de Tong Tong Fair (Pasar Malam Besar) werd gefilmd, spreekt Hella Haasse zich uit over de blijvende invloed van de Indische natuur op haar werk.
Tot de Indische wereld van Haasse horen ook de Indonesiërs. Voor de meeste mensen kwam het als een verrassing dat Hella Haasse in 1977 een toneelstuk heeft geschreven waarin de Javaanse vrijheidsstrijder Diponegoro - zonder zelf mee te doen - op de achtergrond de hoofdpersoon is. Het stuk is twee keer opgevoerd - in de jaren negentig - maar voor een klein publiek, en het is nooit gepubliceerd. Esther ten Dolle vond en las het manuscript, en concludeert dat het een spannend en belangwekkend stuk is. Bovendien is het wat de thematiek betreft een ‘echte Haasse’ die in een overzicht van haar werk niet mag ontbreken.
Peter van Zonneveld tenslotte schrijft over Hella Haasse en haar visie op andere Indische auteurs, van wie Multatuli en Maria Dermoût voor haar de belangrijkste zijn. In haar beschouwingen over deze schrijvers bepaalt zij impliciet vaak ook haar eigen positie.
Dit nummer is uitbundig geïllustreerd. Daarvoor bedanken wij Patricia de Groot die niet alleen de illustraties bij haar eigen artikel verzorgd heeft, maar ons ook aan een groot aantal andere heeft geholpen.
De foto's zijn voor zover mogelijk opgenomen in overleg met de rechthebbenden; wie verder rechten kan doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met het redactiesceretariaat van Indische Letteren.
De volgende Indische letterenmiddag is op vrijdag 27 september in Leiden. Deze middag is gewijd aan Louis Couperus naar aanleiding van zijn honderdvijftigste geboortedag. Meer informatie hierover vindt u aan het eind van dit nummer. Het jaarlijkse symposium in Bronbeek staat in het teken van de Indische poëzie en vindt plaats op 10 november. Meer hierover in het volgende nummer.