Hollands Nachtegaeltien verryct met een nieu twede deel genaemd Hollandts en Zeeuws Nachtegaels t'samen-gezangh
(1633)–Anoniem Hollands nachtegaeltien en Hollands en Zeeuws Nachtegaels 't samen-gezangh– Auteursrechtvrij
[pagina 190]
| |
O lief Cerbijn
Die 'k op u Graf-stee stort?
Doen Tart / had 't hart
U nauwlijcx doot gewont.
Ach! Cherbijn, of wreede Rodemont.
Komt u kuyssche Isabelle.
Nu hier in het nare Wout,
Ach! soo geyl, soo wreet, so stout,
Op het onversienst beknelle.
2 Eer d' onkuyshede
Hier woon-plaets vijnt
Door Roodemonts gespuys,
Die dese lede
Met vreese pijnt,
En volght mijn inde kluys:
Eer hier / t ' Argier
Met kracht mijn eer tast aen,
Sal de Son en Maen / te rugge gaen,
Eer hy Cerbijns bedt sal vlecke,
Lief geen geylheyt onbequaem
Sal u waerde Vrouws lichaem,
| |
[pagina 191]
| |
Oyt schandelijck kleedt aentrecke.
3 O pronck der Schotte,
O droeve Weew'
O Cerbijn, Cerbijn, wee,
Laet mijn oock rotte
Of laet een Leeuw
Mijn in zijn leeger-stee,
Seer snoot / de doot
Aendoen geen Leeuwen aert,
Is so wreed als straffe Mandrigaert
Ach, wat helpt mijn Galisse,
Of mijn Erf-rijck sou zijn
Als ick mijn Lief Cerbijn
Op de Werelt doch moet misse.
4 O goede Gode
Waer dit u sin.
Dat dap're Roelant quam,
Om my te doode,
En dees Vorstin
Den geylen boef ontnam:
Roelant / ontmant,
| |
[pagina 192]
| |
Is door Angelica,
Ach! mijn Ridder haest u komt dra
Met u volle rasernye,
Doot en scheurt dach Isabel
Nu uyt Roodemonden hel,
Om met Cerbijn te verblye.
5 Ach wilt verryse
Met moorders wondt,
O Cerbijn komt en siet,
En doet doch yse
Sno Roodemont
Op dat hy men vliedt:
Ay my / ick ly
Een doot van duysent doon.
Ach! Cerbijn de onder aertsche Goon
Wil ick daedlijck by gaen dale,
Fy Agier u kroon, en staf
Siet Cerbijn opent het graf,
Om zijn Isabel te hale.
A.V. Bergh. |
|