar’, waar het ‘Boek van ‘Huize de zomer’ ’ deel van uitmaakt, zijn de aanduiding van de erotische gebondenheid aan de moeder, de pogingen de plaats van de vader in te nemen en het ‘verlies’ van de moeder na de dood van het pasgeboren zusje Annemiek: ‘Duidelijk ziet hij in haar huid de groeven en de fijne rimpeltjes, als met een naald