XIII.
Het benoemen van Gekommitteerden.
De Heeren Calkoen, de Malnoe, van Wyn, N. Hinlopen, te Water, Valk en Steenwinkel, worden, ingevolge het IIde punt van dezen brief verzogt hun Stembriefje, voor den 15den van Zomermaand aan den Secretaris of Briefschryver te bezorgen.
Wyders heb ik de eer U te berichten dar de Maatschappy twee van hare Leden verloren heeft door den dood van den Wel-Ed. Gestr. Heere Mr. J.F. Parvé en van den Hoog Wel Geb. Heere W.J.T. van der Does, Vryheer van de beide Noordwijken, enz. enz.
De Leden, welke eenige Excerpten, of eenigen anderen Voorraad, ten dienste van het Woordenboek, mochten gereed hebben, worden verzogt die aan de Maatschappy te doen toekomen dit Jaar, voor den 15den van Zomermaand, om te kunnen gebracht worden in het Verslag der Maandelijksche Vergaderinge, volgens het eerste punt van dezen brief: en die Heeren, welke genegen zijn eene Verhandeling of Dichtstuk, 't zy met hunnen Naam, 't zy onder eene Zinspreuk, in gevolge het beslotene op de Jaarlijksche Vergadering des jaars 1777., aan de Maatschappy toe te zenden, worden verzogt zulks mede voor dien tijd te doen.
Ik heb de eer van met achting te zijn.
MIJN HEER!
Uw Dienaar
[J.A. Clignett]
Leyden den [26] van Bloeimaand 1787.