Inhoudsopgave
Voor-Reden.
Hoorns vermaeck'lijck Treck-Schuytje.
Herders-klacht.
Feest-gezangh.
[Wanneer men eens aansiet de werelt.]
Ballet.
Op het Orgel inde Laurens-Kerck tot Alckmaar.
[Geen kusjens soeter als den dauw.]
[Cupidootje kleyne jongen.]
Minne-sughje.
Nieuw Kars-Liedt.
[Schiet niet soo ruym, ey Silvia, uw voncken.]
[Tintelt soo niet, soete Wicht, met de Schicht.]
Bede aen Cvpido.
Sonnet.
Doen ick lest-mael, soete Meysje.
[Onlanghs sat ick om t' vermeyden.]
[Mijn Engel is vol deughden]
Op Evaâs Appel-beet geschildert.
t' Saamen-spraack tusschen Rosemont en Philander.
[Soo langh mijn zieltje, Rosemont.]
Op het vertreck van een Juffrouw nae Wognvm.
Aen Lydia.
[Het aldersoetste Dier.]
Intogts Klink-digt Op het inbrengen des doode Lighaams van Pieter Floriszen Vize-Admiraal, tot Hoorn.
Epitaphium Antitheticon Op den Vize-Admiraal Pieter Floriszen.
Epitaphium Antitheticon Francisci Xaverin in India Orientali Apostoli
Gezang.
Op 't afbreeken van 't Hoornsche Kerkhof.
Op de Nieuwe Marckt tot Hoorn.
Op de rust-plaets van de Manhafte Zee-heldt Pieter Florisz. Vice-Admirael van Hollandt en West-Vrieslandt.
Graf-Schrift op Pieter Floriszoon.
Op de selve.
Danckb're genegentheydt van een Kindt teghen sijn' Ouders.
Op de Rijper Lotery.
Gedachtenis op de Geboorte onses Sali[g]hmakers Jesu Christi.
Vrijsters-Klacht.
Jaer-vers, op het veranderen van 't Predicants Huys tot Wadway, zijnde eerste een Herbergh geweest. 1663.
Nu is 't bezeilde Kapertje aan de West-Vriesche Kusten.
Op 't bouwen van de Tooren aan 't Hooft.
Op 't St. Pieters Hof.
[Cupido kleyne Fieltje.]
Venus soecken naa haar verlooren Zoon Cvpido.
Tijdt-Dight, op het vertrecken van de E. Heer P.A. Overtwater, na de Oost-Indien, 1663.
[Als ick laast door een diep gepeys]
[Als ick nu lestmaal in het praaten.]
[Lest vraaghde my een Susje.]
Op het scheyden van een soet Juffertje.
Brief aan deselve.
[Soete Iuffrouws, seght een reys.]
[Rosemondt haer soete wesen.]
['k Rijmd' wel eer door een Gedichje]
Raetsel en Jaer-vers.
Somer-Liet.
Winter-Liet.
Scheid-Lied.
Nathan en David.
Scheid-Lied.
Vrage.
[Al scheydt het Y, en Zuyder-Zee.]
Op de Eer, en uitvaart van Pieter Florisz. Tot Hoorn.
Jaer-vers, op het verlossen der Christenen, uyt het Gewest der Turcken, door den Manhaften Zee-helt M. de Ruyter. 1663.
Een nieuw Lied, ter eeren van de Schoone Amarinthe.
Geboorts-Vermaningh.
Op een wel-bespraakte Vrijster.
Op het scheyden van mijn Vriendt.
[Hoe dreyt het Rad van Avontuuren.]
Van Ian de Wasscher.
[Ick ben soo vrolijck als 't my vermaeckt.]
[Een trotse Iuffer.]
Op Ian de Wasscher.
Wraeck en Weer-Wraeck.
Gezang.
Amor vincit omnia.
Mors vincit omnia
Lijk-klagt op N.N.
Hangen om Geldt.
Gezang.
Iaer-dight, op het eyndigen van Carel Stuarts 11. Iarige ballinghschap. 1660.
Besluyt, aen de berispers van de Treck-Schuyt.
Register.
Tweede deel
Voor-Rede.
't Hoorns Vermaeck'lijck Treck-Schuytje, Tweede Deel.
Batavische Aeneas.
Tijdt-vers op de selfde Geschiedenis.
Lof van 't Amsterdamse Rasp-huys, en eenige des-selfs Miraculen, voor-gevallen in den Jare 1604.
Pracht, en kracht der Moode.
Gezang op 't Hoornsche Pleizier.
Soli deo gloria. Dat is,
Op het Spreuk-woord Daar is geen ongeluk, of daar is geluk by.
Feest-Gezangen. 1. Apollo.
2. Clio.
3. Euterpe.
4. Erato.
5. Thalia.
6. Polyhymnia.
7. Terpsichore.
8. Calliope.
9. Melpomene.
10. Urania.
[Genooden die hier zijt vergaert]
[Wel Bruygom, uw' moeyte is wel betaelt]
Armen-troost voor Armerdorp.
Hoorns eer, en Beginsel.
Anagramma en Iaer-vers Op Hoorns Eer, en Beginsel. 1316. Hoorn, Anag: Honar.
Aen Me-Ioffrouwe N.N. Uytnemende wel op de Luyt speelende.
Cantio Nuptialis. Bruyloft-zang.
Op het schoon-houwen der Wapenen, van de 7. Noordt-Hollandtse Steden, in het Magasijn tot Hoorn.
Van de Oost-Indische wandel:
Op het Predikants Huys van Wadweyde.
Gierigheydt.
Een Giergaert genesen.
Seven Personagien. Een Huys-man singht.
Een Stee-man singht.
Een Zee-man singht.
Een Koop-man singht.
Een Krijgs-man singt.
Een Medecijn-meester singht.
Een Predikant singht.
Nu zijn de Personaegien uyt, Dies singh ick hier op tot besluyt.
De snelligheydt des tijdts.
Tijdts verganck'lijckheydt.
Heyligh verlangen, van een geloovige Ziele.
Deugds-Klach: En af-scheyd, van de Wereld.
Zeemans-sang.
Kuysheyts-Kracht.
Op de Bruyloft van I. de Zee.
Feest-ghezangh.
Bruiloftzang.
Drinklied.
Wat steeckter in de Dronckenschap? Twist, tweedracht, moordt, en achterklap.
Wacht u voor Achterklap.
Feest-Liedtjes-nae-gerecht.
Nieuw'-Jaers-Liedt.
Bruylofts-zangh.
Tegen-zangh.
Graf-schrifts Iaer-getal van Prins Fredrick Hendrick.
Bruyloft-zangh.
Feest-Gezangh.
[Een Iongman doet regt]
Winter- en Somer-Liedt.
Een Geestelijk Liedt.
Minne-Brief.
Door weet-lust is 't geschiedt, dat vollegende Steden,
Van Wouter Barentsz. zijn tellend' om-ghetreden.
Besluyt, aen de goedt-gunders van de Treck-Schuyt.
Register.