Den Hollandszen praat-vaars nieuwjaars-gift(ca. 1745)–Anoniem Hollandszen praat-vaars nieuwjaars-gift, Den– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Studente deun. Vois: Daar was een Meisje Jong van Jaren. 1. IK kom hier met geen complimenten, Maar zal het leven der Studenten Eens af gaan schetzen naar hun aard. Dies zal ik zo terstond beginnen, Wyl ik bespeur als dat myn zinnen Voor geen een Groentje zyn vervaard. 2. Nu zal ik de Faculteiten In d'beste order gaan beplyten, Eerst van deze en dan van geen, Want die zo al te zaam te nemen, [pagina 106] [p. 106] Dat zou te veel vervremen, Dies zo neem ik z' een voor een. 3. Voor 't begin, dan gy Juristen, Die dagelyks uw tyd verkwisten, Met naar 't Koffie-huis te gaan, Tweemaal daags dat kan paszeeren, Maar de Drommel haald my, Heeren, Gy zyt eeuwig op de baan. 4. Want ik zweer de Koffie-Kamer Is aan u veel aangenamer Als de Kamers van u Huis, Moet gy op u Kamer blyven, Dan ontbreken u de schyven, Dus zo zyt gy nimmer thuis. 5. Heeft de klok tien uer geslagen, Dan terstond aan 't Hoere-jagen, In den een of and'ren hoek, Vind men daar een aardig Meisje, Straks doed men een Venus-reisje, Tot de lust is uit de broek. 6. 's Morgens dan, om vyf zes ueren, Gaat men weêr na huis toe pueren, Met een uitgemergelt hooft, Dan begeeft me zig tot slapen, Namaals doed me niet als gapen; Wyl de geesten zyn verdooft. Vorige Volgende