Op zich zelf was dit afscheid geen wonder, als men het oog slaat op het werk, dat Mr. Vos in Appingedam te verrichten had. Zijn advokatenkantoor vorderde veel van hem. Hij was een uitstekende pleiter in menige belangrijke zaak; scherp als het wezen moest, maar altijd hoffelijk en in de vorm.
Onder zijn werkzaamheden verder: medewerking aan de oprichting van de Appingedammer Brons-motorenfabriek (1907), waarvan hij vanaf de oprichting Commissaris en later President-commissaris werd. (Deze N.V. stelt zich ten doel de exploitatie van de Brons-motor, uitvinding van de eerste directeur der Vennootschap, J. Brons.) Medewerking aan de oprichting der N.V. Damster-Auto-maatschappij, waarvan hij vanaf de oprichting president-commissaris was. (Deze maatschappij exploiteert een der eerste autobuslijnen in den lande. Het initiatief daartoe ging uit van de eerste Directeur, P. Smith.)
Dit zijn twee zeer grote bloeiende bedrijven, van uitnemende betekenis voor de Damster gemeenschap. De gemeente Appingedam heeft ook verder zeer veel te danken aan het werk van Mr. Vos.
Als president-commissaris van de Nutsspaarbank bracht hij reeds in 1911 de Openbare Leeszaal tot stand, die met zijn rijke boekerij van grote betekenis geworden is en die een voorname afdeling bezit van Groninger werk. Vos was van de oprichting af de voorzitter.
Hij ijverde voor de stichting van de R.H.B.S. te Appingedam, die hij tot bloei heeft zien komen. Hij was ook de man, die mogelijk maakte, dat de Middeleeuwse Nicolaï-kerk in zijn oude luister werd hersteld naar de plannen van de bouwmeester Wittop Koning. Hij is getuige geweest van dit grote werk.
Maar hij was er niet meer bij, dat het Gewestelijk Museum en de Noordelijke Kunsthof werden ingewijd. Hij kon daarbij niet meer verschijnen, maar het is hem tot een grote vreugde geweest te weten, dat dit laatste plan prachtig is uitgevoerd. Het was zijn ideaal, en het bleek mogelijk bij het eeuwfeest van de Nutsspaarbank.
Het is maar aan weinigen gegeven, zo veel tot stand te brengen in en voor de plaats van geboorte en inwoning.
Vos was een man van grote gaven en hij heeft zijn talenten niet begraven.
Hij is heengegaan na een gelukkig familieleven. Wie hem gekend heeft prijst zijn vriendelijke innemende omgang.
Voor zijn werk mogen wij allen dankbaar blijven.
K. ter Laan