Den Hollandszen praat-vaars nieuwjaars-gift
(ca. 1745)–Anoniem Hollandszen praat-vaars nieuwjaars-gift, Den– Auteursrechtvrij
[pagina 112]
| |
Dat ik moet van Minne-pyn
Versmagten, versmagten.
2.
't Leven is een bitt're Dood,
Als ik u gunst moet derven,
Gun my tog, in deze nood,
Dat ik in u lieve schoot
Mag sterven, mag sterven.
3.
Zo gy dit geraden vond,
Gy liet myn zieltje slippen,
Op de coralyne grond
Van u ambrozyne mond
En lippen en lippen.
4.
Was ik dan een geile Mus,
Wat deed ik meenig wekje,
Sus, myn Rozalyntje, sus,
Met verlof dat ik u kus,
Myn Bekje, myn Bekje.
5.
'k Weet geen beter medicyn,
Op 's Waerelds Rond te vinden,
Voor myn felle Minne-pyn,
Als u kusjes, Rozalyn,
Beminde, Beminde.
6.
Dorst ik, 'k zou wel verder gaan,
Ligt wind een stouten Vrager,
Raak ik nu u lipjes aan,
| |
[pagina 113]
| |
Mooglyk zal 'k wel meer bestaan,
Wat lager, wat lager.
7.
Holla! mond niet hooger, want
Myn Rozalyn zou schryen,
Wilje, ik zweer u, by myn hand,
'k Zal u naar het Ledikant,
Gelyen, gelyen.
8.
ô! Wat vind m' al koele bloeds,
Wat vind m' al holle bollege,
Maar, betreêje Venus Koets,
'k Zweer ik zal u barrevoets,
Straks volgen, straks volgen.
| |
[pagina 114]
| |
3.
Daarom 'k raadje voor u ziet
En loopt geen blaauwe scheenen,
Wat je klaagd 'k en hoorje niet,
Neen, dat gaatje boorje niet,
Gaat heenen, gaat heenen.
4.
Gaa jy ondertuszen maar
En stelje tot bedaren,
Of jou brand te bluszen waar,
Hoe, wou jey my kuszen Vaâr,
Niet garen, niet garen.
5.
Jonkman zoek jy medicyn,
Och! brandje zo van binnen,
Drink wat Wey, in plaats van Wyn,
Mooglyk zult gy koelder zyn
Van binnen, van binnen.
6.
Na ik aan jou woorden hoor,
Zo reid u hooft op stelten,
Eer ik zulk een Man verkoor,
'k Wensch my liever zelver voor
Sint Felten, Sint Felten.
7.
Holla! mond, niet hooger, want
Het kon u ligt berouwen,
't Schynt een kolfje na myn hand,
Waarom zou ik zulk een kwant,
Niet Trouwen, niet Trouwen.
| |
[pagina 115]
| |
8.
Trouwen is wel haast geklaard,
Maar 't kan ons lang berouwen,
Beter vry en ongepaard.
'k Zal dien drommel van myn haard
Wel houwen, wel houwen.
|
|